Roma

In een hoek van de stad woont Vasile. Zijn kleine caravan, een Roller Deluxe, heeft een barst in het raam. Daarom was hij goedkoop, zegt Vasile. Over de barst heeft hij bruin tape geplakt, dat los begint te laten.

Toine Heijmans

De zomer was best aardig in de hoek van de stad, een industrieterrein. Maar nu komen de herfst en de winter. Dat baart Vasile zorgen, al hebben zijn ouders hem verzekerd dat er een kachel komt. De caravan van zijn ouders staat haaks op die van hem. Daartussen hebben ze een houten hek gemaakt, zodat de plek die ze bezetten op een erf lijkt.
Ze hebben een hond en een konijn. Ze hebben geen wc. Eens in de week gaat Vasile douchen bij zijn zus, die een appartement heeft in de stad. Vasile is nu 21. Zodra hij een werkvergunning krijgt, komt ook voor hem een appartement in zicht. Een baas heeft beloofd dat hij papieren regelt.
Als het allemaal mislukt, gaat Vasile terug naar Roemenië. Maar tot dusver is het leven hier beter dan daar. De Roma van Roemenië wonen in een put van armoede. Antiziganisme is er doodnormaal. Dus doen ze wat zigeuners doen: ze trekken naar een beter land, en zoeken daar een plek.
In de hoek van de stad wonen meer zigeuners. Ze hebben hun kamp tussen de fabrieken en het lawaai. Langs de weg staan eerst, schots en scheef, de luxe caravans van een Petalo-gezin. Hun was hangt aan lange lijnen. Hun kinderen zitten op de grond. Ze hebben mooie, donkere gezichten. De Petalo’s horen bij de clan van Koos ‘Koko’ Petalo, die veertien jaar geleden overleed maar nog steeds de belichaming is van het woord zigeuner, en alles wat ermee samenhangt.
Het kamp van de Petalo’s is omhuld met achterdocht. Als je maar niks opschrijft, zeggen ze. Daar houden we niet van. Ze zeggen ook: wij zijn Nederlanders, met de Roma die nu Frankrijk worden uitgezet hebben we niks. Wij zijn geen kippendieven. Een mens is een mens, en met slechte mensen hebben wij niks te maken. Als jij koffie bij ons wilt drinken, zeggen ze, dan kan dat gewoon.
Uit een van de caravans komen twee vrouwen. Ze vragen of ik ze met de auto naar een snackbar wil brengen. Ze stappen in en we halen sigaretten bij de snackbar, die ook in het niemandsland ligt. De vrouwen vertellen dat het lastig leven is, in een caravan op een industrieterrein. Ik vraag of ik koffie met ze mag drinken, maar dat mag niet. Een grote man zegt: nu is het genoeg hè. Weetjewel.
Vasile heeft nog nooit met de Petalo’s gesproken. Ze vinden elkaar een ander slag. Het is geen officieel zigeunerkamp, waar ze wonen. Ze zijn er gewoon gaan staan. Soms rijdt een politiewagen voorbij, zegt Vasile. Ze kijken, maar ze doen niks.
Ik bel de gemeente om te vragen hoe dat zit, met Vasile en met de Petalo’s. Drie dagen en drie persvoorlichters verder laat de gemeente het volgende weten. De grond waarop de Roma hun kamp hebben gemaakt, is geen gemeentegrond. Ze weten dat ze er zitten, maar kunnen er dus niets mee doen.
De vinexwijk waar ik woon, ligt in een andere hoek van de stad. Lappen bouwgrond liggen er braak, al jarenlang. Overwoekerd wachten ze op een projectontwikkelaar. Het is geen gemeentegrond, dus de gemeente kan er niets mee doen. Maar als Vasile er zijn caravan had neergezet – de gemeente had hem nog dezelfde dag verwijderd.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden