CommentaarYvonne Hofs

Parlementaire democratie is niet gebaat bij gegrinnik over de worsteling van nieuwe partijen

Lachen om gerommel in nieuwe partijtjes is makkelijk. Maar gevestigde partijen kunnen beter eerst eens naar zichzelf kijken.

Yvonne Hofs
Caroline van der Plas (BBB), ook een nieuwkomer in de Tweede Kamer over wie makkelijk wordt gegniffeld. Beeld ANP
Caroline van der Plas (BBB), ook een nieuwkomer in de Tweede Kamer over wie makkelijk wordt gegniffeld.Beeld ANP

‘Daar gáán we weer’, verzuchten Binnenhof-volgers. De partij van Sylvana Simons is de zoveelste politieke start-up die ten prooi valt aan tweespalt en achterklap. Van Bij1 naar Uit1, de grap is snel gemaakt.

Dat bij parlementaire debutanten vroeg of laat de pleuris uitbreekt, is inmiddels opgelegd pandoer. Denk, 50Plus, FvD, PVV, LPF, PvdD: alle kwamen ze negatief in het nieuws door interne partijconflicten. Die worden niet zelden beslecht met parlementaire afsplitsingen.

De gevestigde orde op het Binnenhof lacht in haar vuistje als de nieuwe concurrenten rollebollend over straat gaan. Maar er zijn ook zorgen over de gevolgen: meer instabiliteit en versplintering in de Tweede Kamer. Het land moet tenslotte wel worden geregeerd.

Voor sommigen is dat reden om voor een hogere kiesdrempel te pleiten. Er resteren dan meer Kamerzetels voor de oude (subtekst: serieuze en professionele) partijen, die dan gemakkelijker een stabiele regering kunnen vormen.

Maar een hoge kiesdrempel heeft een prijs: verdere uitholling van de Nederlandse democratie. Burgers die het niet eens zijn met de gevestigde politiek en daarom een nieuwe partij willen steunen, zien hun mening dan niet meer vertegenwoordigd in het parlement.

In 2002 maakte journalist Gerard van Westerloo een treurigstemmende rondgang langs Nederlandse politicologen. Hij oogstte ach en wee over de falende partijdemocratie, waarbij op papier de kiezer, maar in werkelijkheid de partijleiding bepaalt wie er Kamerlid wordt.

Negentien jaar later en het is alleen maar erger geworden. De gevestigde partijen vormen een eenvormige kaste van overwegend universitair geschoolde, witte beroepsbestuurders, terwijl een groot deel van het Nederlandse volk dat niet is.

Een hoge kiesdrempel doet meer kwaad dan goed. Volksvertegenwoordigers als Sylvana Simons (Bij1) en Caroline van der Plas (BBB), die niet op de slippen van een partijleider de Kamer binnenkomen, moeten de kans krijgen hun partij rustig op te bouwen. Dat dit gepaard gaat met groeipijnen, is logisch.

In plaats van besmuikt te grinniken om de worsteling van nieuwe partijen, kunnen kabinet en Kamer beter aan de slag gaan met de verbeteringsvoorstellen van de Staatscommissie Parlementair Stelsel. Daar is de democratie meer bij gebaat.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden