Opinie
Opinie: Bescheidenheid zou bestuursvoorzitters sieren, ze hebben die beloning echt niet helemaal zelf verdiend
Een grote loonkloof op de arbeidsmarkt is economisch, maatschappelijk en ethisch onwenselijk. Maar bestuursvoorzitters zien hun succes abusievelijk als iets dat hen toekomt.
Afgelopen zaterdag werd de loonkloof beschreven tussen de top en de werkvloer (‘Bob ‘Prosus’ van Dijk, weer best beloonde baas’). Aanvoerder is de ceo die 230 keer meer verdient dan het gemiddelde inkomen van zijn werknemers. Durft zo iemand zijn werknemers nog onder ogen te komen? En waarom zijn de beloningen van bestuursvoorzitters zo hoog?
Tinbergen-norm
Lang betoogden economen dat je mensen financieel moet prikkelen om het beste uit zichzelf te halen. ‘If you pay peanuts, you get monkies’, was het motto. Maar experimenteel onderzoek leert dat financiële beloningen het creatieve denkproces negatief beïnvloeden. Betekenisvol werk, waardering en uitdaging voor mensen blijken belangrijker. Als richtsnoer voor loonverhoudingen zou het hoogste inkomen vijf keer het laagste inkomen in een bedrijf mogen zijn, een norm vaak toegeschreven aan de eerste Nobelprijswinnaar economie, Jan Tinbergen.
De Amerikaanse Nobelprijswinnaar Robert Shiller meldt hoe dit in Amerika 230 keer het salaris van de gewone man werd: ‘We kind of missed the whole Tinbergen norm.’ Die Amerikaanse toestanden hebben inmiddels ook het Nederlandse bedrijfsleven besmet.
De thema’s die volgens Nederlanders centraal moeten staan, zijn coronabestrijding en vaccinaties, wonen, klimaatverandering, gezondheidszorg en onderwijs. Laat inkomensongelijkheid nu precies zijn gerelateerd aan obesitas, depressie, angst, criminaliteit en onderwijsachterstanden.
Waarom? Mensen vergelijken zichzelf met anderen. Staan buren, collega’s en familieleden hoger dan jij, dan voel je je ongelukkig. Staan ze lager, dan vrees je je positie kwijt te raken en ga je je verdedigen door je eigenwaarde en status op een ongezonde manier hoog te houden. En vind je het als ceo de normaal om 230 keer meer te verdienen.
Meritocratische hoogmoed
Michael Sandel laat in De tirannie van verdienste zien hoe ongelijkheid wordt gevoed door ‘meritocratische hoogmoed’: winnaars neigen ertoe zich te laten bedwelmen door hun eigen succes en vergeten de rol van geluk en voorspoed, overtuigd als ze zijn hun lot verdiend te hebben. Ook bestuursvoorzitters zien succes als iets wat hen toekomt, op grond van hun eigen inspanningen.
Maar het blijft niet bij tevredenheid over hun gunstige lot, er hoort een grotere beloning bij, liefst groter dan die van anderen. Dit is de kern van het meritocratische ethos volgens Sandel. Vergeten wordt hoe willekeurig talenten en lot worden uitgedeeld.
Daarom roep ik op tot een debat over wat werkelijk van waarde is en waar de markt de plank misslaat. Uiteindelijk is de kloof tussen wat de markt aan beloning toekent en wat echt iets bijdraagt aan het algemeen welzijn het relevantst. Dát zou ik nu graag eens willen berekenen.
Esther-Mirjam Sent, hoogleraar economie aan de Radboud Universiteit en senator namens de Partij van de Arbeid.