Opinie
Opinie: Er is alle reden om onderzoeksgeld te weigeren van fossiele bedrijven. Ze saboteren moedwillig de energietransitie
Universiteiten moeten niet langer olie- en gasbedrijven betrekken bij hun onderzoek. Het is funest voor de transitie naar hernieuwbare energie, betogen Clemens Kaupa en Niels Debonne.
Het is lovenswaardig dat professor Jan Bouwens zich de vraag stelt of universiteiten aan de fossiele bedrijven een goede partner hebben in de belangrijke taak om fossiele brandstoffen uit te faseren. Zijn speculaties staan echter los van de gevestigde wetenschap rond dit onderwerp. De vraag van Bouwens is reeds grondig onderzocht en beantwoord, en die wetenschappelijke bevindingen stroken niet met zijn standpunt.
Het meest recente rapport van Klimaatpanel IPCC geeft alvast een goed startpunt. In dit rapport had Bouwens kunnen leren dat de fossiele industrie al decennialang moedwillig en systematisch de klimaatwetenschap ondermijnt. . Het financiert namelijk klimaatontkenning en wakkert daarmee een – intussen diepgeworteld – maatschappelijke wantrouwen aan in de wetenschap dat ons tot op de dag van vandaag achtervolgt.
Catastrofale gevolgen
Verder had hij zich kunnen verdiepen in onderzoek dat aantoont dat de fossiele bedrijven zich jarenlang terdege bewust waren dat hun producten ‘catastrofale gevolgen’ (dixit Exxon, 1977) kunnen hebben, maar alsnog een beleid van leugenachtigheid aanhielden. Deze industrie toonde daarmee dat het zonder scrupules bereid is het wetenschappelijke proces te saboteren. Daardoor alleen al hebben ze zichzelf academisch buitenspel gezet.
Over de auteurs
Clemens Kaupa is universitair docent aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Vrije Universiteit Amsterdam. Niels Debonne is universitair docent aan het Instituut voor Milieuvraagstukken, Vrije Universiteit Amsterdam. Dit is een ingezonden bijdrage, die niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de Volkskrant reflecteert. Lees hier meer over ons beleid aangaande opiniestukken.
Eerdere bijdragen in deze discussie vindt u onder aan dit artikel.
Andere hoofdstukken van het IPCC-rapport beschrijven hoe de fossiele industrie de energietransitie vertraagt en tegenwerkt met agressief lobbywerk en zelfs rechtszaken tegen doortastend klimaatbeleid. Onderzoek in het vakblad Science toont dat deze bedrijven hun emissies niet in lijn krijgen met het Parijs-akkoord, en zelfs geen noemenswaardige reducties voor elkaar krijgen. Na recente recordwinsten kondigden de grootste fossiele bedrijven aan dat de toch al ontoereikende klimaatambities nog verder zullen worden teruggeschroefd. Gezien hun winstoogmerk is dit geen verrassende keuze. Zelfs als we naïef genoeg zijn om hen goede intenties toe te schrijven, bedrijfskundig onderzoek toont dat, in de wurggreep van aandeelhouders en gestrande activa, deze bedrijven geen partner kúnnen zijn in de energietransitie.
Gedachtenexperiment
In Bouwens’ redenering staat een gedachtenexperiment centraal: stel dat een bestuurslid van Shell hem zou vragen onderzoek te doen om afvang en opslag van CO2 zo te organiseren dat elk fossiel bedrijf er niet langer ‘nee’ tegen kan zeggen. Het zou, aldus Bouwens, niet verstandig zijn om dat te weigeren. Maar in plaats van de vermeende voordelen van zo’n partnerschap aan te tonen, demonstreert dit voorbeeld net heel goed hoe problematisch de samenwerking met fossiele bedrijven kan zijn.
Want afvang en opslag (carbon capture and storage, CCS in jargon) is een zeer controversiële technologie. De Europese wetenschaps-adviesraad EASAC concludeert dat het zeer twijfelachtig is dat CCS ooit op voldoende grote schaal kan worden toegepast om van betekenis te zijn in de klimaattransitie, ondanks reeds tientallen jaren onderzoek. Toch blijft de fossiele industrie CCS nog steeds als potentiële oplossing opdringen. Interne documenten, blootgelegd door onderzoeksjournalistiek van DeSmog, tonen dat ze dit niet promoten omdat ze alsnog denken dat het een werkende of haalbare transitietechnologie kan zijn, maar louter omdat het als techno-fantasie een uitfasering van fossiele brandstoffen schijnbaar niet dringend maakt.
Gekaapte onderzoekagenda's
Als universiteiten dit soort partnerschappen aangaan staan zij daarmee toe dat hun onderzoekagenda’s gekaapt worden door het soort nodeloze projecten die toevallig niet bedreigend zijn voor de fossiele kern van de financierder. Nog fundamenteler is dat zij hiermee projecten legitimeren en een bepaalde geloofwaardigheid verlenen, waardoor fossiele bedrijven zonder bewijs (en met een overdaad aan tegenbewijs) kunnen blijven stellen dat zij ‘een cruciale rol vervullen in de transitie’.
Hoewel het antwoord op Bouwens’ vraag vanuit wetenschappelijk oogpunt dus kraakhelder is, loont het ook om hier met wat gezond boerenverstand naar te kijken. Kunnen we echt verwachten dat de fossiele industrie een betrouwbare partner in de energietransitie kan zijn, als dit uiteindelijk zou leiden tot hun eigen ondergang? Verwachten wij echt dat zij meer dan 900 miljard dollar aan fossiele brandstofreserves uit vrije wil in de grond gaan laten zitten? Gegeven dat professor Bouwens werkzaam is aan de faculteit Bedrijfskunde en Economie vermoeden wij dat zelfs hij dit moeilijk te geloven zal vinden.
Lezersbrieven
Ongeloofwaardig
Stop met ongeloofwaardige beloftes over het opslaan van CO2 in de toekomst en neem actie om CO2 uitstoot te verminderen in het heden. Volg het voorbeeld van UvA-studenten: houdt fossiele bedrijven verantwoordelijk.
Tobias Hofland, Utrecht
Enthousiaste relaties
Decennia lang heb ik destijds als researcher bij Shell experimentele onderzoeksprogramma’s bij universiteiten ondersteund, verder vorm gegeven, en gesponsord. Daarbij heb ik met hoogleraren en studenten enthousiaste relaties aangeknoopt. Al het resultaat heeft geleid tot artikelen in het publieke domein en die worden nu wereldwijd, via researchgate.net, zeker 100 keer per week geraadpleegd. Daarom hoop ik dat dit soort relaties van industrie met universiteit nog lang door mag gaan en dat de universiteiten zelf kunnen beslissen over de details van het onderzoek.
Huub Dries, pensionado Shell, Heemstede
Belastingen
Mij lijkt dat Jan Bouwens in zijn betoog de meest voor de hand liggende mogelijkheid voor ‘bedrijven die hun inkomsten halen uit fossiele brandstoffen’ duurzaam en constructief bij te dragen aan het algemeen belang en de energietransitie in het bijzonder over het hoofd ziet. Betaal ruimhartig je belastingen!
Silvio Schrouff, Hoorn
Wilt u reageren? Stuur dan een opiniebijdrage (max 700 woorden) naar opinie@volkskrant.nl of een brief (maximaal 200 woorden) naar brieven@volkskrant.nl