Tot last
Het enthousiasme waarmee het zelfgekozen levenseinde wordt gepropageerd stoort me
Op het eerste gezicht lijkt de ethiek van de dierenarts te worden toegepast op mensen. Maar dat is niet waar. De dierenarts baseert zich op algemeen gangbare opvattingen over een hond-, kat- of caviawaardig leven. Het pleidooi voor hulp bij zelfdoding is juist gebaseerd op de subjectieve, hoogstpersoonlijke wens van de oudere. Als geëmancipeerd individu mag hij toch zelf weten wanneer hij ‘klaar is met leven’, ook al zien anderen wellicht nog kansen op verbetering van zijn lichamelijke of geestelijke toestand?
Toch stoort mij het enthousiasme waarmee het zelfgekozen levenseinde wordt gepropageerd. Het idee is verre van probleemloos. Er zijn natuurlijk mensen voor wie het leven alle glans heeft verloren, zonder reëel uitzicht op betere tijden. Maar er zijn ook ouderen die depressief zijn en daarvan herstellen. Behalve als de dokter van Uit Vrije Wil eerst is langs geweest.
In zijn recent verschenen bundel Thinking of Answers waarschuwt de Britse filosoof A.C. Grayling voor hetzelfde gevaar. Er zijn sterke argumenten voor hulp bij zelfdoding van ouderen, aldus Grayling. Maar hulp kan evolueren tot aanmoediging en tenslotte tot een morele eis aan bejaarden die anderen ‘tot last zijn’.