Feiten voor bij de borrel
Uiteindelijk zullen de meeste Nederlanders het coronavaccin wel nemen
De animo voor een coronaprik daalt, maar verschillende onderzoeken suggereren dat Nederland toch een hoge vaccinatiegraad zal halen.
Nu een goed werkend vaccin eindelijk in aantocht is, heerst er twijfel of genoeg mensen bereid zijn zich te laten vaccineren. In de zomer wilde 73 procent van de Nederlanders nog een prik, nu is dat zo’n 60 procent. Is er straks wel genoeg animo om het virus de kop in te drukken? Hoe kijken inwoners van andere landen naar het vaccin en wat kunnen we leren uit het vaccinatiegedrag vóór de pandemie?
Nederland is niet het enige land waar twijfel bestaat over het nieuwe vaccin. In april, toen het coronavaccin nog een verre stip aan de horizon was, is er in meer Europese landen onderzocht wie zich zou willen laten inenten. Onderzoekers van onder andere de Erasmus Universiteit vonden grote verschillen tussen landen. Duitsers en Fransen waren het minst positief, Britten en Denen het meest. De Nederlandse cijfers zaten zo’n beetje in het midden. Opvallend zijn de verschillen binnen Italië. Inwoners van de door covid-19 zwaar getroffen noordelijke regio Lombardije gaven beduidend vaker aan een vaccin te willen.
Het overgrote deel van de Nederlanders volgt het vaccinatieschema voor hun kinderen. De 90 procent vaccinatiegraad die de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) als belangrijke richtlijn hanteert, wordt al jaren gehaald. Alleen het aangeraden percentage voor het mazelenvaccin, 95 procent, haalt Nederland niet. In landen als Zweden en Duitsland lukt dat wel. In Hongarije wordt zelfs 100 procent van de kinderen ingeënt tegen de mazelen; daar is het verplicht. Vorig jaar steeg het vaccinatiecijfer in Nederland weer iets, na jaren van lichte daling. De kleine groep vaste vaccinweigeraars bestaat in Nederland vooral uit religieuze groepen met principiële bezwaren en aanhangers van alternatieve geneeskunde. Vooral in de Biblebelt is de vaccinatiegraad laag.
Nederlanders zijn solidair
Nederlanders en Zweden weten verreweg het meeste over vaccins, blijkt uit onderzoek van de EU onder Europese burgers. Van alle EU-landen gaven zij de meeste juiste antwoorden op stellingen als ‘vaccins worden uitvoerig getest’ en ‘vaccins verzwakken het immuunsysteem’. Inwoners van Cyprus en Bulgarije weten volgens het onderzoek juist het minst over dit onderwerp. Nederlanders zijn van alle EU-burgers het solidairst met hun medeburgers als het op vaccins aankomt. 85 procent vindt dat vaccins ook belangrijk zijn om anderen te beschermen.
Maar dat was allemaal vóór de pandemie. De cijfers over het coronavaccin laten een veel lagere vaccinatiebereidheid zien. Hoeveel mensen zich moeten laten vaccineren om het virus een halt toe te roepen, is niet exact bekend, maar de schattingen lopen uiteen van 70 tot 90 procent. Dit is onder andere afhankelijk van de effectiviteit van het vaccin en van hoeveel mensen al besmet zijn geweest. Als vier op de tien Nederlanders geen inenting willen, zou dat kunnen betekenen dat die percentages niet gehaald worden, al komen we wel een eind in de richting.
Van uitstel hoeft geen afstel te komen. Niet iedereen wil vooraan staan in de prikrij, maar op termijn willen veel Nederlanders het vaccin wel een kans geven. Dat blijkt onder meer uit een onderzoek van de TU Delft. Van de ondervraagden zegt 14 procent onder geen enkele voorwaarde ingeënt te willen worden tegen het coronavirus. Veel mensen zijn niet tegen een vaccin, maar willen eerst meer weten over de effectiviteit en bijwerkingen of het enige maanden aankijken. Dat afwachten gaat sowieso wel lukken, het duurt nog wel even voordat er voor iedereen een vaccin is. Als we kijken naar het gedrag van Nederlanders vóór de coronacrisis, is de kans groot dat uiteindelijk een ruime meerderheid zich laat inenten. Na enige aarzeling en met een kritische blik, dat wel.