Opinie

Opinie: De hetze tegen het bedrijfsleven is gevaarlijk

De laatste tijd lijkt het wel of bijna iedereen vindt dat bedrijven niets goed meer kunnen doen. Maar nu de overheid steeds vaker in gebreke blijft, zijn bedrijven juist cruciaal om voor grote maatschappelijke opgaven een oplossing te vinden, betoogt Edwin van de Haar.

Edwin van de Haar
De Rotterdamse haven heeft zo'n 10 duizend openstaande vacatures. Door een tekort aan goed opgeleid personeel zal dit aantal verder oplopen. Voor bedrijven in de Rotterdamse haven is dus van groot belang om leerlingen uit alle opleidingsniveaus te laten zien welke loopbaanperspectieven de haven te bieden heeft.  Beeld Raymond Rutting/ de Volkskrant
De Rotterdamse haven heeft zo'n 10 duizend openstaande vacatures. Door een tekort aan goed opgeleid personeel zal dit aantal verder oplopen. Voor bedrijven in de Rotterdamse haven is dus van groot belang om leerlingen uit alle opleidingsniveaus te laten zien welke loopbaanperspectieven de haven te bieden heeft.Beeld Raymond Rutting/ de Volkskrant

De hetze tegen het bedrijfsleven neemt potsierlijke vormen aan. Zo goed als alle maatschappelijke problemen worden door een groot deel van politici, ngo’s en andere maatschappelijke waarnemers op het conto geschoven van neoliberalisme, kapitalisme, de markt of individuele ondernemingen. Tegelijkertijd wordt de overheid als de almachtige probleemoplosser gepresenteerd. Dat is tweemaal te simplistisch. Zonder de innovatieve kracht van markt en bedrijfsleven zijn de meeste collectieve uitdagingen en problemen onoplosbaar, terwijl de overheid iedere keer opnieuw faalt bij de uitvoering van beleid. Daarbij is er geen tegenstelling, beide hebben elkaar nodig, maar dan wel in de juiste verhouding, waarbij de markt meer ruimte krijgt.

Kritiek op het bedrijfsleven is van alle tijden, vooral uit linkse hoek. Maar de laatste tijd lijkt het wel of bijna iedereen vindt dat het bedrijfsleven niets goed meer kan doen. Nu is de markt niet perfect en zijn er bedrijven die fouten begaan. Maar de critici doen de rol en het belang van het bedrijfsleven tekort. Zonder creativiteit en gedrevenheid van op de markt opererende bedrijven is maatschappelijke vooruitgang een illusie. Dat gaat natuurlijk om onze welvaart, want dankzij onze rijkdom zijn we gemakkelijker in staat om problemen aan te pakken. Maar het gaat ook om innovatiekracht en snelheid van implementatie, waarmee cruciale bijdragen aan betere gezondheid, veiligheid of bijvoorbeeld milieu-gerelateerde verbeteringen tot stand worden gebracht.

OVER DE AUTEUR

Edwin van de Haar is gespecialiseerd in politieke filosofie. Dit is een ingezonden bijdrage, die niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de Volkskrant weergeeft. Lees hier meer over ons beleid aangaande opiniestukken.

Het brede wantrouwen tegen de markt is gevaarlijk, want bedrijven opereren midden in de samenleving. Te veel regulering, belastingen of overheveling van publieke taken naar bedrijven leidt tot verlamming en stilstand. Het verbieden van wetenschappelijke samenwerking tussen bedrijf en universiteit beperkt nuttige kruisbestuiving voor de samenleving. Het ‘bedrijven bashen’ heeft invloed op de beroepskeuzen van getalenteerde mensen, waarmee de kracht van het bedrijfsleven afneemt. Dat is gevaarlijk voor ons allen.

