VerslaggeverscolumnToine Heijmans
Privacy bestaat niet meer, en dat lieten we zelf gebeuren
Privacy is zo’n onderwerp… belangrijk hoor, maar nu even niet. Er zijn altijd redenen het belang ervan opzij te duwen: veiligheid, gemak, geld. Privacy bestaat niet meer, zegt Michiel Jonker, en dat lieten we zelf gebeuren.
Het is zijn zoveelste rechtszaak, hij voert ze eigenlijk alleen nog maar om te ‘documenteren’ hoe we afscheid nemen van de anonimiteit, met open ogen, zodat latere generaties duidelijk is waar we onszelf weggaven. Aan overheden, aan bedrijven, aan opsporingsdiensten, in ruil voor dingen die nu belangrijk lijken.
Raad van State, zittingszaal 1, hij verschijnt op een beeldscherm: man in een non-descripte keuken, slim en welbespraakt, geconcentreerd, voorbereid en aan het soepele jargon te horen juridisch onderlegd – wie hij precies is, waar hij werkt, of dit zijn keuken is blijft uiteraard geheim. Hij is zijn eigen raadsman.
Verder is de zaal gevuld met zwaar geschut: topadvocaten en senior juristen, volle loodgietertassen naast hun stoelen, vertegenwoordigers van de NS en van Connexxion en van de Autoriteit Persoonsgegevens. Er is ze veel aan gelegen te winnen vandaag, ook al doen ze er af en toe wat schamper over.
Michiel Jonker wil anoniem reizen, daar gaat het om: buskaartjes contant betalen, een nummerloze ov-chippas, niet-herleidbare voordeelabonnementen: niemand heeft iets met zijn reispatroon te maken. Hij wil dat de Autoriteit Persoonsgegevens handhaaft – die was toch opgericht om de privacy te bewaken, maar strijdt hier zij aan zij met commerciële bedrijven. Dat is een ongemakkelijke situatie.
Cash weren we uit de bus voor de veiligheid, zegt de advocaat van Connexxion. Zo’n voordeelabonnement kán niet anoniem, zegt de advocaat van de NS. De Autoriteit Persoonsgegevens deed ‘bureauonderzoek’, zeggen de juridisch adviseurs, en de privacyprotocollen zagen er prima uit, dus handhaven is niet nodig.
Het zit Michiel Jonker niet mee, hij grijpt steeds mis bij rechters en staatsraden, dat maakt hem somber. Wel won hij een zaak tegen de gemeente Arnhem, die afvalbakken van een pas voorzag en zo big data verzamelde. Arnhem bouwde een nieuw ‘anoniem’ systeem dat, ontdekte hij, toch kort de gegevens zichtbaar maakt. Vandaag dus opnieuw een zaak, maar nu verloren.
Na afloop vraag ik hem telefonisch (via een Fins nummer) naar zijn strijdlust. De kracht om overeind te blijven tegen een juridische overmacht neemt af, zegt hij, zeker nu ze hem steeds vaker voor ‘privacywap’ uitmaken. ‘Het is doorgaan, of opgeven’, en als dit voorbij is kiest hij voor het laatste.
In zijn computer zit een lijst met privacyproblemen die een juridische strijd waard zijn – de bioscoop waar je alleen nog digitaal kaartjes kunt kopen – maar het is onbegonnen werk. ‘We doen alsof het weinig voorstelt, maar alles samengenomen is het ontwrichtend. Niemand hoeft te weten naar welke films ik ga.’
Een man met de vinger in de dijk, ‘ja dat is een goede metafoor, behalve dan dat de dijken om me heen allang zijn doorgebroken’.
De camera’s in de openbare ruimte waar het vijftien jaar geleden nog over ging, evolueerden tot smart city-projecten waar sensoren geluid en gevoel opvangen. Winkelstraten met wifitrackers, gemeenten met algoritmesystemen. Banken vragen servicekosten voor het opnemen van contanten – geld dat niet te traceren is, verdwijnt.
Big data zijn een drug waarvan je niet kunt afkicken. Privacy bestaat niet meer, en het bewijs is het tv-programma Hunted, waarin getrainde politieagenten burgers najagen. Die maken geen kans. Eén keer treinen en je bent erbij, daarom hecht Michiel Jonker zo aan zijn anonimiteit: ‘Ik ben helemaal voor veiligheid, maar ik ben ook voor privacy, want dat is ook een vorm van veiligheid.’
‘Alweer een herhaling van zetten’, verzucht de advocaat van de NS, Gerrit-Jan Zwenne, geërgerd door Jonkers vasthoudendheid. Later zegt hij: ‘Dit steunt op de veronderstelling dat je recht hebt om anoniem door het leven te gaan.’ Interessant, want Zwenne is naast topadvocaat bij Pels Rijcken ook hoogleraar privacy in Leiden. Zelfs hij geeft zijn vak nu kennelijk op.
Maar dan verweert hij zich in woord en gebaar tegen de filmopnamen die van de zitting worden gemaakt door ‘burgerjournalist’ Rico Brouwer, die twee camera’s heeft opgesteld, in overleg en volgens de persrichtlijn van de Raad van State. Daar ging nog wat discussie aan vooraf, zegt Rico: advocaat noch cliënt wilde in beeld, en ze lieten hem dat duidelijk weten.
Waarschijnlijk ging het ze om hun privacy.
Verbetering: in een eerdere versie van deze column stond dat Gerrit-Jan Zwenne advocaat bij Stibbe is, dat klopt niet. Zwenne is advocaat bij Pels Rijcken.