Opinie

Opinie: Menno ter Braaks essay over het nationaalsocialisme rammelt en is tendentieus

De noodlottige aantrekkingskracht van het nationaalsocialisme in de vorige eeuw, kan niet werkelijk begrepen worden zonder zijn mobiliserende idealen te bestuderen, stelt Robin te Slaa.

Robin Te Slaa
Adolf Hitler te midden van atleten die bij de NSDAP verenigd zijn, april 1939.  Beeld Getty Images
Adolf Hitler te midden van atleten die bij de NSDAP verenigd zijn, april 1939.Beeld Getty Images

Het zal vermoedelijk slechts weinigen ontgaan zijn dat Menno ter Braaks beroemde essay ‘Het nationaal-socialisme als rancuneleer’ uit 1937 opnieuw is uitgegeven. Base Heijne, die het voorwoord verzorgde, benadrukte afgelopen zondag in het programma Buitenhof uitvoerig de actuele betekenis van dit geschrift. Ondanks de loftuitingen van verschillende zijden is Ter Braaks analyse van het nationaalsocialisme tamelijk tendentieus.

Onmiskenbaar geïnspireerd door filosoof Friedrich Nietzsche betoogde de literator in het essay dat de rancune behoort tot de meest essentiële verschijnselen van onze cultuur en democratie en daarmee zelfs onlosmakelijk verbonden is. De overal in de samenleving aanwezige rancune weet Ter Braak aan de alomtegenwoordigheid van het gelijkheidsideaal, dat ‘gegeven de biologische en sociologische onbestaanbaarheid van gelijke mensen’ onvervuld moet blijven.

Vernietigend oordeel

Terwijl het ressentiment in democratie en socialisme nog aan bepaalde spelregels was gebonden, bestond het nationaalsocialisme daarentegen uit vrijwel niets anders dan rancune. Het was volgens Ter Braak de eerste leer - het woord ‘leer’ zet hij veelbetekenend tussen aanhalingstekens - die ‘uit het ressentiment van allen tegen allen is geboren’. Het nationaalsocialisme had nagenoeg geen positieve programmapunten, aldus het vernietigende oordeel van de schrijver.

Deze stellige bewering roept onmiddellijk de vraag op hoe een nihilistische anti-beweging zonder werkelijke ideologie en idealen miljoenen geestdriftige aanhangers achter zich wist te scharen. Volgelingen die zich dikwijls bereid toonden tot het brengen van enorme persoonlijke offers. Het standpunt dat het nationaalsocialisme geen ideologie had, of louter een negatieve anti-ideologie, kan onmogelijk worden volgehouden. Van een dergelijke ‘revolutie van nihilisme’ kan volgens fascisme-deskundige George L. Mosse niet worden verwacht dat dit ‘het ware enthousiasme en de dromen van de mensen weet te vangen’.

‘Electriserende begeestering’

Verschillende tijdgenoten oordeelden overigens aanmerkelijk scherper dan Ter Braak deed. Zo schreef de sociaaldemocratische dominee Willem Banning al in 1932 over ‘een electriserende begeestering’ die door de rijen van de nazi-aanhangers ging. Zelfs wanneer zij stierven, riepen tallozen nog ‘Heil Hitler!’. Vanwege deze mobiliserende kracht benadrukte Banning de noodzaak om het verschijnsel nationaalsocialisme onbevooroordeeld te bestuderen.

De tegendraadse socialist en politieke denker Jacques de Kadt nam in zijn boek Het fascisme en de nieuwe vrijheid uit 1939 een vergelijkbaar standpunt in. Hij noemde het fascisme, waaronder hij ook nationaalsocialisme verstond, niet alleen maar slecht doch ‘de pervertering van zoveel goeds’. Om deze reden pleitte De Kadt voor een diepgaand onderzoek naar de historische wortels en plaats in de geschiedenis van het fascisme.

Nog decennialang daarna bleef de communis opinio dat het nationaalsocialisme een anti-beweging vormde waarvan de megalomane leiders door een niets ontziende machtshonger werden gedreven en de aanhang voornamelijk bestond uit wild geworden ‘kleinburgers’. In tegenstelling tot werkelijke ideologieën als liberalisme en socialisme was het verstoken van een intellectuele stamboom en beschikte het slechts over een samenraapsel van demagogische leuzen. In deze optiek gold het als overbodig en zelfs enigszins suspect om je te verdiepen in de denkbeelden en drijfveren van nationaalsocialisten.

Varianten

Onder invloed van een aantal baanbrekende onderzoekers, onder wie Roger Griffin, ontstond in de jaren negentig van de vorige eeuw binnen de wetenschap een nieuwe consensus. Het fascisme geldt daarbinnen als een generieke, revolutionaire stroming met allerlei nationale varianten, zoals het Italiaanse fascismo, het Duits-Oostenrijkse Nationalsozialismus en het ‘Nederlandsche Nationaal-Socialisme’ van de NSB.

Als politieke religie kende het verschillende ‘positief’ geformuleerde, utopische idealen, zoals een nieuwe, klassenoverstijgende, etnisch homogene en collectivistische samenleving. Ook de schepping van een nieuwe elite, een nieuwe beschaving en zelfs een nieuwe mens prijkten hoog op de politiek-ideologische agenda van zijn gelovigen. Messiaans utopisme en meedogenloze massa-terreur waren onlosmakelijk met elkaar verbonden.

De noodlottige aantrekkingskracht van het nationaalsocialisme in de vorige eeuw, kan niet werkelijk begrepen worden zonder zijn mobiliserende idealen te bestuderen. In dit opzicht schiet het essay van Ter Braak schromelijk tekort.

Robin te Slaa is historicus en schreef onder andere Wat is fascisme? Oorsprong en ideologie.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden