Opinie
Opinie: We kunnen niet op boomer-bestuurders wachten om bedrijven klimaatbewust te maken
Haal mensen binnen die de vereiste duurzaamheidskennis al hebben, in plaats van zittende bestuursleden op boomer-tempo bij te scholen over het klimaat, betoogt Sophie Kuijpers.
Nu de kranten worden gedomineerd door tragisch klimaatnieuws, zou je de titel van 18 juli in het Financieele Dagblad bijna vergeten: ‘Bedrijfsleven verzet zich tegen ‘maatschappelijke zorgplicht’. De kop leidde toen al tot de nodige commotie, maar is na het zesde IPCC-rapport des te schrijnender. Er wordt in Nederland immers wel degelijk nagedacht over betere regelgeving rondom de maatschappelijke verantwoordelijkheid van grote bedrijven.
Helaas voor het milieu wees de Vereniging Effecten Uitgevende Ondernemingen (VEUO) de suggestie af voor een bepaling in de Corporate Governance Code die meer handen en voeten geeft aan het maatschappelijk rekenschap afleggen. Klimaatcrisis of niet, bestuurders van beursvennootschappen willen niet nog meer regels om de milieueffecten van hun handelen te rapporteren.
Het is wellicht ook een contradictio in terminis: de modernisering van gedragsregels voor een bij uitstek ‘boomer’ beroepsgroep.
Dure advocaten
Bestuurders zijn sinds de uitspraak tegen Shell banger dan ooit voor klimaataansprakelijkheid, iets waarvoor toch al jaren werd gewaarschuwd. In plaats van aanjagers te willen zijn, steken ze hun energie in weerstand: tégen betere gedragsregels, tégen het wetsvoorstel van 25 hoogleraren ondernemingsrecht om de maatschappelijke verantwoordelijkheid van ondernemingen te versterken. Ondertussen investeren bedrijven in dure advocaten om hen te beschermen tegen klimaatclaims.
Dat is interessant, omdat duurzaamheid wel degelijk op de agenda staat bij de gemiddelde (financiële) bestuurder. Maar liefst 96 procent van de Chief Financial Officers (CFO’s) van de 250 grootste Nederlandse bedrijven noemt duurzaamheid (ESG – Environmental, Social, Governance) een belangrijk aandachtspunt voor hun organisatie, bleek uit onderzoek dat in juni werd gepubliceerd.
Onkunde
Waarom dan toch al die weerstand? Het antwoord is wellicht heel simpel: onkunde. Bestuurders hebben moeite met het meetbaar maken van duurzaamheid. Die worsteling is niet zo verwonderlijk. Duurzaamheid en klimaat staan pas een aantal jaar op de voorgrond. De huidige generatie bestuurders moest zich in deze materie bijscholen. Echte kennis bij bestuurders was nog niet vereist: een consultant hier en een woordvoerder daar was lange tijd voldoende. Dat is een schril contrast met de huidige generatie die is grootgebracht met duurzaamheid on top of mind en in hun opleiding.
De huidige generatie bestuurders en commissarissen heeft openlijk toegegeven moeite te hebben met de rapportage omtrent langetermijnwaardecreatie, een eis uit de huidige Code. Dat een verdere stap bestuurders veel te snel gaat, verbaast dus niet. Onderzoek van de New York University uit 2018 wijst uit dat bij de honderd grootste Amerikaanse ondernemingen slechts 0,2 procent van de bestuurders klimaatdeskundigheid heeft, en 6 procent bredere ervaring met klimaat.
Boomer-tempo bijscholen
De tijd ontbreekt echter om erop te wachten dat bestuurders het zogeheten longtermism, laat staan het Environmental-stukje, onder de knie hebben. Suggesties zoals een ESG-kenniscentrum zijn treurig en de omgekeerde wereld. Haal mensen binnen die de vereiste kennis al hebben, in plaats van zittende bestuursleden op boomer-tempo bij te scholen over de grootste uitdaging van onze tijd.
Toch laat het getoonde VEUO-verzet zien dat duurzaamheidsexpertise als eis voor het behoorlijk uitvoeren van een bestuurstaak, nog een lange weg heeft te gaan. Gelukkig staat er een generatie bestuurders klaar die de benodigde kennis met de paplepel kreeg ingegoten. Tot die tijd is het wijs het momentum voor een maatschappelijke zorgplicht te omarmen.
Sophie Kuijpers (25 jaar) is jurist.