Debat overEuropese samenwerking

‘We ruziën in Europa keer op keer, tot we over de rand van de afgrond staan’

President Emmanuel Macron sprak vorige week over het ‘terugwinnen van de soevereiniteit’, Italië vond de houding van Nederland ‘weerzinwekkend’. Vinden EU-landen elkaar in internationale samenwerking of wordt het ieder voor zich? EU-parlementslid Derk Jan Eppink en EU-deskundige Adriaan Schout staan lijnrecht tegenover elkaar.

Maurits Chabot en Iñaki Oñorbe Genovesi
Derk Jan Eppink, lid van Europees Parlement namens Forum voor Democratie. Beeld ANP
Derk Jan Eppink, lid van Europees Parlement namens Forum voor Democratie.Beeld ANP

Derk Jan Eppink (lid van Europees Parlement namens Forum voor Democratie):

‘We beleven de herontdekking van nationale staten. Het blijkt in deze coronacrisis dat landen op zichzelf zijn aangewezen. De eerste reflex in de hele EU was ook om eerst in eigen land zaken op orde te krijgen. Mensen verwachten dan ook leiderschap van de eigen regering.

Dat we niet kunnen terugvallen op internationale samenwerking werd duidelijk door het gebrek aan Europese coördinatie: alle landen reageerden heel verschillend. Mensen worden dus teruggeworpen op hun eigen land. Daarin werden de nationale tekortkomingen zichtbaar. We hebben geen medische reserves en zijn voor apparatuur en medicijnen te afhankelijk van andere landen. De grens van globalisering is bereikt. Dit is de kentering.

Europese solidariteit? Ik ben voor Europese noodhulp. Maar de vele miljarden die nu rondvliegen, hebben we zelf ook nodig. Het kost miljarden om bedrijven als de KLM in de lucht te houden. Dan heb je als overheid weinig reserve en kun je andere landen niet helpen met blijvende transfers. Bovendien worden wij gevraagd bij te springen voor landen die vaak zelf geen buffers aanlegden. Dat is onrechtvaardig.

Wat is de conclusie voor de nationale staat? Een eerste les is dat we meer strategische reserves moeten opbouwen met medicijnen en medische apparatuur. En we moeten vitale infrastructuur als de ic-capaciteit beter op peil houden. Tweede les: we zijn meer op onszelf aangewezen dan we dachten. We kunnen niet terugvallen op de EU of internationale organisaties. We kunnen hoogstens samenwerken met omliggende landen. Dat is al heel wat.

Ten derde zal onze relatie met China veranderen. Zo moeten we kritischer zijn op onze relatie met China en een ander soort verhouding organiseren. Aan de gebrekkige levering van mondkapjes en medicijnen zien we dat we te afhankelijk waren. Ik denk dat de aanleg van een 5G-netwerk door Huawei wordt herover-­wogen.’

Adriaan Schout, Europa en EU-deskundige Clingendael. Beeld Peter Hilz / HH
Adriaan Schout, Europa en EU-deskundige Clingendael.Beeld Peter Hilz / HH

Adriaan Schout (Europa en EU-deskundige Clingendael):

‘Onheilsprofeten zijn er genoeg. Wij moeten het hoofd koel houden. Het is te vroeg om te roepen dat EU-lidstaten terugvallen op nationale reflexen, dat eurolanden vooral boos zijn op Nederland, en dat de EU niet veel voorstelt of zelfs uiteenvalt. De EU heeft tot nu toe altijd compromissen gevonden en met kleine stapjes grote ontwikkelingen mogelijk gemaakt.

Europese ‘samenwerking’ is en blijft voor lidstaten essentieel, ook al bestaat voortdurend onenigheid over woorden als samenwerking/integratie, solidariteit/soliditeit. Juist op grote onderwerpen scheurt de politiek; juist omdat samenwerking essentieel is lopen de gemoederen hoog op. Mogelijk dat sommige landen, zoals Hongarije, zich hier niet in thuis voelen of kunnen beter vertrekken. De rest stapt over schaduwen heen.

De EU draait niet om vriendschappen, maar om uitkomsten die solo onmogelijk haalbaar zijn. De EU van na ‘corona’ zal anders zijn. Dat hoeft niet minder stabiel of minder open te zijn. De EU wil onafhankelijker worden van andere handelsblokken en internationale concurrentie zal veranderen. Er komen andere eisen aan investeringen van buiten de EU. De gevechten om de overdrachtsunie en over eventueel Europees protectionisme zullen hard zijn als altijd.

Wij Europeanen gaan in de onderlinge meningsverschillen keer op keer ruziën tot het één minuut voor 12 is en onze tenen al over de rand van de afgrond staan. Iedereen ziet dat het dan toch beter is om samen op te trekken. Dat Rutte en Hoekstra evenals hun Europese collega’s hierin keihard onderhandelen is ook nodig. Het electoraat moet zien: dit is de best bevochten uitkomst.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden