Publiceren ‘on demand’ is zo slecht nog niet
Hoewel ik mij in een deel van het stuk van Taede A. Smedes kon vinden, is zijn betoog niet het hele verhaal, geeft het hier en daar een onjuiste weergave van wat vooral incidenten lijken en is het nogal generaliserend suggestief tegenover schrijvers die tegenwoordig met behulp van de voortschrijdende technieken andere wegen proberen te bewandelen.
Ten eerste is het feit dat schrijvers zelf een deel van het risico dragen van alle tijden. Een mooi voorbeeld is de verhalenbundel Dubliners van James Joyce. Ten tweede is de Vlaamse auteur van Smedes in werkelijkheid de Nederlandse auteur Boudewijn van Houten die in Vlaanderen woont en al decennia lang tientallen boeken publiceert bij De Arbeiderspers, Peter Loeb en Manteau.
Verder is het zo dat uitgevers, vooral na de driedubbele crisis van 2008 (gestage daling leestijd, opkomst van e-book/internetverkopen en de bankencrisis), steeds commerciëler zijn gaan denken en tegenwoordig zo veel mogelijk risico mijden. Ontdekkingen van nieuwe schrijvers zijn niet echt meer aan de orde. Debuten zijn financieringsrisico’s en de uitgevers zijn van ‘liefhebbers van het boek’ (Van Oorschot) steeds meer managers geworden die gebruik maken van marketing-strategieën en datamining.
Worden romans gelezen door voornamelijk vrouwen? En is die verhouding 80-20 procent? Dan wordt die parameter toegepast op mannelijke debutanten en vrouwelijke onderwerpen van een roman. Verkopen BN’ers beter vanwege hun bekendheid? Dan wordt ook die factor meegenomen. Bart Chabot had nog nooit een roman geschreven, maar werd door verschillende uitgevers benaderd om dat te doen. Auteurs zijn merken geworden die naamsbekendheid moeten krijgen. Dat kost tijd en geld, dus vallen ook oudere debutanten buiten de boot.
Daarnaast worden debuten ook inhoudelijk op marketingtechnische gronden beoordeeld. Veel Nederlandse recensenten hebben een voorkeur voor het kleine, het introspectieve verhaal, bij voorkeur in wat doorgaans wordt bejubeld als ‘uitgebeend proza’, zoals Bert Wagendorp het onlangs uitdrukte.
Egoverhalen in korte zinnen, thema’s dicht bij huis, ziektes, lichte onderwerpen, jong-knap-sexy, enzovoort, doen het goed. Valt het onderwerp van het debuut niet in de categorieën die wijzen op statistisch succes uit het verleden, dan krijgt de debutant het moeilijk.
Daarbij komt dat uitgevers steeds meer vertaalde romans uitbrengen. Als een schrijver of boek zich in het buitenland bewezen heeft, of al veel voorpubliciteit heeft gehad, loop je weinig risico. Mai Spijkers, uitgever van de Nederlandse vertaling van Fire and Fury, mocht zijn uitgevers- prestatie in DWDD uitleggen. Waar-om had uitgerekend hij dit verkoopsucces in handen gekregen? Hoe deed hij dat? Wel, hij had vanaf zijn ranch in Zuid-Amerika telefonisch direct een brutaal bod gedaan en het werk daarna snel in delen door vijf vertalers laten vertalen. Tafelheer Özcan Akyol vroeg hem wat hij dan geboden had en na enige twijfel kwam het eruit: vijfentwintigduizend dollar. ‘Vijfentwintigduizend dollar? Maar dat is toch niks!’, voegde Akyol er terecht aan toe. Het boek werd inderdaad een succes, maar volgens Masha Gessen van The New Yorker is het een waardeloos boek, met slechte journalistieke onderbouwing en veel haastfouten.
In het licht van het bovenstaande zal het niemand verbazen dat ook bij de reguliere uitgevers van Smedes bagger voorkomt. Een aanwijzing hiervoor is trouwens dat de Nederlander de laatste jaren steeds minder vaak een boek helemaal uitleest (Stichting Marktonderzoek Boekenvak/GfK, 2016.1). Het zal ook niemand verbazen dat steeds meer debutanten alternatieve wegen zoeken. Ik heb geen behoefte het hier op te nemen voor uitgevers als Aspekt, maar wel voor de schrijvers die dit op deze manier uitproberen.
Het past ook helemaal in het kader van de nieuwe mogelijkheden. Wat dat betreft lijkt het betoog van Smedes een beetje op een verbitterd achterhoedegevecht. Op Bol.com mag iedereen voor recensent spelen. De tendens is dat de reguliere krant, de reguliere recensent en de reguliere uitgever op den duur verdwijnen. En dat komt hard aan voor de mensen in die branche. Toch krijg je in ruil daarvoor meer diversiteit en wordt het paternalisme en het vermeende monopolie van de grachtengordeluitgevers doorbroken. Bereid u voor, óók de democratisering van het boekenvak is begonnen. Laat de lezer (en ook de recensent) zélf uitmaken wat goed is.
Ook ik heb de laatste versie van mijn manuscript niet meer opgestuurd naar de uitgevers van Smedes, maar naar Aspekt. Het boek heet Zout en gaat over een aan coke verslaafde dj die vast komt te zitten in een ondergrondse zoutmijn.
Lees en oordeel zelf.
Paul ter Heyne is filosoof en econoom. Sinds 2008 is hij gevestigd als schrijver in Valencia.