EssayStrafrecht
Strafbare feiten worden in Nederland steeds strenger bestraft – dat is onwenselijk en onmenselijk
Het strafrecht wordt almaar meedogenlozer, schrijft jurist Jurriën Hamer. Maar de aanpak van criminaliteit moet fundamenteel anders: humaner en minder gericht op vergelding.
De afgelopen jaren is ons strafrecht steeds strenger geworden: de voorwaardelijke straf is bij zware misdrijven afgeschaft en tal van straffen – bijvoorbeeld die op wapenbezit, het aanzetten tot haat en het hinderen van hulpverleners – zijn fors verhoogd. De zwaarste straf, levenslang, wordt ook steeds vaker opgelegd. En dan is er nog het nieuwste wapenfeit: in juni stemde de Tweede Kamer in met het verhogen van de maximale straf voor doodslag van 15 naar 25 jaar. Het huidige maximum zou slecht aansluiten bij de maximale tijdelijke straf voor moord, die al eerder van 20 naar 30 jaar was verhoogd.
Eenmaal in de gevangenis is het klimaat al even hard. In gelekte memo’s stellen penitentiair medewerkers dat er eigenlijk alleen aandacht is voor het opsluiten van mensen en dat ingezetenen nauwelijks worden voorbereid op hun terugkeer in de samenleving. Opsluiting lijkt met name ontworpen te zijn om schurken te laten lijden.
Boetedoening
Dit alles verrast wellicht niet, en misschien leest u het zelfs met instemming. Het is toch juist de bedoeling dat criminelen lijden? Dat slechteriken moeten boeten voor hun fouten, is een van onze diepst gevoelde morele intuïties. Delinquenten doen hun medemensen nu eenmaal de ergste dingen aan, zoals moord, doodslag, kindermishandeling, inbraak, oplichting en afpersing. Als je denkt aan de moorden op de misdaadjournalist Peter R. de Vries, de advocaat Derk Wiersum en het slechts 9 jaar oud geworden jongetje Gino, gaat je bloed vanzelf koken.
Toch moet de aanpak van criminaliteit fundamenteel anders: humaner en minder gericht op vergelding. Dat is geen populaire boodschap. Liever luisteren we naar politici die beloven geen genade te hebben met het afschuwelijke geboefte. Liever vallen we over elkaar heen om bikkelharde straffen te eisen als we horen over de laatste schokkende wandaad, die breed wordt uitgemeten in de media.
Aandacht vragen voor boeven voelt in 2022 absurd, naïef en van iedere realiteitszin gespeend. Aandacht hoort uit te gaan naar slachtoffers, niet naar daders. Wie die regel overtreedt, heeft de gevestigde orde tegen zich. Het zij zo. Vooruit met de geit.
Veiligheid
Er zijn eigenlijk maar twee argumenten voor harde straffen: ze zouden de samenleving veiliger maken en ze zouden rechtvaardiger zijn.
Het eerste argument kun je gelijk doorstrepen. Het effect van strengere straffen is door wetenschappers overal ter wereld onderzocht, en simpelweg nooit bewezen. De doorsneecrimineel let niet op de strafmaat als hij een delict pleegt. Stel je maar een schurk voor die iemand mishandelt of verkracht. Hij is niet zorgvuldig aan het afwegen welk letsel precies wordt toegebracht, en hoe de hoogte van de straf zou kunnen uitvallen. Integendeel: hij heeft juist moeite om de consequenties van zijn handelingen rustig te doordenken. Een hoger strafmaximum schrikt dus niet snel af.
Het is evenmin bewezen dat het langdurig opsluiten van schurken de samenleving veiliger maakt. Jazeker, een opgesloten delinquent kan burgers op straat niet meer aanvliegen, maar ooit keert hij terug. Onze veiligheid hangt dus vooral samen met de recidive: gaat hij wederom de fout in?
Juist op dit punt lijken strenge straffen niet te helpen. Hoe langer je vastzit, hoe verder je komt af te staan van de maatschappij. De gemiddelde crimineel voelt zich verstoten en afgeschreven, en gelooft simpelweg niet meer dat er nog een plek voor hem is tussen al die deugdzame, hardwerkende mensen. En dan is de kans groot dat je in oud gedrag vervalt.
Nogmaals: dit is allemaal allang bekend. En toch beloven onze bewindslieden telkens weer dat hun nieuwste strafverzwaring het land veiliger gaat maken. Het is een beetje alsof een minister stug volhoudt dat een kolencentrale gaat bijdragen aan het aanpakken van klimaatverandering.
Rechtvaardigheid
Door naar het tweede argument: rechtvaardigheid. Zware straffen zijn zelden ergens goed voor, maar ze kunnen misschien toch terecht zijn. Je kunt straffen om een doel te bereiken, maar ook straffen omdat je vindt dat iemand het gewoon heeft verdiend. Als je buurman zich schuldig maakt aan huiselijk geweld, zou zijn walgelijke gedrag vergolden moeten worden, punt uit.
Vergelding is in Nederland populair. Bij de vele recente strafverzwaringen werd hier voortdurend het belang van benadrukt, en op Twitter en in de Tweede Kamer roept men steevast op geen medelijden te tonen met criminelen. Een rechtvaardig land geeft boeven hun verdiende loon.
Maar verdienen die boeven dat eigenlijk wel? Het leven van een crimineel is vrijwel altijd tragisch, op manieren die brave burgers zich nauwelijks kunnen voorstellen. Denk aan jongens die op hun 8ste of 9de op de hoek van de straat al drugs dealen, terwijl hun leeftijdsgenoten op het schoolplein vadertje en moedertje spelen. Denk aan kinderen die nooit een vader hebben gehad, maar slechts een verslaafde moeder.
Huiselijk geweld, seksueel misbruik, hechtingsproblemen – de levens van criminelen puilen uit van pijn. Die pijn wordt van generatie op generatie doorgegeven. Een kind dat in slechte omstandigheden opgroeit, laat later zijn eigen kinderen vaak ook weer in slechte omstandigheden opgroeien. Een kind krijgt klappen en deelt ze later aan zijn eigen kroost uit. We spreken niet voor niets van een crimineel milieu, dat zowel de samenleving verwondt als de mensen die erin leven.
Bovendien hebben delinquenten niet alleen last van een ellendige leefomgeving. Hun brein vertoont ook vaker defecten. Steeds meer onderzoeken zien verbanden tussen hersendisfunctie en crimineel gedrag. Zo legde een studie van de Radboud Universiteit een verband tussen psychopathie, slecht werkende hersenverbindingen en criminaliteit, en stelden onderzoekers van het Amerikaanse Mind Research Network dat criminelen met weinig activiteit in de voorhersenen twee keer zoveel kans maken om opnieuw strafbare feiten te plegen. Uit onderzoek van de Dienst Justitiële Inrichtingen blijkt bovendien dat de hersendisfunctie geregeld eerder is opgelopen, bijvoorbeeld door mishandeling. Deze hersenschade kan ervoor zorgen dat criminelen minder goed plannen, informatie verwerken en strategisch denken.
De hersenschade neemt in de gevangenis alleen maar verder toe. Er is steeds meer aandacht voor dergelijke ‘detentieschade’, waarbij onder meer de kwaliteit van de hersenen door het eentonige gevangenisregime vermindert en impulscontrole bijvoorbeeld nog moeilijker wordt. We laten beschadigde mensen dus jarenlang verpieteren in een doodsaaie cel, en verwachten dat ze zich daarna wel kunnen beheersen.
Let wel: hersenschade is zelden de enige oorzaak van crimineel gedrag, en evengoed zijn er ook mensen met minder goed functionerende hersenen die geen criminele feiten plegen. Criminaliteit is een complex fenomeen dat wordt beïnvloed door diverse oorzaken – bij de een doet misschien een drugsverslaving de emmer overlopen, terwijl het bij de ander ligt aan een geschiedenis van verwaarlozing. We kunnen meestal niet precies verklaren waarom iemand de grens van het toelaatbare overschrijdt.
Maar dat is geen reden om criminelen dan maar flink te laten boeten. Integendeel, er zijn altijd oorzaken voor hun gedrag, ook al kunnen we die niet altijd zien. En er zitten doorgaans trieste verhalen achter, ook al kennen we die verhalen niet precies.
‘Kiezen’ voor de criminaliteit
We praten tegenwoordig veel over oneerlijk verdeelde privileges. Verontwaardigd wijzen we op de kloof tussen kansrijke mensen die hun genen en opvoeding mee hebben, en kansarme lui bij wie het allemaal tegenzit. Maar we passen die logica zelden toe op de schurk. Hij kiest als het ware simpelweg voor zijn daad en kan om die reden afgeschreven worden. Het moge duidelijk zijn: dat is inconsequent. Juist criminelen hebben vaak bar weinig goede kansen gehad.
Dat inzicht zou gevolgen moeten hebben. Als de boef het leed dat hij veroorzaakt werkelijk zelf zou creëren, dan zou ik de respons van vergelding kunnen begrijpen. Maar criminelen zijn net zozeer het product van hun omstandigheden als ieder ander mens. Ze geven in veel gevallen pijn en ellende door die ze eerst zelf hebben ontvangen.
Dus verdienen ze het om te lijden? Als we kijken naar de beschikbare wetenschap, moeten we hier op zijn minst sterk aan twijfelen.
En dat beslist de zaak. Want als je wilt vergelden, als je andere mensen expres wilt laten lijden, dan heb je daar ijzersterke argumenten voor nodig. Dan moet de wetenschap je verhaal stutten, niet ondermijnen. Dan moet je oordeel boven iedere twijfel verheven zijn. Maar het omgekeerde is waar: hoe meer je leest over de voorgeschiedenis van een crimineel, hoe meer je aarzelt over de gepaste straf.
Natuurlijk moet er soms ingegrepen worden. Soms moeten we schurken wel opsluiten, om de samenleving te beschermen en te zorgen dat slachtoffers verder kunnen gaan met hun leven. Maar delinquenten verdienen het niet om te lijden. We zijn allen onschuldig in deze wereld geworpen, en waar de een werd voorbereid op een lucratieve baan bij McKinsey, werd de ander klaargestoomd voor een carrière in de onderwereld. Nu we zoveel meer weten over de levensloop en hersenen van de doorsneecrimineel, is het tijd om afscheid te nemen van vergelding.
Herstel als doel
Gelukkig zijn er genoeg kansen om ons strafrecht te hervormen. Gevangenissen hoeven geen broedplaatsen van ellende te zijn, maar kunnen ingezetenen daadwerkelijk kansen en perspectief bieden. Dat helpt niet alleen de gevangene, maar duwt ook de recidivecijfers naar beneden. Er is steeds meer ervaring met andere vormen van conflictbeslechting, die niet inzetten op vergelding maar juist op verzoening.
Het doel van het strafrecht moet herstel zijn – van de samenleving, van het leven van slachtoffers en nabestaanden, en als het kan ook van de dader, die leert om iets beters van zijn leven te maken. Want uiteindelijk moet niet alleen de pijn van slachtoffers worden erkend en recht gedaan, maar ook die van daders. Een oud-gevangenisdirecteur vertelde me dat juist die pijn rehabilitatie dikwijls in de weg zit. Hoe eigenaardig het voor een buitenstaander ook moge klinken: veel gevangenen zijn boos over wat hun is aangedaan, over de ellende die het leven over hen heeft uitgestrooid. Ze willen dat ook hun tragiek gezien wordt. Een samenleving die criminelen op het rechte pad wil brengen, zal daar oog voor moeten hebben.
Dat betekent natuurlijk niet dat we ophouden met straffen. Ik bepleit geen ontmanteling van het Openbaar Ministerie of een sanering van het politiekorps. Integendeel, in een rechtsorde moeten ernstige fouten consequenties hebben. Het zal helaas altijd nodig zijn om sommige mensen van de samenleving weg te houden, en pas vrij te laten als dat verantwoord is. Evengoed zal het noodzakelijk blijven om potentiële daders af te schrikken met straf. Maar het is tijd om op te houden met de schijnveiligheid van zware straffen.
Het strafrechtstelsel piept en kraakt
Alle bombastische taal over hard straffen bedekt een zorgwekkende waarheid: het Nederlandse strafrechtstelsel kraakt aan alle kanten. Vrijwel geen schakel in ons bestel werkt naar behoren. De politie kampt met enorme personeelstekorten en heeft te weinig rechercheurs in dienst, waardoor te weinig zaken worden opgelost. Bijna de helft van de zedenzaken wordt niet of te laat opgepakt. Stel je even voor welk effect die wanprestatie heeft op de recidivecijfers, en op het verwerkingsproces van slachtoffers die moeten accepteren dat van hun leed niet eens werk wordt gemaakt.
De rechterlijke macht heeft het al even moeilijk. In Gelderland is er zo’n nijpend tekort aan rechters dat het Openbaar Ministerie onlangs besloot om 1.500 zaken maar niet meer voor de politierechter te brengen. En in een toenemend aantal gevallen doet het OM lichtere zaken zelf af met een ‘strafbeschikking’, die zonder rechterlijke toetsing tot stand komt.
Onderzoek van de procureur-generaal van de Hoge Raad, en recenter van de Nationale Ombudsman, wijst uit dat dit de rechtsstaat uitholt: de bewijsvoering van strafbeschikkingen is niet altijd voldoende, en er wordt niet helder gecommuniceerd naar burgers. Het gebeurt zelfs dat mensen nauwelijks doorhebben dat ze een strafbeschikking aan hun broek hebben hangen, niet weten dat ze die bij de rechter hadden kunnen aanvechten, en verbaasd zijn als ze door de beschikking geen werk meer kunnen krijgen.
Vicieuze cirkel
Al deze disfunctie voedt gevoelens van onrust en onveiligheid, die cynisch genoeg worden uitgebuit door politici die wél pleiten voor harde straffen, maar de rechtsorde niet herstellen. Met andere woorden: we draaien rond in een vicieuze cirkel van vergelding.
Dus laten we die cirkel doorbreken. Laten we onze humaniteit verbinden met ons gezonde verstand, en welbewust besluiten tot een beter doordacht, ruimer gefinancierd strafrecht, dat mild is waar het kan en streng is waar het moet.
Dr. Martin Luther King zei ooit dat duisternis nooit kan worden uitgedreven door duisternis, maar slechts door licht. En dat je haat niet kunt wegnemen met meer haat, maar slechts met liefde. Zijn woorden klinken in ons tijdsgewricht absurd, naïef en van iedere realiteitszin gespeend.
Maar als je kijkt naar de feiten van ons strafrecht, had hij gewoon gelijk.
Jurriën Hamer is filosoof, jurist en auteur van Waarom schurken pech hebben en helden geluk – Een nieuwe filosofie van de vrije wil (De Bezige Bij, 2021).