COLUMNArthur van Amerongen

Toen de trein knersend het station van Beja verliet, wist ik dat het afscheid voor eeuwig was

null Beeld
Arthur van Amerongen

Er zijn steden waarvan ik zeker weet dat ik er nooit meer kom. Caïro staat stijf bovenaan de ellenlange waslijst van door mij verdoemde oorden als Bagdad, Kunduz, Gaza, Lusaka, Detroit en diverse Nederlandse jammerpoelen die ik niet ga noemen omdat ik daar hopelijk ooit nog eens mag signeren in de plaatselijke boekhandel.

Ik heb even lopen dubben over Beja maar toen de trein knersend het treinstation (dat in de schaduw van een reusachtige, monsterlijke graansilo staat) verliet, wist ik dat het afscheid voor eeuwig was. Tenzij ik reïncarneer als porco preto ibérico. Prima karma wat mij betreft want het zwarte zwijn wordt aanbeden door de bewoners van de Alentejo, de desolate vlakte tussen Taag en Algarve.

Met de auto duurt de rit van Villa Vischlucht naar Beja anderhalf uur, via het spoor kostte de reis mij een complete ochtend.

In de trein had ik vergezeld door een kater des doods sombermans Fernando Pessoa zitten lezen en alle levenslust was uit mijn lijf gevloeid toen ik eindelijk arriveerde.

Het kan geen toeval zijn dat vorig jaar een symposium van de Portugese Vereniging voor Suïcidologie in Beja plaatsvond want in deze regio komen drie keer zoveel zelfmoorden voor als in de rest van Portugal. Het betreft vooral mannen van mijn leeftijd. Over magere Hein gesproken: vlak bij Beja ligt een op sterven na dode luchthaven. In Spanje noemen ze zo’n totaal geflopte aeropuerto een aeromuerto.

Beja Airport werd in 2011 met veel bombarie geopend maar het hypermoderne internationale vliegveld ontpopte zich als een luchtkasteel van megalomane politici. Dat soort bobo’s moeten ze aan de schandpaal op de Praça da República in het spookachtige stadje knevelen.

Bij nadere inspectie bleek de ruim achthonderd jaar oude totempaal een allegaartje van versiersels en symbolen te zijn die niks met het origineel te maken hebben. Tot overmaat van ramp knalde er een paar jaar geleden een stomdronken Portugees met zijn auto op de pelourinho en moest de ongelukkige paal (kaak in fraai Nederlands) voor de zoveelste keer naar de werkplaats.

Alhoewel ik Beja zoals beloofd in dit leven niet meer zal bezoeken, vond ik de treurigheid en het schitterende verval ontroerend. Het was alsof ik door een verbleekte en verkreukelde ansichtkaart wandelde.

Voor kleffe stelletjes die van hun laatste kinderloze vakantie willen genieten, is het doodstille stadje dat in de Romeinse tijd heel romantisch Pax Julia heette, een absolute must. Maar niet voor een zestiger met een kater en een daaruit voortvloeiende doodswens.

null Beeld Gabriël Kousbroek
Beeld Gabriël Kousbroek

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden