Opinie

Opinie: Voer de discussie over vrouwen in de top op basis van feiten

In het debat over genderdiversiteit in de top wordt vaak verwezen naar internationale studies die niet kloppen met de Nederlandse situatie. We kunnen beter kijken wat Nederlandse onderzoeken ons over dit onderwerp kunnen leren, betoogt expert Ans Merens.

Ans Merens
Vice-premier Sigrid Kaag en gelijkgestemden tijdens een D66-bijeenkomst in het kader van Internationale Vrouwendag.
 Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant
Vice-premier Sigrid Kaag en gelijkgestemden tijdens een D66-bijeenkomst in het kader van Internationale Vrouwendag.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

De laatste tijd wordt er veel gediscussieerd over vrouwen in de top van organisaties. Er gebeurt ook veel op dit terrein. Sinds vorig jaar heeft het kabinet een quotum ingesteld voor het aantal topvrouwen bij beursgenoteerde bedrijven. Andere grote bedrijven die niet onder de quotumregeling vallen, moeten elk jaar een diversiteitsplan en streefcijfers opstellen via het onlangs gelanceerde Diversiteitsportaal van de Sociaal-Economische Raad.

OVER DE AUTEUR

Ans Merens is onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau. Dit is een ingezonden bijdrage, die niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de Volkskrant reflecteert. Lees hier meer over ons beleid aangaande opiniestukken.

Wat opvalt aan de vele discussies en artikelen over vrouwen in de top is dat er steevast wordt verwezen naar uitkomsten van internationaal onderzoek. Deze inzichten zijn zeker nuttig, maar kloppen niet altijd voor de situatie in Nederland. Laten we daarom vooral kijken wat Nederlands onderzoek ons kan leren hierover. En de discussie over de Nederlandse situatie voeren aan de hand van die feiten.

Afhaken

Uit het proefschrift dat ik in september 2022 verdedigde blijkt dat Nederlandse vrouwen niet vaker afhaken, zoals in de discussies vaak als oorzaak wordt genoemd, maar dat ze minder vaak dan mannen doorstromen naar leidinggevende functies. Ruim twee keer zoveel mannen als vrouwen stromen in hun loopbaan ooit door van een niet-leidinggevende naar een leidinggevende functie. Voor doorstroom naar het hoogste leidinggevende niveau is die verhouding drie op één. De uitstroom van vrouwen uit top- en managementfuncties blijkt even groot te zijn als die van mannen.

Internationaal onderzoek laat zien dat topvrouwen relatief vaak afhaken, waardoor hun doorstroom naar de top teniet wordt gedaan. In Nederland blijkt problematische uitstroom niet het geval en kan dit dus niet als oorzaak van het geringe aandeel vrouwen in top- en managementfuncties worden beschouwd.

Wisselende uitkomsten

Ook de conclusie van ander buitenlands onderzoek dat diversiteit in de top tot meer winst van het bedrijf leidt, wijkt af van de situatie in ons land. Bijna twintig jaar geleden kwam de Amerikaanse onderzoeksorganisatie Catalyst met onderzoek (2005) waaruit bleek dat bedrijven met veel vrouwen aan de top meer winst en omzet hadden dan bedrijven met weinig vrouwen in de top.

Sindsdien is dit onderzoek in allerlei landen en op allerlei manieren herhaald. Uit de literatuurstudie die het Sociaal en Cultureel Planbureau in 2019 samen met het Centraal Planbureau deed, blijkt dat deze onderzoeken ook voor Nederland, wisselende uitkomsten laten zien: soms is er sprake van meer winst in bedrijven met veel vrouwen in de top, soms minder of evenveel winst.

Diezelfde literatuurstudie liet echter wel aanwijzingen zien dat de komst van meer vrouwen in de top leidt tot een betere kwaliteit van bestuur en besluitvorming. Dat komt vermoedelijk doordat meer diversiteit in de top tot andere gezichtspunten leidt en daarmee een betere onderbouwing van besluiten.

Het is begrijpelijk dat voorstanders van meer vrouwen in de top naar argumenten zoeken die wijzen op de waarde van diversiteit. Op basis van onderzoek lijkt kwaliteit van besluitvorming een beter argument voor diversiteit in de top dan winstgevendheid. Bovendien maak je je argument dan niet afhankelijk van de financiële situatie van bedrijven, die nogal kan fluctueren met de conjunctuur.

Ambities

Het is goed om met elkaar in gesprek te gaan en discussie te voeren over diversiteit in de top (en ook daarbuiten). Maar laten we het gesprek dan wel voeren op basis van feiten die voor de Nederlandse situatie gelden. Vrouwen blijken minder in de top te werken doordat ze minder vaak dan mannen doorstromen naar leidinggevende functies. Werkgevers en vrouwen: ga daarom regelmatig in gesprek met elkaar over (toekomstige) carrière-ambities en mogelijkheden hiervoor in de organisatie. Zonder goede communicatie zal er weinig veranderen aan het aantal vrouwen in de top.

Vrouwelijke bestuurders en duurzaamheid

Als we inzoomen op het bevorderen van meer vrouwen in topfuncties, is er nóg een reden te bedenken waarom diversiteit en inclusie een goed idee is: duurzaamheid. Vrouwelijke bestuursleden hebben meer oog voor het klimaat, zo blijkt uit onderzoek van universiteit Bocconi in Milaan. Vrouwen die nieuw in het bestuur komen zijn vaak jonger, komen met een ander perspectief van buiten en ze zijn vaker hoger opgeleid. Dit is interessante informatie voor investeerders die hun stemrecht gebruiken om het bestuur in hun duurzame portefeuilles diverser te krijgen.

Eén studie maakt nog geen zomer, maar het wijst op een goede tendens. Ik vraag mij alleen af of die topvrouwen duurzaamheid niet wat smal opvatten. Duurzaamheid is meer dan het klimaat, en naar mijn smaak zijn vrouwelijke bestuurders te stil over de sociale kant binnen duurzame bedrijfsvoering. Jammer, want dit wordt steeds belangrijker - van de eerlijke energietransitie in ons eigen land tot ketenverantwoordelijkheid die tot in verre landen reikt. Zo heb ik nog geen enkele topvrouw gehoord die zich uitspreekt voor de beoogde Wet verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen (Wvdio) om onder meer schending van mensenrechten in het buitenland tegen te gaan.

Ik weet het, de vrees voor concurrentieverlies is groot. Maar hoe houdbaar zijn lage lonen en onveilige werksituaties in buitenlandse fabrieken of plantages in het licht van glimmende zonnepanelen op het dak van het hoofdkantoor? Hoe gapend is de kloof tussen de aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag hier versus de aanpak in lagelonenlanden waar straffeloosheid de norm is? Hoe duurzaam zijn die elektrische wagens eigenlijk als de grondstof voor de accu ervan door kinderen uit mijnen is gehaald?

Dit zijn geen gemakkelijke vraagstukken, dat is duidelijk. Maar het zijn wel vraagstukken waar vernieuwende vrouwelijke bestuurders, die begaan zijn met duurzaamheid, zich snel over moeten buigen.

Irina van der Sluijs is lid van het Europees Burgerinitiatief voor een leefbaar loon in kledingketens.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden