InterviewLinda Steg
‘We nemen te vaak aan dat mensen puur gedreven worden door eigenbelang’
Omgevingspsycholoog Linda Steg (56) zag het bevestigd in de coronacrisis: mensen kunnen hun ingesleten gewoonten veranderen. Zo is zelfs de klimaatcrisis nog te bezweren. Maar dan moet er wel leiderschap worden getoond.
We kunnen de opwarming van de aarde tegengaan én de boeren een duurzame en rendabele toekomst bieden. Ook het dalend niveau van het onderwijs en de zorg zijn omkeerbaar, en het woningbouwprobleem is oplosbaar. Zelfs de controledrift van ambtenaren, de angst voor reputatieverlies van ministers en de afrekencultuur in politiek Den Haag kunnen we bijsturen.
Maar om dergelijke grote kwesties aan te pakken, zo stelt de Groningse omgevingspsycholoog prof. dr. Linda Steg, moet je eerst aanvaarden dat het heel complexe problemen zijn. Dat er geen gemakkelijke oplossingen bestaan. En dat iedereen zijn rol heeft: overheid, bedrijven en consumenten/burgers. ‘De kunst is die groepen tegelijkertijd tot actie te bewegen. Iets wat alleen lukt als er echt leiderschap wordt getoond, dat zich laat voeden door bewezen feiten en niet door intuïtie. Dat dit veel geld zal kosten is een feit, maar niets doen kost ook geld en dan ontstaan vaak grotere problemen.’
De Volkskrant inventariseert in deze interviewserie revolutionaire ideeën om Nederland te verbeteren. Onderwerpen die tijdens de formatie besproken zouden moeten worden. Dit is het slot.
In de laatste aflevering van deze serie, waarin mensen die goed zijn in hun vak heilige huisjes benoemen, problemen analyseren, oplossingen presenteren, en het aankomende kabinet zo ongevraagd van advies voorzien, rest de vraag: hoe die goede ideeën te realiseren? Wat is nodig om van de analyse naar verandering te komen? Wat zijn de belemmeringen? Hoe krijg je het gedrag van groepen, van beleidsmakers en van een samenleving de goede richting op?
Steg (56) is gespecialiseerd in omgevingspsychologie, de discipline die zich richt op de interactie tussen mens en omgeving. Ze heeft als aandachtsgebieden klimaatverandering en de duurzame energietransitie. Ze onderzoekt wat mensen motiveert en stimuleert om duurzaam te handelen. Als gedragswetenschapper was Steg een van de hoofdauteurs van het ‘1,5 graden rapport’ van de intergouvernementele werkgroep klimaatverandering van de Verenigde Naties, beter bekend als IPCC. In dat rapport staat nadrukkelijk dat verdere klimaatverandering nog steeds kan worden tegengegaan. Haar bevindingen blijken breder toepasbaar dan alleen op het gebied van duurzaamheid.
Welke heilige huisjes staan volgens u gedragsverandering in de weg?
‘Dat gaat vooral om aannames die niet altijd kloppen. Bijvoorbeeld dat mensen puur gedreven zijn door eigenbelang. Dat is niet zo. Prijsbeleid is ook niet altijd effectief. Mensen worden niet alleen gedreven door geld, ze houden ook rekening met gevolgen voor anderen en het milieu. Ook de aanname ‘als we mensen maar vertellen hoe het zit en meer informatie geven, dan gaan ze het wel doen’, klopt niet. Informatiegebrek is zelden de enige barrière voor gedragsverandering. En de aanname dat burgers meebewegen als je ze maar laat participeren, is te kort door de bocht. Inspraak moet je zorgvuldig organiseren, wil het de gewenste effecten hebben.
‘Beleid en verandering zijn acceptabeler als er sprake is van procedurele rechtvaardigheid. De besluitvormingsprocedure moet helder, transparant en eerlijk zijn. Mensen willen heus niet in alles hun zin krijgen. Maar ze willen zien hoe je tot een keuze bent gekomen, dat er rekening is gehouden met hun zorgen. Ze accepteren beleidsverandering ook als ze zien dat andere mensen baat hebben bij besluiten en dat met de beleidskeuze bredere problemen kunnen worden opgelost. Daarnaast is cruciaal om te laten zien hoe de kosten en baten eerlijk worden verdeeld. Heel veel gelehesjesprotesten gingen niet primair over ‘het kost mij geld’, maar over het feit dat bepaalde groepen onevenredig werden geraakt.’
Op welke waarden moet je mensen aanspreken om ze tot gedragsverandering aan te zetten?
‘Dat is voor iedereen anders. Wij onderscheiden vier waarden die van invloed zijn op gedragsverandering: egoïstische, hedonistische, altruïstische en milieuwaarden. Iemand die zich hoofdzakelijk laat leiden door egoïstische waarden is gevoelig voor informatie en veranderingen die zijn status en rijkdom beïnvloeden. Mensen met sterke hedonistische waarden kijken vooral of dingen gemakkelijk of aangenaam zijn. Mensen met sterke altruïstische waarden overwegen vooral gevolgen voor anderen. En mensen die meer gericht zijn op omgeving en milieu zijn in beweging te brengen als ze het gevoel hebben dat hun gedrag de natuur of het klimaat dient.’
Hoe bent u er zo zeker van dat gedragsveranderingen op het gebied van klimaat en op andere gebieden mogelijk is?
‘Dat is onlangs nog aangetoond: in de afgelopen anderhalf jaar tijdens de coronacrisis. Als je van tevoren had gezegd dat iedereen zou gaan thuiswerken, alle cafés zouden sluiten en alle evenementen zouden worden opgeschort, hadden gedragswetenschappers en beleidsmakers je voor gek verklaard. Maar: er was een urgent probleem en er was leiderschap. Er werd duidelijk verteld wat wel en niet kon. En er was zorg en ondersteuning voor mensen en bedrijven die last hadden van de maatregelen, zodat ze niet ten onder gingen. Dat laatste is belangrijk als je grote veranderingen wilt realiseren. Juist dan moet je oog hebben voor de mensen die door de veranderingen heel slecht af zouden zijn.’
Wat is de functie van het benoemen van heilige huisjes, en het lanceren van ogenschijnlijk radicale ideeën?
‘Heilige huisjes gaan eigenlijk over wat normaal is in een bepaalde cultuur, het gaat over de gewoonten die niet ter discussie staan. Je kunt ze benoemen om bepaalde patronen, structuren en opvattingen te doorbreken. Een voorbeeld van een heilig huisje dat ter discussie staat, is dat consumptie van vlees en zuivel onmisbaar is. In de laatste jaren zijn mensen daar kritisch over geworden. Hetzelfde geldt voor Zwarte Piet als gezellige hoofdrolspeler in een kinderfeest. Ik denk dat veel mensen er nooit bij stil hebben gestaan dat het kwetsend kan zijn voor bepaalde groepen. Nu doen we dat wel. Maar dan moet je wel bewust worden gemaakt van het feit dat een bepaalde gewoonte of cultuur negatieve gevolgen heeft. Radicale ideeën kunnen daarbij behulpzaam zijn. Ze kunnen een functie hebben bij het verbreden van de horizon en bieden van nieuw handelingsperspectief.’
Begint gedragsverandering altijd met het krijgen van nieuwe informatie?
‘Alleen informatie is niet genoeg. Zonder reflectie beklijft informatie niet. Mensen moeten ervan bewust worden gemaakt dat ze een keuze hebben om hun gedrag te veranderen. Iedereen heeft vaste gewoonten, zoals vaste loopjes als je opstaat. Dit is heel efficiënt, anders zou ons leven niet leefbaar zijn. Maar soms veranderen de omstandigheden, waardoor een gewoonte niet meer rationeel is. Het punt is dat mensen zulke sterke gewoonten hebt dat ze vaak niet merken dat de omstandigheden veranderen en dat daardoor de automatische keuze niet meer de beste is. Dan moet je zorgen dat mensen toch gaan nadenken. Informatie is daarbij belangrijk, maar niet genoeg. Mensen kunnen informatie niet interessant vinden, over het hoofd zien, of niet willen zien, omdat ze overspoeld worden door allerlei informatie.’
