Opinie
Wat is ons antwoord op de aanslag in Parijs?
Het verband tussen de wandaden en de idealen waaruit ze voortvloeien valt niet te ontkennen.
Na de verschrikkelijke slachting bij het Franse satirische weekblad Charlie Hebdo zal het Westen misschien eindelijk afstand doen van zijn neiging het verband tussen geweld en de radicale islam te ontkennen.
Dit was geen aanslag van een gestoorde eenling. Dit was niet een 'anti-islamistische' aanslag door een stel bandieten - je kon de daders horen schreeuwen dat zij de profeet Mohammed hadden gewroken. Het was ook geen spontane aanslag. Het was gepland om gedurende een vergadering van de redactie maximale schade aan te richten, met automatische wapens en een plan om weg te komen. Het was bedacht om terreur te zaaien, en daarin is het geslaagd.
Het Westen is uiteraard geschokt, maar verrast kan het niet zijn.
Als er een les te trekken valt uit deze afschuwelijke gebeurtenis, dan is het dat het echt niet uitmaakt wat wij van de islam vinden. Dit type geweld, de jihad, is wat zij, de islamisten, geloven.
In de Koran staan talrijke oproepen tot een gewelddadige jihad. Maar niet alleen in de Koran. Jihad is een door en door modern begrip in te veel van de islam. De 20ste-eeuwse bijbel van de jihad voor vele islamistische groepen is een boek uit de jaren zeventig van de Pakistaanse generaal S.K. Malik: De opvatting van de Koran over oorlog. Hij beweert dat de voorschriften in de Koran over oorlog zwaarder wegen dan de wetten van gewone stervelingen, omdat God, Allah, zelf elk woord van de Koran heeft geautoriseerd.
In de analyse van Malik over de strategie van de Koran is de menselijke ziel - en niet een of ander fysiek slagveld - het hart van de strijd. De sleutel tot de overwinning - onderwezen door Allah via de veldtochten van de profeet Mohammed - is om jouw vijand in zijn ziel te treffen. En de beste manier om de ziel van je vijand te raken, is door middel van terreur. Terreur, schrijft Malik, is 'het punt waarin het middel en het doel elkaar ontmoeten'. Terreur, voegt hij eraan toe, 'is niet het middel om de vijand tot iets te dwingen, maar is zelf hetgeen we willen opleggen.'
Zij die verantwoordelijk zijn voor de slachting in Parijs, net als de man die de Nederlandse filmmaker Theo van Gogh vermoordde, willen terreur aan ons opleggen. En elke keer als we concessies doen aan hun visie van gerechtvaardigd godienstig geweld, geven we ze precies wat ze willen.
In de islam is het een zware zonde om de profeet Mohammed af te beelden of op welke manier ook te beledigen. Moslims zijn vrij om dit te geloven, maar waarom zou zo'n verbod op niet-gelovigen moeten worden afgedwongen? In de Verenigde Staten hebben de mormonen nooit geprobeerd om de doodstraf op te leggen aan hen die Het boek van de Mormoon, een satirische Broadway-opvoering, hebben geschreven en geproduceerd. De islam, met zijn geschiedenis van 1.400 jaar en zijn 1,6 miljard aanhangers, moet in staat zijn weerstand te bieden aan een paar cartoons in een Frans satirisch weekblad. Maar dodelijke antwoorden op cartoons met afbeeldingen van Mohammed zijn in het tijdperk van de jihad helemaal niets nieuws.
Bovendien kunnen niet alle zonden als gelijkwaardig worden beschouwd, wat de Koran er ook over mag zeggen. Het Westen moet er op aandringen dat moslims, met name de moslims in de diaspora, deze vraag beantwoorden: wat is meer beledigend jegens een gelovige - moord, marteling, slavernij en daden van oorlog en terreur die in de naam van Mohammed worden begaan of het maken van tekeningen, films en boeken die tot doel hebben de extremisten en hun visie op wat Mohammed vertegenwoordigt te bespotten?
Het antwoord aan de inmiddels overleden generaal Malik is dat onze westerse ziel bestaat uit ons geloof in vrijheid van geweten en vrijheid van meningsuiting. De vrijheid om te zeggen wat ons zorgen baart, de vrijheid om te aanbidden wie we willen, of juist helemaal niet te aanbidden. Die vrijheden vormen de ziel van onze beschaving. En precies in die ziel hebben de islamisten ons aangevallen. Opnieuw.
De manier waarop we op die aanval reageren, is van groot belang. Als we het standpunt innemen dat we te maken hebben met een handjevol moordzuchtig gespuis zonder enig verband met datgene wat ze zelf luid en duidelijk claimen, dan geven we hen geen antwoord. We moeten erkennen dat de islamisten van nu gedreven worden door een politieke ideologie, die ingebed is in de teksten die de basis van de islam vormen. We kunnen niet langer doen alsof het mogelijk is om een onderscheid te maken tussen daden en de idealen die tot die daden inspireren.
Dit zou een nieuwe koers zijn voor het Westen, dat te vaak op jihadistisch geweld antwoordt met tegemoetkoming. We komen de moslimleiders van regeringen tegemoet die bij ons lobbyen om onze pers, onze universiteiten, onze geschiedenisboeken en onze schoolcurricula te censureren. Ze doen een beroep op ons en wij voldoen daaraan. We stellen de leiders van moslimorganisaties in onze samenlevingen tevreden. Ze vragen ons geen verband te leggen tussen gewelddadigheden en de islam, omdat ze ons vertellen dat hun religie een religie van vrede is, en wij leggen geen verband.
En wat krijgen we daarvoor terug? Kalasjnikovs in het hart van Parijs. Hoe meer we tegemoet komen, hoe meer we ons zelfcensuur opleggen, hoe meer we ons verzoenend opstellen, des te brutaler wordt de vijand.
Er is maar een antwoord mogelijk op deze walgelijke jihadistische aanval op de staf van Charlie Hebdo. Dat is de verplichting van de westerse media en westerse leiders, religieus en leek, om de meest basale rechten op vrijheid van meningsuiting te beschermen, hetzij in satirische hetzij in andere vorm. Het Westen moet niet langer tegemoetkomen, moet niet tot stilte worden gedwongen. We moeten de terroristen een eensgezinde boodschap sturen: jullie geweld is niet in staat onze ziel te vernietigen.
Ayaan Hirsi Ali is schrijfster. Zij was lid van de Tweede Kamer voor de VVD.
© Global Viewpoint Network
undefined