OpinieNeoliberalisme
Opinie: de VVD moet niet plots linksig gaan doen, dat is onoprecht en politiek ongeloofwaardig
De oogst van dertig jaar neoliberalisme en doorgeschoten marktwerking: een stuitend toegenomen materiële ongelijkheid, constateert Thomas von der Dunk. ‘Ik ben niet onder de indruk van de politieke kunstjes van Rutte.’
Voormalig VVD-kopstuk Robin Linschoten hoeft niet de bak in voor zijn gesjoemel met belastingaangiftes, want hij deed het niet expres, aldus de rechtbank. Eerder dit jaar werd ex-VVD-voorzitter Henry Keizer postuum vrijgepleit van fraude. Stafrechtelijk viel hem niets te verwijten, aldus het OM in mei.
Strafrechtelijk misschien niet – maar ook moreel? Linschoten was indertijd als staatssecretaris van Sociale Zaken superstreng voor iedere bijstandsmoeder die per abuis ergens op een ondoorgrondelijk formulier een vinkje te weinig had gezet. Dat was ook jarenlang de partijlijn. Genade voor fouten die niet expres waren, was er niet.
Keizer had voor een fractie van de werkelijke waarde een ooit als ideële collectieve organisatie gestichte crematoriumvereniging overgenomen en er vervolgens fors aan verdiend. Ook dat spoorde, als ‘creatief ondernemerschap’, jarenlang met de partijlijn. Beide heren werden indertijd in de VVD zodoende op handen gedragen. Toen Keizer onder vuur kwam te liggen, schaarde Mark Rutte zich vierkant achter hem.
Het was overal markt wat de klok sloeg, en bij de verbreiding van het marktevangelie liep de VVD enthousiast vooraan – in de zorg, in het onderwijs, in de woningbouw, in het openbaar vervoer, in de natuur en in de cultuur. De na enig datsjafabuleren aanvankelijk eveneens door Rutte te vuur en te zwaard verdedigde, maar intussen gelukkig geheel in het niets verdwenen Halbe Zijlstra was er als staatssecretaris van Cultuur trots op dat hij door stevig te snijden in subsidies de culturele sector had geruïneerd.
Er moest maar meer geld uit de markt gehaald worden, zoals Staatsbosbeheer dat van zijn CDA-medevandaal Henk Bleker moest doen. Dat ging dus geen bomen beheren, maar bomen kappen, voor de verkoop, zoals Marcia Luyten 2 september dit beleid treffend fileerde.
Slagerserotiek noemde NRC-columnist Tommy Wieringa deze geestdrift 13 juni naar aanleiding van de oproep van twee Amsterdamse VVD-raadsleden om toch vooral eens naar ‘nut, noodzaak en kosten’ van bibliotheekfilialen te kijken. Het spoort naadloos met de schamele bedragen die dit kabinet aanvankelijk in coronatijden voor het redden van de culturele sector wilde uittrekken, waarvan honderdduizenden afhankelijk zijn.
Tegelijk vloog er wel moeiteloos een bedrag van 180 miljoen euro over tafel als uitkoopsom voor een handvol nertsenhouders, die nu een belangrijke infectiehaard blijken. Sommigen schijnen daar weer nieuwe dieren van te kopen, ofschoon zij sowieso hun tent binnenkort hadden moeten sluiten. Maar dat zal wel onder creatief ondernemerschap vallen.
Oogst van dertig jaar neoliberalisme
De oogst van dertig jaar neoliberalisme en doorgeschoten marktwerking: een stuitend toegenomen materiële ongelijkheid, nationaal en mondiaal. Het gaat om de groeiende kloof tussen de bovenste 1 procent en de rest. Noch de bankencrisis van 2008, noch de coronacrisis dit jaar heeft het tij gekeerd – integendeel. Een klein aantal supermiljardairs is er nog een aantal miljarden extra op vooruitgegaan.
Daarentegen zijn een half miljard mensen in armoede geraakt. Multinationals blijven dividend aan aandeelhouders uitdelen, maar houden intussen hun hand bij de staat op om vervolgens werknemers te ontslaan. Via handige internationale belastingconstructies reduceren zij hun fiscale lasten tot nul. Ook de kosten van het steeds urgentere klimaatbeleid weten zij grotendeels op anderen af te wentelen.
Aan die uitverkoop van de collectieve sector zijn veel partijen medeplichtig, maar sommigen liepen daarbij voorop en dwongen, omwille van de regeerbaarheid, anderen daarin mee te gaan, zodat verkeerd compromis op verkeerd compromis gestapeld is. Dát er iets besloten werd, was belangrijker dan wát er besloten werd.
Rutte is er door veel Haagse inside-journalisten jarenlang om bewonderd: om de politieke kunstjes waarmee hij toch steeds weer 75 zetels achter een bepaald voorstel bijeen wist te scharrelen. Dat hij het toch maar weer had gefikst!
Ik ben echter niet onder de indruk van politieke kunstjes.
De uitkomst was te vaak een stap in de verkeerde richting, en met de tekorten aan mondkapjes, testen en zorgpersoneel oogst Den Haag wat het met zijn eigen marktfetisjisme heeft gezaaid. Dat geldt ook voor de opvatting van de overheid als een bedrijf, met burgers als klanten. Klanten dragen geen verantwoordelijkheid, dus denken vandaag niet aan anderhalve meter maar aan zichzelf.
Belang van de staat
Nu spreekt iedereen aan de vooravond van de verkiezingen plots over het belang van de staat. Zelfs de VVD heeft er de mond van vol. Dat is voor de Haagse voortgang der dingen misschien best handig, maar het is ook onoprecht en politiek ongeloofwaardig. Bert Wagendorp zag Rutte al opduiken in de Volkskrant-rubriek 180 graden, maar binnen 180 graden passen al zijn tournures tezamen al niet meer.
Toen in 1989 het Sovjetstelsel in elkaar donderde, eiste toenmalig VVD-leider Frits Bolkestein op hoge toon boetedoening van Nederlandse communisten. Maar zouden dan niet ook veel VVD’ers nu eerst met een schuldbekentenis moeten komen inzake hún ontwrichtende neoliberale erfenis, in plaats van plots een beetje linksig te doen en de huig naar de wind te hangen?
Die enorme maatschappelijke scheefgroei, waarvoor ook zij niet langer de ogen kunnen sluiten, is niet het gevolg van een natuurramp. Deze komt politiek ergens vandaan. Het is tien jaar Mark Rutte. Dus als er ergens in diens buigbare vlees nog een stukje ruggengraat verborgen zit, durft hij tegenover de kiezer pal voor tien jaar verwerpelijk beleid te staan en daarmee in 2020 electoraal ten onder te gaan.
Thomas von der Dunk is cultuurhistoricus.