ColumnHarriet Duurvoort
Waarom ik Joris Luyendijk, Sander Schimmelpenninck en Rutger Bregman dankbaar ben
Sarcasme viel de bevoorrechte witte mannen ten deel, dat uitgerekend zij de vermogens- en kansenongelijkheid aankaartten in media en boeken. Maar ik ben Joris Luyendijk, Sander Schimmelpenninck en eerder ook Rutger Bregman eigenlijk zeer erkentelijk. Want het loopt de spuigaten uit en eindelijk luistert er iemand.
Sommigen klaagden dat Luyendijk zich met zijn vinkjes ‘bezondigde’ aan identiteitspolitiek. Van woke moet je wegblijven, dat cancelt jan en alleman. De strijd tussen de haves en de havenots, daar moet het over gaan.
Vergeet Oprah of Beyoncé
Maar welke rol spelen zaken als institutioneel racisme en seksisme? Bestaat er zoiets als een ‘ras- en genderkloof’? Wie enig zicht wil hebben in hoe vinkjes en kloven zich demografisch tot elkaar kunnen verhouden, moet naar de Verenigde Staten kijken, waar het allemaal minutieus wordt bijgehouden. Ik beperk me hier even tot zwarte vrouwen.
Vergeet Kamala Harris, Oprah of Beyoncé; Zwarte Amerikaanse vrouwen hebben anno 2022 90 procent minder vermogen dan witte Amerikaanse mannen. Verdienden zwarte vrouwen in 1980 5 procent minder dan witte vrouwen, nu is dat vergroot tot 15 procent. En ondanks het fenomeen ‘National Black Womens Equal Pay Day’ moeten zwarte vrouwen voor hetzelfde werk zeven maanden langer werken dan witte mannen om hetzelfde te verdienen.
Academische opleiding
Dat laagopgeleide zwarte alleenstaande moeders een negatief eigen vermogen hebben, verrast niet. Maar ook het vinkje waarvan je zou hopen dat het het effect van het gebrek aan andere vinkjes aanmerkelijk zou verzachten, een academische opleiding, helpt weinig. Hoewel Afro- Amerikaanse vrouwen al ruim tien jaar de grootste groep academisch afgestudeerden zijn, bouwen ook hoogopgeleide zwarte vrouwen fors minder vermogen op.
Deels omdat ze niet trouwen, terwijl het huwelijk voor mannen en vrouwen een grote vermogensvergroter is. 80 procent van de hoogopgeleide witte vrouwen trouwt en hoogopgeleid wit trouwt met elkaar. 60 procent van de hoogopgeleide zwarte vrouwen blijft single, 40 procent trouwt, maar overwegend met lager opgeleide zwarte mannen. Er zijn veel minder hoogopgeleide zwarte mannen, en als huwelijkspartner zijn die ook favoriet bij andere etnische groepen. Zwarte vrouwen staan traditioneel onder druk om geen niet-zwarte partner te nemen, als ze er al een kunnen vinden.
Nettoresultaat: een Amerikaanse getrouwde hoogopgeleide witte vrouw van 60-plus heeft aan het einde van haar loopbaan een vermogen van gemiddeld bijna 8 ton. Een Amerikaanse alleenstaande hoogopgeleide witte vrouw heeft een vermogen van bijna
4 ton, ietsje minder dan de hoogopgeleide zwarte getrouwde vrouw van die leeftijd. Een Amerikaanse hoogopgeleide single zwarte vrouw van 60-plus heeft een vermogen van gemiddeld 11.000 dollar.
Factoren-kluwen
Een kluwen aan factoren draagt hieraan bij. Onder meer het ontbreken van een erfenis, minder huizenbezit of huizenbezit in slechte buurten, het nauwelijks toegang krijgen tot financiering voor een eigen bedrijf, een hogere studieschuld, een slechtere gezondheid en slechte toegang tot zorg, alleenstaand moederschap en de verplichting bij een iets hoger inkomen je arme familie te onderhouden.
Ook buiten de extreem-linkse, woke kringen erkent men dat dit een probleem is. Investeringsbank Goldman Sachs, een instituut beschreven als het ‘hart van het Amerikaanse kapitalisme’, investeert 10 miljard dollar in het ‘One million Black Women Project’, dat onder meer wordt geleid door oud-minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice. Identiteitspolitiek? Of doing the math?
Vinkjesvoordeel
Uiteraard wil dit alles niet zeggen dat er geen witte Amerikanen in extreme armoede leven. Het zijn er bijna 20 miljoen, en ook hun leven is een hel. Grote heroïne-verslavingsproblematiek, torenhoge zelfmoordcijfers onder witte mannen, criminaliteit. Hillary Clinton smaalde iets over ‘deplorables’ en bezorgde Trump het presidentschap. In deze groep komt ook veel racisme voor. Want je trapt naar ‘beneden’. Maar dat men woedend wordt bij de suggestie dat zij bevoorrecht zijn op grond van kleur, is ergens begrijpelijk. Van vinkjesvoordeel blijft weinig over als je nauwelijks kunt eten.
Waar iedereen natuurlijk baat bij heeft, is een leefbaar bestaansminimum. Lang voor Bregman pleitte Martin Luther King al in 1967 voor een basisinkomen. Na de afschaffing van de Amerikaanse apartheidswetten bleef er de armoede, die grote delen van de zwarte gemeenschap, maar ook miljoenen witte Amerikanen, ‘van hun waardigheid ontdeed’.
Ik droom van een samenleving met een leefbaar bestaansminimum, het verbieden en repareren van discriminatie en het vergroten van kansen van groepen die worden achtergesteld. Noem mij intersectioneel woke, ik voel mij gewoon een fatsoenlijke, ouderwetse sociaal-democraat.
Harriet Duurvoort is publicist.