ColumnAleid Truijens

‘Thuis op je kont zitten’, het is de taal van de machteloze opvoeder

null Beeld
Aleid Truijens

‘Als de GGD zegt: ‘Ga met je kont op de bank zitten’, dan ga je met je kont op de bank zitten. Dan ga je niet denken dat je het beter weet dan de GGD.’ Wat is dat toch, met de taal van onze getergde bewindslieden? Eerst Mark Rutte die voetbalsupporters ‘Bek houden!’ toebeet en nu Hugo de Jonge die de burger afsnauwt.

Het is de taal van de machteloze opvoeder die voelt dat zijn gezag afbrokkelt, tegen kinderen die zelf nadenken over wat hun wordt verordonneerd. Het is een weinig effectieve opvoedmethode. En in het geval van volwassen Nederlanders is het ook neerbuigend om ze als ongehoorzame kinderen te benaderen. Ook de metaforen die de ministers bezigen, over de hamer en de dans, zijn machteloze retoriek. Ze verbeelden precies wat de afgelopen weken niet is gebeurd: eerst lokaal ferme klappen uitdelen en dan elegante oplossingen voor sectoren en leeftijdsgroepen bedenken.

De Jonge zei dit nadat het RIVM bekend had gemaakt dat de helft van de mensen die contact hadden gehad met een besmet persoon, niet thuisblijft, en ook van de besmette mensen nog ruim 17 procent. Dat is zeer zorgelijk. Maar ik wil wel weten waarom mensen met een melding van de GGD thuisblijven. Zijn ze zzp’er en verliezen ze anders hun werk? Zijn ze alleenstaande ouder en moeten ze kinderen naar school brengen?

En dan was de coronamelder tijdens die meting nog niet eens actief. Wat moet je doen als je geen klachten hebt, maar wel een melding op de app? Tien dagen thuis op je kont zitten dus, en pas bij klachten je laten testen. Vervelend, die onzekerheid, maar het is te doen – als je thuis werkt. Maar wat betekent dit voor mensen die fysiek met veel anderen verkeren, in de zorg, het onderwijs, het ov, de dienstverlening? Ik kan me voorstellen dat zij, bij het huidige aantal besmettingen, continu meldingen krijgen. Die mensen stel je voor een akelig dilemma: collega’s, werkgevers, patiënten of leerlingen problemen bezorgen of mogelijk het virus doorgeven.

Meestal is het loos alarm, gelukkig. Intussen zitten schoolklassen wel tien dagen zonder leraar, de bus zonder chauffeur, het verpleeghuis zonder verzorgende. Dat kan in korte tijd tot grote maatschappelijke ontwrichting leiden. Daar heb ik de boze De Jonge niet over gehoord. Ik snap dat de coronamelder een handig hulpmiddel kan zijn. Maar je kunt hem alleen massaal inzetten als je tegelijk met de melding een sneltest aanbiedt.

Waar blijven de hoognodige sneltests in het onderwijs? Leraren hebben voorrang in de teststraat maar de wachttijd loopt op. De angst groeit, vooral in het voortgezet onderwijs. Het is niet veilig om met dertig pubers in een slecht geventileerd lokaal te zitten. Hoe kunnen leraren zichzelf beschermen? Daar zei De Jonge helemaal niets over tijdens de laatste persconferentie. Dat zwijgen is schofferen van een hele beroepsgroep, die je graag aan het werk houdt omdat anders de ouders niet kunnen werken.

Terecht vraagt de kleinste vakbond, LIA, om harde maatregelen. Je kunt leraren beter beschermen, zoals kinderarts-epidemioloog Patricia Bruijning al maanden adviseert: goed werkende mondkapjes verplichten, meer afstand tussen tafeltjes en leerlingen in vaste duo’s laten werken, niet de leraar maar de leerlingen van lokalen laten wisselen, leraren een transparant masker aanbieden, of een spatscherm. En als het moet: de helft van de klas beurtelings thuis online de les laten volgen. Het is de overheid die dit moet afdwingen, anders gebeurt het niet.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden