Opiniewederopbouw Haïti

Tien jaar na de aardbeving komt Haïti in opstand tegen ‘de duisternis’

Bijna tien jaar na de zware aardbeving tonen Haïtianen terecht hun woede over het uitblijven van echte vooruitgang, betoogt Marcel Catsburg.

Marcel Catsburg
Haïtianen tonen hun woede over het uitblijven van echte vooruitgang en verandering, nu bijna tien jaar na de aardbeving. Beeld AFP
Haïtianen tonen hun woede over het uitblijven van echte vooruitgang en verandering, nu bijna tien jaar na de aardbeving.Beeld AFP

De onlusten en massale demonstraties die het openbare leven op Haïti al sinds de zomer van 2018 ontregelen – en de laatste weken in heftigheid zijn toegenomen – zijn een uiting van wat Haïtianen bat tenèb noemen: vechten tegen de duisternis. Haïtianen tonen hun woede over het uitblijven van echte vooruitgang en verandering, nu bijna tien jaar na de aardbeving.

Op 12 januari 2010 werd Haïti zwaar getroffen door een aardbeving. Het natuurgeweld had rampzalige gevolgen. Twee- tot driehonderdduizend mensen vonden een plotselinge dood. Anderhalf miljoen mensen werden dakloos. Ook de materiële schade was onvoorstelbaar. De internationale compassie voor en solidariteit met Haïti waren groot. En de ambitie was enorm: ‘We gaan Haïti beter terug bouwen.’

Opstand van de onderdrukten

Maar leidde het noodhulpinfuus en de steun voor wederopbouw tot een beter Haïti? Wie de huidige situatie beziet, vraagt het zich af. Geteisterd en getergd door stijgende kosten voor ­levensonderhoud, brandstofschaarste, corruptie, bendegeweld en politiek en economisch wanbeleid, bepalen duizenden demonstrerende burgers het straatbeeld op Haïti. De roep om het aftreden van president Jovenel Moïse klinkt steeds luider. Het is de ‘opstand van de onderdrukten tegen hun ontmenselijking’, aldus activiste Colette Lespinasse.

De directe aanleiding voor de huidige crisis was een combinatie van een absurde en al snel teruggedraaide verhoging van de brandstofprijs en het openbaar worden van een omvangrijk corruptieschandaal. De werkelijke oorzaken van de onrust liggen echter dieper. Enerzijds gaat het om de aanwezigheid van een roofzuchtige overheid die zich door autoritair bestuur en met inzet van geweld en corruptie tegenover de bevolking plaatst. En die ook faalt in zijn functioneren richting de burgers. Anderzijds is Haïti tot op de dag van vandaag, ook in de wijze waarop vorm is gegeven aan de wederopbouw, een speelbal van buitenlandse grootmachten en internationale organisaties, die vooral hun eigen economische belang dienen.

De Amerikaans Haïtiaanse ­politicoloog Robert Fatton spreekt over ‘respectloze humanitaire hulpverlening’ en Haïti als de ‘geruïneerde woestenij van het wereldwijde kapitalistische systeem’.

Tien jaar na de aardbeving lijkt het erop dat de wederopbouw veel weg heeft gehad van een cosmetische operatie waarbij de onderliggende oorzaken van Haïti’s problemen noch door de overheid en noch door de internationale gemeenschap zijn aangepakt. Daarom gaan de Haïtianen en masse de straat op om bat tenèb: te vechten tegen de duisternis. Wellicht biedt de huidige opstand van de onderdrukten een nieuwe kans, want arme mensen op Haïti zijn het probleem niet.

Marcel Catsburg is docent en ­auteur van Grond zonder Rust – Breuklijnen in Haïtiaanse bodem.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden