Wees eerlijk: als de gaskraan verder opengaat, bekopen veel Groningers dat met hun veiligheid
Terwijl we in de verhoren van de enquêtecommissie kunnen zien hoe konkelende mannen voor financieel gewin jarenlang de levens van Groningers hebben ondermijnd, is een discussie losgebarsten over de vraag of die levens niet nog meer op de schop kunnen, omdat het oorlog is in Europa en we gas harder nodig hebben dan ooit.
Waarmee ik die discussie zorgvuldiger voorstel dan zij wordt gevoerd, want wat de bewoners van het aardbevingsgebied meemaken, wordt nog altijd gebagatelliseerd. En dat tien jaar na de grote aardbeving bij Huizinge. Tien jaar sinds we weten dat nog grotere bevingen realistisch zijn en dat men, afhankelijk van hoeveel gas er wordt gewonnen, in veel huizen het leven niet zeker is.
Van de week zette de enquêtecommissie een onbarmhartig felle lamp op het handelen van Shell, Exxonmobil en de Nederlandse overheid direct nadat de ernst van dat gevaar duidelijk was geworden. Ze verhoogden de winning tot een niveau dat sinds de jaren zeventig niet meer was gehaald. En spanden samen om het Staatstoezicht op de Mijnen, de onafhankelijk toezichthouder die juist adviseerde om te minderen, onderuit te halen.
Dat het voor de ‘leveringszekerheid’ nodig was, zoals toenmalig minister Kamp (VVD) beweerde, was – weten we nu – een leugen. De staat vulde met de opbrengst al te graag de kas aan. Uit documenten die de NOS boven tafel heeft gekregen, blijkt dat het ministerie al in 2005 geheime afspraken maakte met de oliemaatschappijen: die zouden in hoog tempo door mogen totdat naar schatting rond 2020 de gasvelden zo’n beetje leeg zouden raken.
Dus toen Kamps opvolger en partijgenoot Wiebes vier jaar geleden plots bekendmaakte dat de gaskraan dicht zou gaan, was dat niet omdat hij ‘vocht voor de Groningers’. Er was een kille kosten-batenanalyse gemaakt. Hoeveel viel er nog te verdienen? En hoeveel geld, tijd en ellende zou het kosten om alle woningen te versterken die dreigden te bezwijken?
Twee dingen worden in het debat over het Groningse gas vaak verward. Het ene is schadeherstel: er is iets kapot aan je huis door een beving en je verhaalt de schade op de NAM, het samenwerkingsverband van Shell en Exxonmobil. Onwil en bureaucratie drijven gedupeerden in dat dossier vaak genoeg tot wanhoop, maar een ander probleem is nog groter: dat gigantisch veel huizen door de gaswinning zo snel kunnen instorten dat er doden vallen en dus uit vóórzorg moeten worden versterkt.
Toen Wiebes zijn besluit nam, was het met de versterkingsoperatie hopeloos gesteld. Tot wel 150.000 woningen kwamen in aanmerking. Die moesten allemaal geïnspecteerd, waarna krankzinnig zware verbouwingen nodig waren of in veel gevallen sloop en nieuwbouw. Bewoners waren jaren van hun leven kwijt en het eindresultaat was slechts dat ze bij het instorten van hun huis net genoeg tijd zouden hebben om eruit te komen.
Als het kabinet nu zegt dat ‘Groningen’ pas verder opengaat onder zeer extreme omstandigheden, is dat niet uit compassie, welnee. Het is vanwege deze bestuurlijke nachtmerrie. Zelfs nu de winning op een laag pitje staat moeten 27.000 woningen worden nagekeken, waarvan er waarschijnlijk 13.000 moeten worden versterkt. In het huidige tempo duurt dat tot 2040.
Wie zegt ‘geef de Groningers een zak geld en haal dat gas eruit’, gaat hieraan voorbij. Zoals in deze krant Stef Kranendijk, pleitbezorger van een ‘circulaire economie’, en journalist Jeroen Smit. ‘Omhels Groningen’, stond er boven hun stuk. Op hun doelen kun je niet tegen zijn: Poetins oorlog frustreren, de gasmarkt kalmeren en CO2-uitstoot verminderen. Maar ten koste van wat?
Ze schrijven dat volgens Staatstoezicht minstens 12 miljard kuub veilig kan worden gewonnen. Dat is onjuist. Staatstoezicht adviseerde in 2018 om de winning naar dat niveau terug te brengen en daarna nog verder af te bouwen en dat alles onder de voorwaarde dat de nodige huizen versterkt zouden zijn. Wat niet gebeurde. De inspecteur-generaal trad dit voorjaar nog speciaal naar buiten om dit misverstand uit de wereld te helpen.
Tot nu toe kent elk pleidooi voor het opendraaien van de gaskraan een toverstaf-passage. In dit geval: geef 27.000 huishoudens elk vier ton om een nieuw huis te bouwen. Die som klopt dus niet, want als de gaskraan verder opengaat loopt het aantal te versterken huizen weer enorm op. En huizen die al zijn gedaan, moeten opnieuw. Belangrijker: versterking is uiteraard zinvol vóórdat je een aardbeving veroorzaakt. Maar Kranendijk, Smit en met hen vele anderen willen dat gas meteen boven de grond halen, nog voor komende winter. Daar zit je dan als Groninger, met een waardeloze financiële toezegging, te hopen dat je huis blijft staan.
Misschien komt het zover. Als Poetin zíjn kraan dichtdraait. Als hele industrieën dreigen te worden afgekoppeld. Maar dan is het zoals The Washington Post schrijft: ‘Nergens in Europa zou het offer groter zijn.’ Evacuatie zou door woningnood slechts beperkt mogelijk zijn, we zouden een grote groep Nederlanders veroordelen tot onveiligheid. Dat is geen omhelzing, eerder verwurging van een gemeenschap. Laten we eerlijk zijn over de kwaden waartussen het kiezen is. En beseffen dat het platwalsen van burgers onze strategische positie heeft verzwakt omdat we van hen eigenlijk niets meer kunnen vragen.