Overheid presteert beroerd

Temeer omdat het alternatief, de overheid, bijzonder beroerd presteert bij maatschappelijke innovatie of zelfs de uitvoering van publieke basistaken. Dat gaat verder dan de treurige uitkomsten van de parlementaire enquêtes naar de gaswinning in Groningen, de toeslagenaffaire, de jeugdzorg, het stikstofdossier, defensie of de woningcrisis. Het probleem is fundamenteler. Zowel de Nationale ombudsman, als de Algemene Rekenkamer hebben vastgesteld dat de overheid vastloopt. Goede bedoelingen, maar bedroevende resultaten. Burgers worden vermalen in ambtelijke onkunde, politieke onmacht, haperende ict-systemen of treffen soms een ronduit criminele overheid, die zich te buiten gaat aan institutionele discriminatie en ander machtsmisbruik. Tegelijk vraagt de anti-bedrijfslobby om méér overheid. Dat is kortzichtig.

De fundamentele vraag wordt namelijk niet gesteld: is de overheid wel in staat om te voldoen aan de verwachtingen van de anti-bedrijfslobby en is de politiek zich voldoende bewust van de grenzen aan de ambtelijke uitvoering? Meestal is het antwoord op beide vragen ‘nee’. Dat komt ten diepste omdat mensen niet in staat zijn zoiets ingewikkeld en onvoorspelbaars als de maatschappij in te regelen. Ook politici en ambtenaren niet, hoeveel wetten, regels en ict-ondersteuning zij ook ter beschikking hebben. Het is ‘de hubris van de ratio’ die ertoe leidt dat zij het toch keer op keer blijven proberen.

Systeemmensen

Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman wees er in Thinking, Fast and Slow (2011) al op dat de mens zichzelf graag ziet als rationeel, maar dat vaak helemaal niet kan zijn. Instructief is ook het verschil dat Adam Smith maakte in The Theory of Moral Sentiments (1759) tussen twee typen heersers: de ‘man of system’ en de ‘man of public spirit’, waarbij de eerste vooral aan zichzelf denkt en de maatschappij ziet als een schaakbord waarvan hij de stukken naar believen kan verschuiven. De tweede is de humane heerser, die inziet dat iedereen in de samenleving zelf zijn levenspad afloopt, waarbij het de taak is van de politiek hiervoor de juiste voorwaarden te scheppen. De hetze tégen het bedrijfsleven en vóór de overheid, wordt gevoerd door de systeemmensen. Het zijn ‘constructivisten’, zoals econoom en politiek filosoof Friedrich Hayek het noemt, die het waanidee hebben dat zij middels planning en centraal uitgevoerde ideeën de maatschappij naar hun hand kunnen zetten.

Wat dan wel?

Veel beter is het om zoveel mogelijk gebruik te maken van spontane en decentrale krachten op basis van het kapitalisme. Dus niet minder, maar meer vrije markt, en niet meer maar minder overheidsbemoeienis en staatstaken. De geschiedenis (de welvaartsgroei vanaf de jaren negentig in Nederland, de liberalisering van de telecommarkt, het effect van meer vrijhandel op de afname van armoede in China en vooral Zuidoost Azië) laat zien dat de kracht en de creativiteit van het kapitalistische systeem het best in staat is voor grote maatschappelijke opgaven een oplossing te vinden. Bedrijven zijn hierbij cruciaal.

Tijdgeest

Dat wil niet zeggen dat de overheid geen rol in de samenleving zou moeten hebben. Integendeel, er zijn publieke taken te over, zoals sociale zekerheid, justitie, politie, defensie, openbaar bestuur en ook het marktmeesterschap, om mogelijke uitwassen op de markt te beteugelen. Het kapitalisme is niet de oplossing voor alles. Maar een overheid die zich beperkt tot een gelimiteerd aantal taken is beter voor ons allemaal.

Deze boodschap gaat recht tegen de huidige tijdgeest in. Maar de tijdgeest is meestal een slechte raadgever. De hetze tegen het bedrijfsleven is daarvan een gevaarlijk voorbeeld.

Wilt u reageren? Stuur dan een opiniebijdrage (max 700 woorden) naar opinie@volkskrant.nl of een brief (maximaal 200 woorden) naar brieven@volkskrant.nl

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden