OpinieSpoedwet corona
‘Ophef over coronawet is verbazingwekkend’
Er is van alles aan te merken op de conceptwet die de coronamaatregelen van een juridische basis moet voorzien, vinden experts. Hoe moet het dan wel?
Douwe Jan Elzinga (hoogleraar staatsrecht Rijksuniversiteit Groningen)
‘De noodverordeningen die nu van kracht zijn, kunnen niet zonder meer blijven gelden. De proportionaliteit van de veiligheidsinperkingen gaat weg nu de crisis minder nijpend is. Daarom moet je de democratie herstellen en gemeenteraden en de Eerste en Tweede Kamer erbij betrekken. Maar wat stelt minister Hugo de Jonge voor? Die geeft de ministers ruime bevoegdheden zonder dat Kamerleden inspraak hebben. Deze vergaande bevoegdheden scheppen een gevaarlijk precedent voor machtsuitbreiding van de ministers. De gemeenten, die niks te vertellen hadden, zouden in dit stadium bevoegdheden terug moeten krijgen in de vorm van lokale noodverordeningen.
‘De nieuwe noodwet moet draagvlak creëren en democratische inspraak waarborgen, maar het voorstel dat er nu ligt, doet geen van beide. Het zet zowel gemeenten als parlement buitenspel. Waarom moet het er in twee weken doorheen gejaagd worden? Je zou in plaats van overhaast een vergaande spoedwet in te voeren, ook kunnen opperen de huidige noodsituatie nog even in stand te houden en de zomer te benutten om een gedegen wetsvoorstel uit te denken.
‘Een goede nieuwe noodverordening moet in ieder geval concreet zijn: als besmettingsscenario A gebeurt, gaan we vrijheid B beperken. Ministers mogen geen carte blanche krijgen. Bovendien bestaat er voor veel maatregelen regulier recht. Alleen in zeer bijzondere omstandigheden kun je noodwetten invoeren. We moeten discussiëren over de vraag in welke scenario’s we regulier recht gebruiken, en wanneer we overstappen op noodrecht.’
Adriaan Wierenga (noodrechtspecialist Rijksuniversiteit Groningen)
‘Het voorstel dat nu voorligt, is een tijdelijke wet die met een spoedprocedure wordt ingevoerd. Onder de oude situatie was er een noodverordening van kracht die drie grote problemen gaf die deze nieuwe wet verhelpt. De ophef is dan ook verbazingwekkend. Ten eerste werden de grondrechten stevig ingeperkt, terwijl dat op decentraal niveau van veiligheidsregio’s grondwettelijk niet is toegestaan. De nieuw voorgestelde spoedwet ondervangt dat probleem. Dat is een verbetering, ook omdat het debat over het al dan niet geoorloofde inperken van grondrechten nu in het parlement gevoerd kan worden.
‘Ten tweede waren er problemen met de decentrale handhaving. In de ene regio werd strenger gehandhaafd dan in de ander. Dat wordt ondervangen door centraal uniforme maatregelen te nemen, waarbij de ministers en de regering verantwoording dragen.
‘Ten derde was er een probleem met de oude noodverordening op vlak van democratische verantwoording. Het parlement controleert de regering en gemeenteraden de burgemeester, maar de veiligheidsregio’s die over de noodverordening gingen, zaten daar tussenin en werden niet rechtstreeks gecontroleerd. Nu krijgt het parlement beter de kans de macht te controleren. Ik zie dus vooral verbeteringen. Het enige wat je zou kunnen toevoegen: maak van de spoedwet ook een noodwet, zodat het parlement beslist over de duur dat de wet van kracht is. Je zou in ieder geval de werkingsduur in plaats van een jaar op twee maanden kunnen zetten, dan dwingt de Kamer tussentijdse evaluatie af. Zo houdt het parlement beter een vinger aan de pols.’
Herman Bröring (hoogleraar bestuursrecht Rijksuniversiteit Groningen)
‘Het nieuwe plan vraagt Kamerleden in feite om zichzelf buitenspel te zetten. Dan is het begrijpelijk dat ze op de rem trappen. Ze hebben maar kort de tijd. Het afkeuren van dit plan vergt niet per se veel tijd, een alternatief bedenken wel.
‘De sinds maart getroffen noodoplossing zit op onderdelen niet goed in elkaar. Niet alle bevoegdheden en beslissingen hebben een voldoende wettelijke basis en zijn niet transparant en controleerbaar, zoals volgens de Grondwet zou moeten. Zo is het in het licht van het grondrecht op privacy omstreden dat de overheid voorwaarden stelt aan wat mensen achter hun eigen voordeur doen waar het gaat om het ontvangen van bezoek. Het feit dat je voor een overtreding een coronaboete en daarmee een strafblad krijgt, is discutabel.
‘Een wet die de minister de bevoegdheid geeft om regelingen op landelijk niveau te maken, kan helpen om juridische lacunes en ongerechtvaardigde verschillen tussen veiligheidsregio’s weg te nemen. Tegelijkertijd rijzen er nieuwe vragen over de afstemming met lokale verordeningen.
‘En hoe lang blijft de nieuwe wet van kracht? Gaat het om een half jaar en ligt het dan weer voor bij het parlement? Of gaat het om een langere periode? Voor het vinden van een alternatief is het van belang dat de minister de Kamer regelmatig informeert en verantwoording aflegt. Ik kan me voorstellen dat de minister de besluiten die hij neemt eerst moet voorleggen aan de Kamer, waarna Kamerleden twee weken de tijd krijgen om aan de bel te trekken. Doen ze dat niet, dat gaat de regeling in werking. Dat vergt een alerte Kamer, maar zou een deel van de oplossing kunnen zijn.’
Grote zorgen over spoedwet corona: ‘Terug naar de tijd van Willem I’
Nog voor het kabinet iets heeft gepresenteerd, groeit het verzet tegen de wet die de coronamaatregelen moet bestendigen. Grote zorgen bestaan over looptijd en reikwijdte van de wet. ‘Dit veroorzaakt kortsluiting in ons systeem.’
Waarborg onze grondrechten ook in coronatijd, bepleiten Kees van der Staaij en Rob Jetten
Op veel terreinen zijn de SGP en D66 elkaars tegenpolen, maar zij vinden elkaar in hun huiver voor al te strenge inperking van vrijheden in naam van de bestrijding van de coronapandemie. Fractieleiders Kees van der Staaij en Rob Jetten pleiten voor terughoudendheid in de nieuwe tijdelijke wet die het kabinet voorbereidt.