Opinie: Waarom het feminisme toch echt ook mannen nodig heeft
Omdat je over de methode van feminisme kunt twisten, is het zinvol ook te blijven spreken met mannen, betoogt Colin van Heezik.
Laat ik het maar toegeven: dat ik door de men's rights activisten gestuurd ben als een paard van Troje om feminisme van binnenuit uit te hollen. Een geniale zet, vonden wij in de man cave. 'Manvriendelijk feminisme', hoe kom je erop!
Ik moet u teleurstellen, zo was het niet. Ik had echt goede bedoelingen met mijn stuk. Volgens mij is er een heel nieuwe generatie mannen aan zet - zij zijn geen onderdrukkers, geen seksisten of chauvinistische varkens. Lijkt me logisch dat feminisme dan meeverandert, een andere toon aanslaat, méér dialoog zoekt. Verandering gaat sneller als mannen meedoen. Zo was er in Australië er een campagne om het taboe op huilen voor mannen te doorbreken. Als mannen gewoon mogen janken, hun emoties op een niet-machomanier kunnen ventileren, zullen ze minder snel vervallen in aberraties zoals seksueel geweld. En zolang mannen niet serieus genomen worden als ze parttime werken, zal het lastiger blijven de zorgtaken te verdelen. En zullen vrouwen minder snel kunnen doordringen tot de top.
Logisch dat we daar met elkaar over praten. Hoezeer de radicalen dit met me oneens bleken te zijn, heeft me eerlijk gezegd verbijsterd. Er waren positieve reacties, maar van feministische zijde vooral negatieve. Don't fuck-ing make this about you. Gewoon je muil houden en naar vrouwen luisteren. Asha ten Broeke schreef dat ik 'weinig zinvols' te melden had en dat mijn feminisme niets meer is dan de 'status quo met een feministisch sausje'. Sommigen schreven dat feminisme 'een frontale, nietsontziende aanval op de man' moet zijn (Hassan Bahara), onder verwijzing naar een satirisch pamflet vol mannenhaat dat uitmondde in een niet-satirische moordaanslag (op Andy Warhol).
Die militante visie op feminisme staat inderdaad haaks op de mijne - ik geloof dat er een middenveld is waarin gepraat kan worden: een open dialoog, niet alleen over feminisme, maar over alles wat het samenleven tussen mannen en vrouwen betreft. Daarbij moeten we elkaar als volwaardige gesprekspartners zien - als personen, niet als slavinnen of slavendrijvers van 'het patriarchale systeem'.
Eind jaren zestig richtten Hedy d'Ancona en Joke Smit Man Vrouw Maatschappij op. Zij zagen wel degelijk het nut van samenwerken met mannen. Niet vanzelfsprekend, want er was een hele club van felle, vaak lesbische feministen die van mannen niets wilde weten. Zij zagen de penis als een wapen van onderdrukking en stuurden een goedbedoelende man op geitenwollen sokken weg bij hun feministische boekhandel.
Nee, feminisme is niet per definitie manvriendelijk. 'Het feminisme', schreef Heleen Debruyne in januari in De Morgen, 'slaagt er nog steeds niet in mannen mee op de kar te krijgen. Integendeel: mannen voelen zich zo verdacht gemaakt, dat ze in het defensief kruipen.'
Hoe krijgen we nou méér mannen mee? dacht ik toen ik dat las. Want feminisme heeft mannen nodig. En ja, wijdbeens in de metro zitten is irritant. Mijn punt is dat een bepaald vocabulaire van hedendaags feminisme niet helpt om mannen mee te krijgen: mansplaining, manspreading en what's next, mansweating? 'Mannen zweten te veel in de publieke ruimte - kunnen ze daar eens mee ophouden ?'
Er zijn ook vrouwelijke feministen zoals Camille Paglia en Cathy Young die zich distantiëren van een doorgeslagen, manonvriendelijk feminisme. Paglia roept Amerikaanse feministen op te stoppen met hun 'anti-male rhetoric', Young heeft het over 'pseudofeminism - preoccupied with male misbehaviour, no matter how trivial'.
Het is geen wedstrijd tussen mannen en feminisme, maar een debat tussen liberale en radicale feministen. Die hebben in principe dezelfde doelen. Hoe we die het beste kunnen bereiken, dus de methode van feminisme, daarover kun je van mening verschillen. Daarom is het zinvol het gesprek met allerlei mensen te voeren - ook met mannen die hun muil niet houden.
Meer over deze feminisme-discussie
Wordt het niet eens tijd voor een manvriendelijk feminisme, vroeg Colin van Heezik zich op 24 juni dit jaar af. Want feministen hebben mannen écht nodig om wat te bereiken.
Asha ten Broeke: Feminisme gaat over het onbehagen van de vrouw, niet over het behagen van de man.
Hassan Bahara: Het feministische discours jaagt niet genoeg schrik aan
Omdat mannen zelf geen seksisme ervaren, kunnen ze beter luisteren naar wat vrouwen te zeggen hebben.