Hoe kun je ervoor zorgen dat mensen consistenter duurzaam handelen?
‘Mensen willen graag consistent zijn. Het voelt voor ons heel ongemakkelijk als we dingen doen die niet bij ons passen. Als je mensen ervan bewust kunt maken van het feit dat ze eerder duurzaam hebben gehandeld, zijn ze geneigd te gaan denken: goh, blijkbaar ben ik iemand die duurzaamheid belangrijk vindt. Ze gaan er dan meer naar handelen, omdat ze consistent willen zijn. Het omgekeerde gebeurt ook. Als je mensen ervan bewust maakt dat ze niet zo duurzaam hebben gehandeld, gaan ze denken ‘blijkbaar vind ik dat niet zo belangrijk’, en doen ze in een volgende situatie niet meer hun best. Dit is waarom te veel benadrukken wat allemaal niet goed gaat, problematisch is. Om tot positieve verandering te komen, is het belangrijk ook te beklemtonen wat wel goed gaat. Bevestiging vergroot je handelingsperspectief. Het geeft je het gevoel dat iets wel mogelijk is, en dat je het best kunt.’
Zou de journalistiek dat dan ook meer moeten doen? Meer perspectief schetsen en bevestigen wat wel al goed gaat?
‘Jazeker, dat zou erg helpen. Want daarmee geef je mensen het idee dat we op de goede weg zijn. Alleen maar het negatieve en de problemen benadrukken kan er ook toe leiden dat mensen zich depressief gaan voelen, machteloos, en dat ze zich afkeren van het nieuws en de informatie. Zo van: ‘Ik kan er niks aan doen, niemand doet iets, laat ook maar.’
Veel journalisten zeggen: ‘De journalistiek moet kritisch zijn en zich op de problemen richten. De samenleving moet ze oplossen.’
‘Is perspectief bieden niet kritisch dan? Je wilt toch alle kanten van een verhaal laten zien? Ook in de psychologie is een stroming ontstaan die zich behalve op de problemen ook op de kansen richt: positieve psychologie. Door kansen te laten zien, leer je ook hoe je veranderingen kunt realiseren. Misschien nog wel meer dan wanneer je je alleen op het negatieve richt.’
In deze interviewserie wezen diverse sprekers er op dat de individualistische waarden van het neoliberalisme zijn doorgeschoten. Hoe zouden we mensen weer meer naar gezamenlijkheid kunnen bewegen, naar burgerschap?
‘Allereerst is belangrijk om te weten dat mensen geneigd zijn om een te negatieve inschatting te maken van de waarden van anderen. Uit de European Social Survey, waarin mensen werden gevraagd naar hun visie op klimaatverandering, blijkt dat slechts 2 procent de klimaatproblemen ontkent, terwijl velen inschatten dat dit veel hoger is. We onderschatten echt hoe breed die zorg over het klimaat leeft. En juist daarom is het belangrijk dat je mensen meer inzicht geeft in wat andere mensen belangrijk vinden. Ook voor beleidsmakers en de politiek is dat relevant. Want een overschatting van de hoeveelheid klimaatontkenners kan ertoe leiden dat bepaald beleid niet wordt ingezet, uit angst dat dit grote weerstand oplevert. Of omgekeerd kan een bepaalde politieke partij te prominent klimaatscepsis verdedigen vanuit het idee dat een groot deel van de samenleving dit zou willen horen, terwijl dat dus niet zo is.’
Wat zijn andere manieren om mensen en beleidsmakers tot meer sociaal of milieuvriendelijk gedrag aan te zetten?
‘Je moet belemmeringen wegnemen. Mensen willen best duurzaam reizen. Maar als je weinig belasting heft op vliegverkeer in vergelijking met openbaar vervoer, dan geef je een verkeerde prikkel. Als je in de zorg, in het onderwijs, in het recht kostenefficiëntie allesbepalend maakt, en dat afrekensysteem van bovenaf oplegt, dan worden geld en productie de overheersende waarden in deze sectoren. Terwijl ook andere waarden, zoals burgerschap in het onderwijs en aandacht in de zorg, centraler zouden kunnen worden gesteld. Dat zou zeer positieve en in de toekomst misschien zelfs kostenbesparende effecten kunnen hebben.’
In Den Haag gaat het nu veel over de bestuurscultuur. Over het dichttimmeren van afspraken, over de hardheid die dat met zich meebrengt, over de nadruk op controle. De toeslagenaffaire illustreert wat de gevolgen daarvan kunnen zijn, en het briefje ‘Omtzigt, functie elders’ laat zien wat er gebeurt als je dit aan de kaak stelt. Hoe kijkt u daar als omgevingspsycholoog naar?
‘De politiek gaat gebukt onder een afrekencultuur. Het ontbreekt aan de ruimte om gemotiveerd de beste beslissing te nemen. Op ministeries draait veel om het voorkomen van reuring: hoe zorgen we dat de minister niet onderuit gaat in de Tweede Kamer. Die afrekencultuur en de angst om fouten te maken is in allerlei controlesystemen geïmplementeerd.
‘Dat heeft zijn weerslag op allerlei sectoren. Zodra mensen zich niet aan de regels houden, zie je steeds de neiging om meer nieuwe regels of controlemechanismen te implementeren, waardoor weer meer mensen met controle op controle bezig zijn. Professionals worden steeds meer managers en komen minder toe aan het echte inhoudelijke werk waartoe ze zijn opgeleid en wat hen drijft en inspireert. De regel wordt daarbij het doel, en het achterliggende doel raakt uit zicht. Juist door de nadruk op regels en op controle gaan mensen denken: zolang ik die regels maar volg, dan mag het. Dat kan tot onethisch gedrag leiden. Neem de toeslagenaffaire en hoe dat mis liep. De achterliggende bedoeling – kinderopvang faciliteren – verdween volstrekt uit beeld.
‘Ik denk dat het juist belangrijk is dat je in de politiek kunt toegeven dat je een fout hebt gemaakt. Die ruimte lijkt er nu niet te zijn. In Den Haag is men te veel gericht op reputatie. Politici reageren sterk op wat in de sociale media wordt geroepen. Dat is eigenlijk ondemocratisch, want wat je daar hoort is niet representatief. Het zijn veelal mensen die ergens tegen zijn die zich roeren. Daarnaast lijkt de cultuur van de sociale media, harde persoonlijke aanvallen, over te waaien naar het parlement. Dit leidt tot minder goed beleid.’
Dus u denkt dat met wat minder afrekencultuur en controledrift, met wat meer leiderschap, en door behalve harde cijfers ook humaniteit te laten meetellen, de grote problemen van deze tijd kunnen worden aangepakt?
‘Ja. We kunnen zelfs het grootste probleem, de negatieve gevolgen van klimaatverandering, nog tegen gaan, maar dan moeten we drastische keuzes maken. De vrees is dat we hartstikke ongelukkig worden als we die keuzes maken, omdat we dan allerlei dingen niet meer mogen. Maar anders wachten er hittegolven, extreme regenval en overstromingen. Niets doen betekent niet dat alles hetzelfde blijft.’
Bas Mesters zet het gesprek met Linda Steg voort in een digitale bijeenkomst in debatcentrum De Tussenruimte in Den Haag. De bijeenkomst is donderdag 28 oktober om 16.30 uur. U kunt dan ook vragen stellen. Aanmelden kan op emma.nl/tussenruimte