Opinie

Opinie: Als elk moment van de dag een strijd is tegen jezelf en de elementen, staat broccoli niet bovenaan je prioriteitenlijstje

Armlastige mensen lijden vaker aan obesitas. Maar moraliserende meningen over hun voedingspatroon dragen niet bij aan een oplossing, betoogt Tim ’S Jongers.

Tim 'S Jongers
Leerlingen uit groep 5 van basisschool De Horizon volgen een anti-overgewicht programma. 
 Beeld Marcel van den Bergh
Leerlingen uit groep 5 van basisschool De Horizon volgen een anti-overgewicht programma.Beeld Marcel van den Bergh

In haar column van afgelopen zaterdag legt Merel van Vroonhoven de vinger op de zere plek: ongezond leven is niet per definitie een teken van individuele zwakte. De context waarin men leeft, omgevingsfactoren en de prijs van voeding doen ertoe. Het zijn inzichten die niet nieuw zijn, maar eindelijk hun weg vinden naar publieke kennis. Al blijven de weerstand en het moralisme hardnekkig, blijkt uit de vele reacties.

OVER DE AUTEUR

Tim ’S Jongers is politicoloog, publicist en auteur. Hij is momenteel directeur van de Wiardi Beckman-stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA.

‘Ik ben niet arm, maar zou ik arm zijn, dan zou ik een betere arme zijn dan jij’. Daar komt het op neer als je de moraliserende meningen leest van degenen die zichzelf mentaal hebben laten opsluiten in het eigenverantwoordelijkheidsparadigma. Vanuit hun normen- en waardenwereldje waarin bestaanszekerheid boven bestaansonzekerheid staat en waar stress iets is wat je ervaart wanneer je even je sleutelbos kwijt bent, aanschouwen ze het gepeupel en prediken het evangelie van het goede en gezonde leven. Wat zij kunnen moet ook jij kunnen.

Cynisch

Gezond eten hoeft volgens hen niet duur te zijn, seizoensgroenten boven pizza verkiezen is pure logica en waarom zou je in godsnaam je schrale bijstand aan cola voor de kinderen spenderen? Iedereen weet toch dat wanneer je in armoede leeft, het veel logischer is om water te drinken? Zo deden ze dat namelijk in de jaren zeventig immers ook. Het cynische is dat de Kinderombudsman en de speciale VN-rapporteur afgelopen week Nederland opriepen om te stoppen met het afsluiten van drinkwater voor arme gezinnen met betalingsachterstanden. Nog cynischer is dat zulke betogen de kern van Van Vroonhovens column vakkundig negeren: ongezonde producten worden ons met een marketingtsunami door de strot geduwd. Niet iedereen is daar even goed tegen bestand.

Dat in een armoedig leven het gemak en de snelheid van de frikandel de voorkeur geniet boven het het bereiden van een recept uit een kookboek als Het bearnaisesyndroom, lijkt mij de logica zelve. Als elk moment van de dag een strijd is tegen jezelf en de elementen, staan broccoli en pastinaak nu eenmaal niet bovenaan je prioriteitenlijstje. Net zoals je niet voor elke maaltijd en elk drankje een strijd met de kinderen wil aangaan. Ieder mens heeft zo zijn grenzen en eenmaal daar tegenop gebotst, komt de langetermijnplanning – die gezondheid per definitie is – op een laag pitje te staan. Morgen is dan geen nieuwe dag met nieuwe kansen, maar een dag met dezelfde ellende als vandaag. Dat doet iets met je normen- en waardenpatroon.

Symptoombestrijding

Juist daarom zullen we moeten erkennen dat ook het eigenverantwoordelijkheids-paradigma zijn grenzen kent. Want is men wie men is of hebben we het ernaar gemaakt? Er bestaat immers ook zoiets als collectieve verantwoordelijkheid. Sterker nog, deels zit deze opgenomen in onze grondwet. Zo zijn bestaanszekerheid en volksgezondheid beide sociale grondrechten: zij vergen een inspanning van de overheid deze voor alle burgers te garanderen. Een overheid die een ‘obesitascrisis’ wil vermijden, zoals Merel van Vroonhoven het noemt, doet er dan goed aan niet de symptoombestrijding, maar deze grondrechten als uitgangspunt te nemen. Dat begint echter bij een mentaliteitsverandering van haar burgers.

Een mooie eerste stap daarbij is beseffen dat je slachtoffer bent van de oermenselijke behoefte om neer te kijken en te moraliseren. En dat je met die houding helemaal niemand en al zeker niet het broodnodige debat vooruithelpt. Context doet ertoe, ook voor de vormgeving van je eigen normen- en waardenwereldje.

Armoedebat

De tweede stap is die van omkering van het debat. Want los van de eigen moraliserende mening, doen we er goed aan ons af te vragen waarom het armoededebat altijd over mensen in armoede gaat. Zij draaien niet aan de knoppen. Jouw invloed op hun leven is mogelijk groter dan hun eigen invloed.

Ik ben namelijk nog nooit iemand in armoede tegengekomen die heeft mogen meedenken over de hoogte van het minimumloon, die zelf beslist hoeveel jaar later eindelijk de schimmels uit de slaapkamer van de corporatiewoning verdwijnen. En die besluit hoeveel btw we op groenten en fruit heffen of de macht heeft marketingtsunami’s, die met ongezonde producten het goede leven promoten, te stoppen. Armoede en beleid zijn niet los van elkaar te zien.

Een mooie derde en laatste stap lijkt mij die van de principiële bescheidenheid: besef dat jouw leven niet dat van de ander is. En dat de jaren zeventig al ver achter ons liggen.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden