ColumnElma Drayer
Was het maar zo dat de bloedlinke kost van de samenzweringsdenkers nauwelijks aftrek vindt
In tijden van crises, ik vertel niks nieuws, hebben samenzweringsdenkers de wind in de rug. Hoe ongewisser de toekomst, des te meer gehoor vinden lieden die de gebeurtenissen in het heden plaatsen in een bezield verband. Dikke pech, stom toeval of een splinternieuw virus bestaan in hun universum niet. Oppermachtige kongsi’s trekken immers achter de schermen aan alle touwtjes.
Vorige maand pleitte de Leidse socioloog Jaron Harambam, in een fraaie Volkskrant-special over complotdenkers, voor dialoog. ‘We zetten al deze mensen te gauw weg als gekkies’, meende hij, ‘maar wat zeggen zij nu eigenlijk, wat voor kennis dragen zij aan en wat kunnen wij van hen leren?’ Volgens hem moet je juist naar ze luisteren. ‘Radicalisering – of het nou extreem-rechts is, islamitisch of iets anders – begint er altijd mee dat mensen hun plek niet hebben kunnen vinden.’
Zelf ben ik vrees ik wat minder zonnig gestemd over nut en zin van zo’n gedachtenwisseling. Ik heb althans nog nimmer een gesprek tussen een believer en een andersdenkende meegemaakt dat ergens toe leidde. Integendeel. Binnen de kortste keren vlogen de verdachtmakingen over tafel. Verder zal het gerust dat mensen ‘altijd’ radicaliseren omdat ze ‘hun plek’ niet hebben kunnen vinden. Maar moet je alleen daarom de alternatieve feiten die ze rondstrooien serieus nemen? De grove verdachtmakingen? En erger?
Wat dat betreft was het deze week weer bal. Neem de YouTube-video waarin rapper Lange Frans woensdag samen met graancirkelspecialist Janet Ossebaard de wereldproblemen besprak. Bijna verlekkerd fantaseerden ze over ‘Nederlandse milities’ die in de bossen al trainen om ‘heel het Torentje plat te leggen’. Een paar dagen eerder mocht dansleraar Willem Engel van actiecomité Viruswaarheid leeglopen op het videokanaal van uitgeverij De Blauwe Tijger. ‘Er komt steeds meer een punt’, zei hij, ‘waarop we een volksopstand zien, waar iedereen met z’n rieken het Tweede Kamergebouw bestormt en we een herhaling van de gebroeders De Witt krijgen.’ Hij keek er niet bij alsof hij zo’n lynchpartij erg zou betreuren. (De man bestond het trouwens ook nog om woensdag tijdens een demonstratie, pardon een ‘stadswandeling’ in Rotterdam, het coronabeleid op één lijn te stellen met de Jodenvervolging.)
En was het maar zo dat dit soort bloedlinke kost nauwelijks aftrek vindt. Terwijl ik dit tik heeft het filmpje met de graancirkelspecialist ruim 125 duizend, dat met de dansleraar ruim 61 duizend views gescoord.
Nu weet ik jammer genoeg óók niet wat in een open samenleving als de onze de beste strategie is tegen het gif dat complotdenkers verspreiden. Maar een overheid die zelfverzekerd opereert, lijkt me het minste. Vandaar dat ik donderdagavond vol verwachting afstemde op de persconferentie van de premier.
Alleszins wist hij duidelijk te maken dat het virus nog steeds een bedreiging vormt en dat we ‘de regels’ in acht moeten blijven nemen. Op vragen van de pers over het afnemend vertrouwen in het coronabeleid reageerde hij evenwel rutteaans laconiek. ‘Ik ben geen dictator’, zei hij. ‘We zullen het moeten hebben van volwassen Nederlanders die in een volwassen democratie de feiten onder ogen zien.’
Welbeschouwd heeft de premier gelijk. Maar na deze bizarre week zou ik me, als ik hem was, nog niet rijk rekenen.
Verbetering: In een eerdere versie van deze column werd Janet Ossebaard aangeduid als Janet Ossebrand. Dat klopt niet en is verbeterd.