Opinie
Tolerantie leidt juist niet tot terrorisme
Charlie Hebdo portretteert in het redactioneel van 30 maart de westerse bevolking als slachtoffer van de eigen solidariteit. Wij westerlingen zouden te bang zijn om commentaar te leveren op moslims, op vrouwen die hoofddoeken dragen en bakkers die alleen nog halalbroodjes verkopen. Wij voelen ons schuldig om hun gebruiken te veroordelen, terwijl eigenlijk 'zij' de schuldigen zijn, is de eindconclusie.
Ook Herman Brusselmans schrijft in zijn column van 29 maart in Humo dat 'wij van links' altijd maar de schuld op ons hebben genomen, dat we moslims hebben vertroeteld, hun eten hebben gegeten - terwijl 'de kans groot is dat we iedere keer drie dagen aan een stuk de schijterij hebben' - dat we de moslims verdedigd hebben, we vonden dat ze gediscrimineerd werden, enzovoorts. Maar, zo besluit hij, 'wij van links zijn bezig om ons eigen graf te graven'.
Het wordt tijd dat we de echte schuldigen aanwijzen, is de gemene deler van deze stukken. Het andere inzicht dat uit deze columns naar voren komt, is een opvatting waar wel vaker fier mee wordt gewapperd, namelijk de overtuiging dat tolerantie gevaarlijk is.
Maar wat betekent dat nu eigenlijk? Voor welk gevaar wordt hier gewaarschuwd? Na mijn pleidooi voor optimisme over onze samenleving in Opinie & Debat van 4 april werd ook ik door twitteraars en columnisten 'gevaarlijk' genoemd.
Volgens Charlie Hebdo komt onze solidariteit en tolerantie voort uit angst. Uit angst om voor islamofoob of racist uitgemaakt te worden. Deze uit angst geboren tolerantie schept de leefomgeving waarin terrorisme opkomt, zo waarschuwt Charlie Hebdo. Als wij accepteren dat de bakker op de hoek alleen nog halalbroodjes verkoopt, creëren we stilzwijgend een sfeer waarin terrorisme zal floreren, geloven de redacteuren.
Als ik ergens bang voor ben, is het voor mensen die denken dat solidariteit en nieuwsgierigheid een voedingsbodem vormen voor terrorisme. Als iets mij kortzichtig lijkt, is het de gedachte dat we de wereld buiten de deur kunnen houden en dat alles goed zal komen als we ons maar niet met mensen van buiten Europees gebied inlaten.
De laatste decennia zijn angst en wantrouwen tussen mensen van verschillende religieuze achtergrond enkel toegenomen. Als Europa daarentegen ergens goed in is geweest, is het wel in het omarmen van verschil, in het opnemen van immigranten en het doen samenleven van mensen met uiteenlopende achtergrond. Dit gaat niet altijd perfect. En het is geen gemakkelijke opdracht, maar het slagen van deze veelkleurige samenleving is het enige realistische en humanitaire perspectief dat we onszelf in het vooruitzicht kunnen stellen.
Solidariteit is niet gevaarlijk, wantrouwen en extremisme zijn gevaarlijk. En daarmee bedoel ik alle vormen van extremisme, ook de westerse. Het idee dat er een zuivere vorm van beschaving mogelijk is door uitsluiting van externe invloeden, dát is gevaarlijk.