Opinie
Syriëgangers hun nationaliteit ontnemen is wegduiken voor verantwoordelijkheid
Haal uitgereisde staatsburgers terug en berecht ze hier, want hun nationaliteit afpakken is niet effectief, betogen Laura van Waas en Christophe Paulussen.
Syriëgangers en hun families zijn de laatste tijd weer vaak in het nieuws gekomen: twee weken geleden reageerde de Nieuw-Zeelandse premier Jacinda Ardern fel toen bekend werd dat de Australische nationaliteit van een 26-jarige vrouw, die banden zou hebben met Islamitische Staat (IS), door Australië was ingetrokken.
Afgelopen week kwam er ook een nieuw hoofdstuk bij in de voortdurende saga over wat er met Shamima Begum zou moeten gebeuren toen de hoogste rechter in het Verenigd Koninkrijk (VK) bepaalde dat deze Syriëgangster niet terug mag keren vanuit Syrië naar het VK om de intrekking van haar Britse nationaliteit aan te vechten.
Hoewel deze beslissing niet uitsluit dat het juridische steekspel in de toekomst wordt voortgezet, lijkt het de Britse regering vooralsnog te zijn gelukt haar verantwoordelijkheid voor Begum te ontlopen vanwege nationale veiligheidsoverwegingen.
Ook Nederland trekt de nationale veiligheidskaart bij nationaliteitsontneming van Syriëgangers. Maar is deze maatregel wel effectief?
Het kabinet probeert dit beleid te rechtvaardigen door een beroep te doen op onze collectieve afkeer van de daden die aan een terreurorganisatie als IS worden toegeschreven. De verantwoordelijkheid wordt bij de uitreiziger gelegd: ‘zij hebben door zich aan te sluiten bij een terroristische organisatie blijk gegeven van een gewelddadig en ideologisch gedreven streven naar de verwezenlijking van hun idealen, waarbij zij zich afkeren van de normen en waarden van onze democratische rechtsstaat’. We kunnen, in dat geval, toch niet anders handelen dan ze definitief de deur te wijzen?
Het verbannen van een staatsburger uit de samenleving heeft misschien wel een krachtige symboliek, maar daarmee verdwijnt hij of zij niet van de aardbol. Een overheid die zich hard wil maken tegen straffeloosheid moet zich daarom niet laten verleiden tot deze maatregel.
En een land dat het belang onderkent van internationale samenwerking in de strijd tegen het terrorisme moet zich realiseren dat het afschepen van alle verantwoordelijkheid aan het land van de tweede nationaliteit niet de juiste weg is.
Bovendien heeft onderzoek uitgewezen dat nationaliteitsontneming discriminatie in de hand werkt – een van de factoren die juist kunnen bijdragen aan verdere radicalisering. Een typische ‘terrorist trap’ dus waar landen in hun (typische) emotionele reactie op terrorisme al te gemakkelijk in blijven trappen.
Australië, het Verenigd Koninkrijk en Nederland hebben genoeg mogelijkheden om mensen als Begum terug te halen en te berechten. Vanuit een internationaal juridisch, moreel en veiligheidsperspectief is dit de enige juiste oplossing.
Laura van Waas is Co-Director van het Institute on Statelessness and Inclusion en Universitair Docent bij het Departement Public Law & Governance van Tilburg Law School; Christophe Paulussen is Senior Onderzoeker bij het T.M.C. Asser Instituut en tevens verbonden aan het International Centre for Counter-Terrorism – The Hague.