Opinie
Opinie: Graag een goed geïnformeerd debat over humane buitengrenzen van Europa
Westerse mogendheden spelen een grote rol in de ontwrichting van conflictgebieden, wat de politieke ‘pushfactor’ is die asielzoekers naar Europa duwt. De ‘aanzuigende werking’ van de verzorgingsstaat is dat nauwelijks.
Afgelopen zaterdag liet journalist Marcia Luyten in de Volkskrant haar licht schijnen over het ‘vinnigste hoofdpijndossier van deze tijd’, namelijk migratie en meer in het bijzonder de vluchtelingenkwestie die Nederland en de rest van Europa al zeven jaar in haar greep heeft. Haar pleidooi voor een herstel van de buitengrenzen is een goedbedoeld, en deels zinnig, maar op een aantal essentiële punten feitelijk onjuist betoog dat, uiteindelijk onbedoeld een aantal ideeën van ‘politici met weinig scrupules’ bevestigt.
Het stuk begint met een korte schets van het ‘tragische’ lot van vluchtelingen en asielzoekers, die in Libische concentratiekampen worden gemarteld en sterven aan de grens tussen Wit-Rusland en de Europese Unie. Daarbij merkt Luyten terecht op dat de EU medeverantwoordelijk is voor de onmenselijke situatie. Ze maakt daarbij terecht een parallel met het terugsturen van Joodse Duitsers in de jaren dertig door Europese landen die (ook) hun grens potdicht hielden.
Boosdoeners
Deze constatering vormt de opmaat voor een analyse die de plank regelmatig misslaat. Zo portretteert ze mensensmokkelaars als de grote boosdoeners (‘knechten van de dood’), terwijl die het directe gevolg zijn van het beleid van de Europese Unie en haar lidstaten om de buitengrens zo hermetisch mogelijk af te sluiten. Ze wijdt ook geen woord aan het Europese agentschap Frontex dat de wet systematisch overtreedt en asielzoekers zonder genade terugstuurt naar martel- en concentratiekampen.
Vervolgens neemt ze de uitspraak van de Europese Commissie over dat zeker 60 procent van de asielzoekers in de EU geen recht heeft op een vluchtelingenstatus. Het gaat hier echter om een nattevingerschatting die de Commissie heel goed uitkomt ter legitimering van haar spijkerharde buitengrensbeleid en het uitbesteden van de controle aan autoritaire regimes in Noord-Afrika en het Midden-Oosten.
Kijken we naar de herkomst in de afgelopen decennia, dan blijkt driekwart afkomstig uit erkende conflictgebieden als Syrië, Irak, Afghanistan en de Hoorn van Afrika. Regio’s waar westerse mogendheden een groot aandeel hebben in de ontwrichting van die samenlevingen. Deze politieke ‘pushfactoren’ leggen aanzienlijk meer gewicht in de schaal dan de ‘aanzuigende werking’ waar Luyten de nadruk op legt en waarvoor wetenschappelijk weinig bewijs is.
Aanvechtbaar
Minstens zo aanvechtbaar is haar conclusie dat al die ‘illegale’ migranten die geen echte vluchtelingen zouden zijn de verzorgingsstaat en de democratie ontwrichten. Zij zouden namelijk het wederkerigheidsprincipe doorbreken door een beroep op uitkeringen te doen zonder iets bij te dragen. En zo zouden ze rechts-populistische politici als Wilders en Baudet de benodigde munitie op een presenteerblaadje aanleveren.
In werkelijkheid is ‘illegaliteit’ grotendeels juist het gevolg van het Europese visa- en grensbeleid, waardoor asielzoekers en veel lager opgeleide arbeidsmigranten van buiten de EU wel gedwongen zijn gebruik te maken van de diensten van mensensmokkelaars. Verder leggen deze nieuwkomers nauwelijks een beslag op de verzorgingsstaat, op een kort verblijf in een AZC na. Die verzorgingsstaat sluit illegalen namelijk per definitie uit.
Discutabel
Het idee dat asielzoekers, vluchtelingen, en migranten meer in het algemeen, het ‘sociale contract’ onder zware druk zetten, is nogal discutabel. Als dat echt het geval zou zijn, dan zou de verzorgingsstaat allang door zijn hoeven zijn gezakt. Kijken we naar de afgelopen 35 jaar dat zien we de aantallen asielzoekers fluctueren, met de jaren negentig als recordhouder. Maar het systeem is sinds de jaren tachtig heel wel in staat gebleken de (initiële) kosten op te hoesten. En waar het om arbeidsmigranten gaat, zijn de sociale arrangementen allang migratieproof gemaakt, gebaseerd op het wederkerigheidsprincipe dat volgens Luyten onder druk staat.
Wat we wel zien, is dat het misbruik van het sociale stelsel door migranten in geen verhouding staat tot de aandacht ervoor in de politiek. Zo ook in het stuk van Luyten, waarin zij de Bulgarenfraude als bewijst aanvoert van haar stelling dat migratie en verzorgingsstaat slecht samengaan en populisten als Geert Wilders wind in de zeilen blaast. Het ging hier echter om slechts 805 Bulgaren, die tussen 2007 en 2013 voor zo’n 4 miljoen euro aan onterechte toeslagen zouden hebben ontvangen. Een periode, zoals Jesse Frederik al twee jaar geleden uitvoerig aantoonde, waarin de overheid zo’n 68 miljard euro aan toeslagen uitkeerde, oftewel 0,006 procent van alle toeslagen.
Migratiepessismisme
Het probleem is niet zozeer dat migranten profiteren – zeker arbeidsmigranten leggen meer in dan ze uit het systeem halen –, maar het buiten proporties opblazen van dit soort incidenten door politici om daarmee het migratiepessimisme te voeden.
Dat dit niet de bedoeling is van Luyten, blijkt uit haar conclusie dat migratie wenselijk is en grenzen poreuzer gemaakt moeten worden, zodat vluchtelingen niet worden gedwongen tot een dodelijke hordeloop en arbeidsmigranten gemakkelijker (legaal) heen en weer kunnen reizen. Een oplossingsrichting die ik deel. Nu nog een grondiger analyse van de oorzaken.
Leo Lucassen is directeur van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis en hoogleraar aan de Universiteit Leiden.