ColumnFleur Jongepier

Soms mag je burgerlijk ongehoorzaam zijn en wildkamperen – om de stilte te horen

Fleur Jongepier artikel Beeld volkskrant
Fleur Jongepier artikelBeeld volkskrant
Fleur Jongepier

Alleen het suizen van mijn gasbrandertje hoor ik, verder alleen vogels en bosgeluiden. Geritsel, een afbrekende tak. De hond naast mij slaapt in het dikke mos. Ik schenk het kokende water over het zakje thee, de geur van kaneel en kruidnagel vermengt zich met de geur van herfst.

Ik zou mijn vriendin bellen over wat ik hier nou helemaal aan het doen ben met mijn trekkerstentje in het woud van Fontainebleau onder Parijs, ook al weet ik dat zelf ook niet echt. Ik zou iets zeggen over dat ik me wat verloren voel hier alleen, maar toch minder verloren dan toen ik nog thuis was in de stad. We zouden het misschien hebben over dat er verschillende manieren zijn van je verloren voelen en dat sommige daarvan beter zijn dan andere. Zij is ook filosoof, dan krijg je dat.

Maar het geanticipeerde geluid van mijn eigen stem, haaks op de stilte van het schemerende bos, weerhoudt me. Stemmen zijn geluiden die altijd maar woorden en concepten vormen die me weer aan het denken zullen zetten, zoals woorden doen. En het stille bos is een groot dier dat ik niet durf te storen.

Stilte is schaars. Er zijn haast altijd wel auto’s, treinen, studenten, draaiorgels en drones in de buurt, vooral in een klein land als Nederland. Het Dwingelderveld werd vorig jaar door de Nederlandse Stichting Geluidshinder, die kennelijk bestaat, uitgeroepen tot ‘stilste gebied van Nederland’. Je hoeft voor stilte dus niet per se te gaan wildkamperen in Fontainebleau.

Trouwens, wildkamperen is in Nederland, net als in Frankrijk, verboden. Maar op gepaste momenten in je leven mag je burgerlijk ongehoorzaam zijn, vind ik, zolang je je eigen troep opruimt. Ik vind dat je soms in je leven even geen auto’s mag horen en wakker mag worden van de plotselinge schreeuw van een havik, om weer terug in slaap te sukkelen. Dat vond ook Henry David Thoreau, die veel schreef over burgerlijke ongehoorzaamheid én over het belang van stilte (‘I wish to hear the silence of the night, for the silence is something positive and to be heard’). Zijn goedkeuring heb ik vast.

Lawaaivervuiling is een thema dat leeft. In 2018 kwam de Wereldgezondheidsorganisatie met ‘lawaairichtlijnen voor de Europese Unie’, waarin onder andere wordt aanbevolen dat verkeerslawaai overal onder de 53 decibel blijft (een wc die doorspoelt is zo’n 70 decibel). Lawaai is ongezond: het leidt tot frustratie, cognitieve en psychologische schade, slaaptekort, tinnitus en gehoorschade.

Lawaaivervuiling raakt vooral arme mensen, die noodgedwongen vaker in een buurt van snelwegen, luchthavens en industrie wonen. Lawaai is, ‘net als andere vormen van vervuiling, een klasse-thema’, aldus John Biguenet in een essay uit 2015 in The Atlantic. Kortgeleden verscheen opnieuw een essay in hetzelfde blad over de relatie tussen stilte en klasse, met een heel andere insteek. Stilte is, aldus Xochitl Gonzalez, ‘het geluid van gentrificatie’.

Gonzalez groeide op met herrie als symbool voor drukte, gezelligheid en het gevoel van thuis. Aangekomen op de universiteitscampus waren het de rijke, witte studenten die haar en andere studenten van kleur opvallend vaak tot stilte maanden. Zelfs een discman leidde tot schaamteopwekkend ge-‘ssst’. Stilte is een klasse-thema, juist ook omdat stilte claimen een instrument is van sociale controle – om je beter te wanen dan die drukke, luide Puerto Ricaan.

De oplettende lezer merkt op dat de schreeuwende havik van hierboven dichtbij mijn tent luider zal zijn dan verkeer in de stad. Maar het gaat niet alleen niet om letterlijke, huis-tuin-en-keukenstilte, zij het als bourgeois eliteproduct of als onderdeel van de wereldgezondheid, maar ook over de waarde van stilte als de tegenhanger van spraak, als niet-spreken.

Spreken, schreef Thoreau, ‘bestaat voor het gemak van slechthorenden; maar er zijn veel mooie dingen die we niet kunnen zeggen als we zouden moeten schreeuwen’. De haringen gaan ook de grond in vanwege het belang van stilte als even je mond houden, als inslikken wat je wilde zeggen, als even geen dialoog, geen vragen, geen weerwoord, als even geen opinie, standpunt of geschreeuw.

Fleur Jongepier is filosoof. Zij schrijft om de week een wisselcolumn met Erdal Balci.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden