VerslaggeverscolumnAriejan Korteweg in Den Haag
Waarom worden Kamerleden vergoed voor onkosten die ze niet maken?
De baas van DPG Media, het bedrijf dat de Volkskrant uitgeeft, maakte een paar weken geleden bekend dat, omdat iedereen sinds de corona-uitbraak in beginsel vanuit huis werkt, werknemers geen vergoeding krijgen voor woon-werkverkeer. Echt gemaakte kosten worden nog wel vergoed. Je kunt stiekem hopen dat je baas belangrijker dingen aan z’n hoofd heeft, maar het is een begrijpelijke maatregel.
Hoe stil het al twee maanden is op het Binnenhof, dat is inmiddels in allerlei toonaarden beschreven. Kamerleden doen bijna alles vanuit huis. Ook commissievergaderingen, als ze al gehouden worden, gebeuren veelal digitaal – deze week komen maar drie commissies bij elkaar in het Kamergebouw. Werkbezoeken en afspraken buiten de deur zijn er amper.
Voetballers en tv-sterren worden geacht in te leveren, ondernemers zien af van hun bonus. Bij het Europarlement zijn de dagvergoedingen (323 euro) er nu alleen voor wie ook echt in Brussel is. Carles Puigdemont, de man van de Catalaanse onafhankelijkheid, tevens Europarlementariër, stelde al voor dat geld in een coronafonds te stoppen.
Kamerleden krijgen, naast hun ‘schadeloosstelling’ van 109 duizend euro per jaar, 4.900 euro voor binnenlandse reizen, 2.834 voor de uitoefening van hun functie en maximaal ongeveer 24 duizend euro aan verblijfkosten in Den Haag. Een deel van die onkosten wordt nu door de meesten – fractieleiders zijn vaak nog wel veel onderweg – niet gemaakt. Hoe staat het eigenlijk met hun bereidheid om wat in te leveren?
Die vraag zoemde al een tijdje door m’n hoofd toen in het coronadebat van 7 mei een Kamerlid met iets vergelijkbaars kwam, en niet per se de eerste van wie je dit zou verwachten. Het was de uit de fractie gezette VVD’er Wybren van Haga. Hij zei: ‘Voorzitter. Wij krijgen in mei gewoon ons salaris en ons vakantiegeld. Moeten wij ook niet wat bijdragen, bijvoorbeeld door een solidariteitstaks voor politici en voor het kabinet? Misschien dat we dan de pijn van de samenleving gaan voelen.’
Bij navraag blijkt dat dit voor Van Haga een pedagogische kwestie is. Hij vindt dat politici en ambtenaren aan den lijve moeten ervaren hoe het is als je je werknemers niet meer kunt betalen en je je bedrijf ten onder ziet gaan door de lockdown. De reacties waren in de wandelgangen volgens hem zeer negatief. ‘Kamerleden zeiden: waar ben je in godsnaam mee bezig. Ze vonden het makkelijk scoren. Ik spreek elke dag huilende ondernemers terwijl zij nu acht weken in winterslaap zijn gegaan en braaf vanuit huis zitten te twitteren met #ikblijfthuis.’ Zelf denkt hij aan het inleveren van vakantiegeld, maar stopzetten van onkostenvergoedingen vindt hij ook een goed idee.
Er was in het debat geen partij die zich verwaardigde op het voorstel te reageren. Toch is er in de Tweede Kamer vorige week wel degelijk over gesproken, zo wordt na wat rondbellen duidelijk. Het presidium, het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer, had het onderwerp op de agenda staan. Ze zijn er niet uitgekomen.
Voorstanders van stopzetten van vergoedingen zijn wel te vinden. ‘Het lijkt ons prima om in deze periode die uitkering aan te passen’, zegt Gert-Jan Segers van de ChristenUnie: ‘Dat kun je zien als een gebaar naar de samenleving.’ Ook Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren zou zo’n initiatief van harte steunen.
Voor Lilian Marijnissen van de SP ligt het nog eenvoudiger. ‘Kamerleden verdienen al meer dan genoeg. Wij vinden dat die vergoedingen sowieso geschrapt kunnen worden. Nu inleveren lijkt ons een mooi begin.’
Andere medestanders vond ik niet. Jesse Klaver stuurde dinsdag nog vijf ideeën voor een solidaire samenleving, maar bleef het antwoord schuldig op de vraag naar het afzien van een vergoeding voor niet gemaakte kosten. Ook van PvdA en D66 kwam geen reactie.
CDA en VVD reageerden eensluidend: Kamerleden komen heus nog weleens naar het Binnenhof, ze hebben soms een ov-jaarkaart die je niet zomaar kunt stopzetten of een pied-à-terre in Den Haag waarvan de huur doorloopt; het is allemaal erg ingewikkeld, want voor iedereen verschillend.
Bovendien, werd er gezegd: waar maak je je druk om want vanaf volgende week gaat de Tweede Kamer weer vaker vergaderen, dan is dit achterhaald.
Wat niet wegneemt dat het een vreemde toestand blijft: terwijl zzp’ers, flexwerkers en middenstanders kreunen onder de lockdown, en Kamerleden de mond vol hebben over solidariteit, incasseren ze vergoedingen voor kosten die niet gemaakt worden. Daar moet iets op te verzinnen zijn. De anderhalvemetersamenleving vraagt om creativiteit, zegt de regering. Als mijn baas het kan, dan de politiek toch zeker ook.