OPINIE
Opinie: Onderwijs raakt verstrikt in de fuik naar een te smal einddoel
Hoe verder in de crisis, hoe droger de lessen: iedereen onder de muteknop, dóór met die stof. Waarom doen (hoog)leraren dat, vraagt Albert Mark van Leeuwen zich af.
Onderwijs is voor de adolescent een zeldzaam luikje naar de buitenwereld. Door dat luikje komen nu kennis, eisen en beoordelingen binnen. Van basisschool tot universiteit houden we, onder verslechterde omstandigheden, vast aan het programma. Dus besteden we steeds minder tijd aan wat nu nodig is: zelfontplooiing en ontmoeting. Eveline Crone, onderzoeker van het adolescentenbrein, maakt zich zorgen. Ze liet, samen met Ronald Dahl in Nature zien wat zich nou eigenlijk ontwikkelt in de jeugdige bovenkamer.
Pubers leren zich niet zozeer afzetten tegen oudere generaties, ze zoeken toenadering tot leeftijdsgenoten. Dat ze graag risico’s nemen is geen miskenning van langetermijndoelen, maar het omarmen van het genot samen iets bijzonders mee te maken. ‘Dat was vet!’, gaat altijd over een gedeelde beleving.
Die zich ontwikkelende prefrontale kwab wil verbinding leggen, maar dat is nu lastig, opgesloten in je kamertje. Gelukkig kan onderwijs ook online de lifeline naar leeftijdgenoten zijn. Maar dat is het onderwijs niet. Onderzoeker Dahl laat ook zien dat adolescenten creatief zijn en zich willen verhouden tot de wereld, maar Zoom dempt hun stem.
Er wordt onwijs hard gewerkt in scholen en vervolgonderwijs, maar hoe verder de crisis, hoe droger de lessen: iedereen onder de muteknop, dóór met die stof. Waarom doen (hoog)leraren dat? Omdat de prestatiemaatschappij tot in de vezels van het onderwijssysteem zit. Toen ik een toets uit het programma wilde schrappen, twijfelden leerlingen of ze die kans om hun cijfer te verhogen, wilden opgeven. Ook ouders maakten zich zorgen over de waardedaling van het diploma. Ondertussen vroeg ik me af of ik de leerlingen nog voldoende voorbereid op de examens en zonder die toets nog voldoe aan de inspectie-eisen. Het resultaat: leerlingen en studenten zitten dag na dag aan een scherm geplakt. Toetsen maken ze met spiekbriefjes naast de webcam die ze moet controleren, terwijl zuslief onder het bureau de ontbrekende antwoorden opzoekt.
Onderwijs raakt zo verder verstrikt in de fuik naar een te smal einddoel. Alles staat in dienst van tentamens en examens waarin adolescenten met elkaar en met de exameneisen worden vergeleken. Jij doet het beter, jij doet het minder. Jij haalt het wel, jij haalt het niet. En om eerlijk te kunnen vergelijken, moet alles hetzelfde zijn. Dezelfde vragen, dezelfde antwoorden, dezelfde normering. Universiteiten, ooit vrijhavens voor onafhankelijke denkers, kweken nu studenten die het goede hokje kunnen aankruisen. Wie buiten het hokje denkt, denkt fout.
Het aangekondigde ‘nationaal programma onderwijs na corona’ moet daarom niet gaan over het inhalen van achterstanden. Gaan jongeren dan massaal hun sport en muziek afzeggen om nog meer stil te zitten bij de inhaalles? Alsjeblieft niet, er moet jeugd worden ingehaald! Laat het ministerie flink schrappen in de exameneisen.
Daarnaast is er een uitweg waar Den Haag niet voor nodig is. Elke docent kent Blooms taxonomie, een ranglijst van doelen die je met onderwijs kunt bereiken. Bovenaan staat ‘evaluatie’ en daar ligt de kans. Als je echt iets wil begrijpen, toepassen en doorgronden, dan moet je nieuwe kennis zelf op waarde schatten. Je hebt nu hoofdstuk 4 geleerd. Wat vond je het interessantst en waarom? Zou het wenselijk zijn als deze kennis meer invloed heeft op de samenleving? Laat in je antwoord zien wat je weet en wat jíj ermee kan.
Dit soort vragen zonder antwoordmodel zorgen, inclusief een gesprek met leerjaargenoten, voor verdieping, ontplooiing en digitale ontmoeting. Geef de jeugd de kans om, op de schouders van je vak, iets te vinden van hun wereld tussen hun leeftijdgenoten. Ik beloof: dat wordt genieten. Onderwijs verleg je focus, geef de jeugd een stem.
Albert Mark van Leeuwen is docent filosofie en maatschappijleer.