Waarom de KNVB videoarbitrage toch wél ziet zitten

Gijs de Jong (44) directeur betaald voetbal KNVB, veranderde radicaal van mening over videoarbitrage.

Laura de Jong
Gijs de Jong, directeur betaald voetbal bij de KNVB. Beeld Ivo van der Bent
Gijs de Jong, directeur betaald voetbal bij de KNVB.Beeld Ivo van der Bent

De oude opvatting

'Als supporter had ik vaak kritiek op de scheids. Zoals zovelen maakte ik de grap: de scheids is iemand die thuis niets te vertellen heeft en daarom gaat hij maar op het veld de baas spelen. Maar hoe vaak komen cruciale fouten nou voor, van de scheidsrechter? Wat maakt het uit op een heel seizoen? Ik zag weinig toegevoegde waarde in videoarbitrage. En daarbij had ik een kritische houding ten opzichte van nieuwe technologie. Een mobiel vond ik begin 2000 onzin. Ik dacht: ik hoef niet de hele dag bereikbaar te zijn. Ik kon me er geen voorstelling van maken hoe videoarbitrage zou moeten werken.'

Het kantelpunt

'Voor mij veranderde het toen ik in 2003 bij de KNVB ging werken, waardoor ik meer inzicht kreeg in het werk van de scheidsrechter. Ik kreeg oog voor de complexiteit van het vak. Scheidsrechters moeten een geweldige conditie hebben, leiding geven aan een team van assistenten en in een split second kunnen beslissen of er sprake is van een overtreding of niet, en dat allemaal met een menselijk oog.

'In 2010 kantelde mijn beeld verder, toen ik manager competitiezaken werd; de arbitrage viel onder mijn verantwoordelijkheid. Toen dacht ik: als je verantwoordelijk bent voor deze mensen, kun je niet toestaan dat week in week uit de toorn van het publiek en de media over ze neerdaalt terwijl ze het maximale doen wat je van ze kunt verwachten vanuit puur menselijk vermogen en waarnemen. Als je meer van ze vraagt, moet je ze helpen.'

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Videoscheidsrechters aan het werk tijdens een halve finale van de KNVB-beker. Beeld anp
Videoscheidsrechters aan het werk tijdens een halve finale van de KNVB-beker.Beeld anp

De nieuwe opvatting

'Camera's zullen altijd het menselijk oog verslaan, zeker vanwege de mogelijkheid om terug te kijken. Daarnaast geldt: Je kunt de competitie eerlijker maken met videoarbitrage. Je voorkomt dat door scheidsrechterlijke dwalingen wedstrijden anders uitpakken. Het is zo eenvoudig een herhaling terug te kijken. Het is waanzinnig om de beschikbare beelden niet te gebruiken. Ik kan dat niet aan mijn kinderen uitleggen.

'Ik heb me in ontelbare bochten moeten wringen om bij onze algemene vergadering 500 duizend euro los te krijgen om videoarbitrage te ontwikkelen. In het seizoen 2013-'14 zijn we als KNVB achter de schermen gaan testen. Binnen de bond kreeg ik medewerking en stond men open voor vernieuwing. Internationaal gold dat niet. We kregen in de UEFA en de FIFA te maken met weerstand, want videoarbitrage zou de charme van het voetbal aantasten.

'Ik ben vanaf 2014 internationaal gaan lobbyen bij de IFAB, de internationale spelregelcommissie, die uiteindelijk bepaalt of videoarbitrage er komt of niet. Als KNVB mogen we dat niet beslissen.

'Pas in 2016 had de IFAB door dat het testen met videoarbitrage niet langer kon worden tegenhouden. Nederland is het eerste land dat nu op het hoogste niveau, tijdens de bekerwedstrijden van dit jaar, videoarbitrage heeft ingezet. Vorige week heeft FIFA-baas Infantino gezegd dat het ook op het WK in Rusland gebruikt zal worden. Bij de KNVB zeg ik nu gekscherend: we staan moeilijk met Oranje qua kwalificatie maar er zal toch een vleugje oranje aanwezig zijn.

'In het voorjaar van 2018 moet de IFAB een definitief besluit nemen. Ik verwacht dat videoarbitrage dan officieel wordt ingevoerd.'

Het effect

Het voetbal is met videoarbitrage aantrekkelijker. De kans dat spelers zich schuldig maken aan schwalbes en overtredingen is kleiner omdat ze weten dat alles te herhalen is. Het maakt het spel dus sneller, beter en eerlijker.

'Het heeft Nederland zonder meer goed gedaan dat de KNVB het initiatief heeft genomen in de internationale lobby. Je merkt wel dat andere landen het nu soms genoeg vinden, Nederland mag ook weer niet te veel credits krijgen.

'In het begin werd in de communicatie van de FIFA en IFAB vermeld dat de KNVB een voortrekkersrol heeft gespeeld, maar dat wordt er langzamerhand uit geschreven. Als je goede testen met videoarbitrage wilt doen, moet je eigenlijk met Nederlandse scheidsrechters werken, omdat die geoefend zijn. Dat gebeurt niet. Het ligt blijkbaar politiek te gevoelig binnen de UEFA en FIFA.

'Er zijn nog steeds mensen die vinden dat Nederland de videoarbitrage doorgedrukt heeft. We zijn een klein land en zullen nooit de grootse en de sterkste zijn. Maar ook al vonden de hoge pieten van de voetbalwereld videoarbitrage maar niets, wij zijn er als er als bond mooi tegenin gegaan. Dat maakt me trots.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden