Turkije moet inzetten op mensenrechten
Na de verkiezingen is de cruciale vraag of Turkije zich ontwikkelt als een vrije of een autoritaire samenleving.
De Turkse verkiezingen zullen geen grote veranderingen in het Turkse politieke landschap teweegbrengen. Toch moet Turkije een andere koers gaan varen die zowel binnenlands als in relatie tot de buurlanden meer op liberale waarden is gestoeld.
Premier Erdogan kreeg van Guy Verhofstadt, de leider van de Liberalen in het Europees Parlement, complimenten voor het geven van ‘het enige juiste Europese antwoord’ op het geweld in Egypte en Tunesië, omdat hij zich onmiddellijk achter de roep van de mensen om meer vrijheid schaarde. De Turkse reacties op het geweld in Libië en Syrië waren echter tegenovergesteld, en ook de vrijheden van mensen in Turkije zelf staan steeds meer onder druk.
Twijfel
Turkije wordt vaak gepresenteerd als voorbeeld voor landen in de Arabische regio, niet in de laatste plaats door zichzelf. Het land heeft lange tijd een beleid van ‘nul problemen met buurlanden’ nagestreefd in zijn buitenlandse politiek. De verbeterde banden met Syrië zijn daarvan een goed voorbeeld. Maar de Arabische lente legt nu ook een aantal grote problemen in de Turkse regio bloot en vraagt om een duidelijker visie en beleidsrichting.
Er is steeds vaker twijfel over de werkelijke ambities van Turkije, denk aan de bekoelde relaties met Israël en de VS, de ontvangst van de Soedanese president Omar Al Bashir of het ‘nee’ in de VN Veiligheidsraad over sancties tegen Iran. Toch is de cruciale vraag niet zozeer of Turkije zich richting het Oosten of het Westen beweegt, maar of het zich als vrije of autoritaire samenleving ontwikkelt.
Progressieve en liberale politici hebben de toetreding van Turkije tot de EU altijd verdedigd. Alleen hebben recente grootschalige inbreuken op fundamentele rechten in Turkije zijn bondgenoten in Europa in een moeilijke positie gebracht. De arrestatie van tientallen journalisten en het verbieden van een ongepubliceerd kritisch boek, maar ook stevige beperkingen van de internetvrijheid baren grote zorgen.
Vrijheid
De EU dringt er bij de Turkse regering op aan fundamentele vrijheden te beschermen. Premier Erdogan reageert op die kritiek met een ‘kijk eerst eens naar jezelf voor je anderen bekritiseert’. Dat doet het wellicht goed bij zijn achterban, maar is ongepast en onjuist tegenover de Europese pleitbezorgers van Turkse toetreding. Ook in Europa zelf zijn persvrijheid en fundamentele rechten constant onderwerp van debat.
In feite zijn dergelijke uitspraken dus een pleidooi voor grotere afstand tussen Turkije en de EU. Als Turkije lid wordt van de EU moet het zich aan dezelfde Europese wetgeving houden en wordt daar ook op toegezien. Maar voor het zover is moet Turkije net als ieder ander land dat bij de EU wil horen voldoen aan de ‘Kopenhagencriteria’ die harde eisen stellen aan de bescherming van democratische en fundamentele waarden en de rechtsstaat.
Tegenwoordig zijn de grootste pleitbezorgers van toetreding tot de EU ook de meest uitgesproken critici van de Turkse regering. Dat is niet tegenstrijdig. Zij die de toetreding van Turkije verdedigen vinden namelijk dat die in de eerste plaats de vrijheden, rechten en kansen van de Turken ten goede zal komen. Daarom steunt D66 ondanks kritische noten de toetreding van Turkije.
Betrokken
Na de verkiezingsstrijd moeten Turkse politieke leiders zich wel duidelijk betrokken gaan tonen bij de bescherming van fundamentele rechten en vrijheden van burgers. Alleen dan kan het tij van het groeiende autoritarisme worden gekeerd en kan het toetredingsproces worden gereanimeerd. De aanhoudende opstanden in het Midden-Oosten moeten een wake-up call zijn voor Turkije: repressie wordt uiteindelijk met een hoge prijs betaald.
Turkije heeft behoefte aan een eigen democratische beweging die door een breed gesteunde overheid moet worden ingezet. Dat vraagt ook om een Turks buitenlands beleid dat meer dan nu is gestoeld op fundamentele rechten en vrijheden. Als Turkije ervoor kiest die grondrechten centraal te stellen in zijn binnen- en buitenlandse politiek heeft het een echte kans de regionale kracht te worden die het graag wil zijn, samen met Europa en hopelijk vanuit de Europese Unie.