OpinieVal Berlijnse Muur
Waarom is de euforie over de Val van de Muur vervlogen?
Op 9 november 1989 verwachtte niemand dat autoritaire leiders en extreemrechtse bewegingen in het vroegere Oostblok nu zo populair zouden zijn.
Het zou natuurlijk een enorme feestdag moeten zijn, het vieren van de 30ste verjaardag van de val van de Berlijnse Muur, aanstaande zaterdag, maar in de vele artikelen, interviews, reportages en commentaren erover in de Europese pers stijgt eerder een unheimisch gevoel op.
Dat komt door de onvrede in de voormalige Oostbloklanden, de voorkeur van de meerderheid in landen als Polen en Hongarije voor autocratische leiders en de relatief grote aanhang in het vroegere Oost-Duitsland (de DDR) voor extreemrechtse partijen als de Alternative für Deutschland. De hooggespannen verwachtingen van vrijheid en welvaart zoals die in West-Europa, lijken vervlogen in die dertig jaar.
De keuze van citaten uit commentaren uit Europese kranten van de site Eurotopics geeft een goede indruk van het onbehagen. In de landen van het vroegere ‘Vrije Westen’ kijken de inwoners verbaasd en teleurgesteld naar het geslonken animo voor hun politieke systeem en vrije markteconomie in de vroegere communistische dictaturen, maar in het oosten zelf is die verbazing een stuk minder.
Op de Tsjechische site Denik N schrijft de politicoloog Jiri Pehe dat hoewel weinigen in het voormalige Oostblok terugverlangen naar de communistische staat, de meeste inwoners ook weinig waarde hechten aan de westerse liberale normen en waarden en de meerpartijendemocratie. Daarop wijzen alle peilingen die zijn gedaan. ‘De huidige problemen in de Tsjechische democratie worden veroorzaakt door dezelfde mensen die onder het vorige regime de zwijgende meerderheid vormden.’ Eigenlijk hebben ze nooit veel waarde gehecht aan de parlementaire democratie, denkt Pehe, en bij de eerste de beste tegenslagen vielen ze terug in hun gedrag uit de communistische tijd en riepen ze om een sterke overheid.
In Kroatië (dat in de nasleep van de Val van de Muur pas na de Joegoslavische burgeroorlogen een vrij land werd) is een vreemd systeem ontstaan met nog veel communistische trekken, schrijft Zvonimir Despot in de Kroatische krant Vecernji List. ‘Je hoort vaak de vraag: wanneer zal in Kroatië eindelijk de Berlijnse Muur vallen?’ De hang naar een autoritaire politieke partij die de lakens uitdeelt, is nog altijd groot. De Kroatische burgers houden niet van ondernemen en risico’s lopen, constateert hij: ‘Ze willen een baantje bij de overheid en dan rustig naar hun pensioen toeleven. Dertig jaar later is Kroatië de slechtste producent in de EU. Wanneer zal dit eens veranderen?’
Het idee dat de voorkeur voor autoritaire regimes en de ‘illiberale democratie’ die de Hongaarse premier Orbán propageert, een erfenis is van de communistische dictaturen kom je ook buiten Oost-Europa tegen. Zo wijt de Zweedse krant Dagens Nyheter het populistische nationalisme in het oosten aan de communistische regimes van weleer. Communistische partijen hadden de mond vol van ‘internationale solidariteit’ maar waren in de praktijk sterk nationalistisch. ‘Rituelen en instellingen die door de Nazi’s besmet waren geraakt in West-Duitsland, leefden voort in de DDR, gecamoufleerd met de rode vlag den slogans van ‘antifascisme’: parades, een leiderscultus , een jeugdorganisatie met uniformen en een alom tegenwoordige geheime politie.’
Zo lijkt de val van de Muur en daarna van de communistische regimes uitgelopen op een echec. Voor een tegenwicht voor deze sombere beeldvorming moet je zijn bij de Franse kranten. De revolutie van 1989 is helemaal niet mislukt, schrijft commentator Sylvie Kauffmann in Le Monde. Er wordt een ‘karikatuur’ gemaakt van het leven in Oost-Europese landen aan de hand van de ‘kwade geesten’ Orbán in Hongarije en Kaszynski in Polen. ‘Wie zijn wij om te oordelen? Wij hebben het model aangeleverd. Lange tijd bleek het waardevol. Maar al voor de opkomst van Orbán kwamen de zwakke kanten naar boven door de vernietigende crisis van 2008.’ Dat neoliberale model is tekort geschoten en ‘heeft ook Donald Trump, Boris Johnson en Matteo Salvini aan de macht gebracht’.
Ook Le Figaro wil in een hoofdcommentaar van Philippe Gélie niet horen van een echec: ‘We moeten niet vergeten wat het betekent: een triomf van de vrijheid op de onderdrukking.’ West-Europa heeft een verwrongen beeld van de naties in het oosten: ‘Die landen voor wie wij zo genereus de deuren van de EU hebben geopend’, gedragen zich nu tegenover ons ‘alsof Brussel een nieuw Moskou is’. Maar die landen hebben echt redenen om te klagen dat de verzoening nog lang niet is voltooid, meent Le Figaro. De teleurstelling is aan het Westen zelf te wijten, aan de ‘ideologische arrogantie’, ‘het naïeve geloof in de superioriteit van het liberale model’.
Uiteindelijk is het ook niet de goede vraag of de Val van de Muur op een mislukking is uitgedraaid. Verwachtingen komen nooit uit. We kunnen ons beter afvragen hoe we iets van dat ongebreidelde enthousiasme van 9 november 1989 nieuw leven kunnen inblazen als remedie voor de kwalen van deze tijd.