ColumnLisa Bouyeure
Op zoek naar een rechtvaardige wereld is de Twitteraar uit de bocht gevlogen
‘We zijn allemaal hamers geworden op zoek naar spijkers’, schreef Roxane Gay vorig weekend in een gastessay in The New York Times. Met ‘we’ doelt de Amerikaanse cultuurcriticus en universitair hoofddocent op de online mens, of specifieker: de twitteraar. Gay maakte veertien jaar geleden een account aan toen ze nog in een klein, homogeen stadje in Michigan studeerde. Ze ontmoette op Twitter mensen die net als zij zwart, queer of schrijver waren, mensen die ze nog altijd tot haar beste vrienden rekent. Maar van Twitter zelf is de lol wel af, schrijft ze in haar veel gedeelde essay Why People Are So Awful Online.
De oorzaak zoekt ze in de staat van de echte wereld, in de stroom van onrechtvaardigheid die ons klein en machteloos zou maken. Want wat begin je als individu tegen grove mensenrechtenschendingen? Tegen een gaslek waardoor er vlammen uit de zee opstijgen? Gay stelt dat online ruimtes ons de kans geven om nog enige gerechtigheid te krijgen, omdat onrecht er tastbaarder is en er direct mee kan worden afgerekend. ‘Op Twitter kunnen we een beetje macht uitoefenen, onrecht wreken, slechteriken straffen, de zuiveren van hart verheerlijken.’ De chaos is er overzichtelijker en orde ligt er binnen toetsenbordbereik.
Maar de twitteraar is doorgeslagen in de zoektocht naar een alternatief rechtvaardig universum, concludeert Gay nu. Tweets worden uit hun verband gerukt of beoordeeld op wat er allemaal niet in die 280 tekens paste. Slechte intenties worden verondersteld en oude statements opgedregd. En daarbij is elke proportie uit het oog verloren, waardoor een in opspraak geraakte jonge schrijver dezelfde behandeling kan krijgen als een oorlogsmisdadiger.
Voor wie Gay niet kent is het misschien goed om te benoemen dat zij wel de laatste is die terechte kritiek met het opgeblazen idee van cancel culture zal verwarren. Ze is niet van de lawaaierige je-mag-ook-helemaal-niets-meer-zeggen-school. Haar essay gaat meer over het vervagen van de lijn tussen goedbedoelde kritiek en met een vergrootglas naar tekortkomingen speuren. Een perfecte illustratie van het fenomeen vond ik op haar eigen tijdlijn, toen ze stelde dat ze ‘nooit de pdf-versie van een boek zou lezen’ en daarna moest uitleggen dat ze écht niet lichtzinnig over armoede denkt maar gewoon al vaak genoeg naar beeldschermen zit te turen. ‘Guys, niet alles is een fucking social justice issue’, schreef ze enigszins vermoeid.
Zelf denk ik dat er, naast de bedroevende staat van de wereld, nog een tweede oorzaak is van de door Gay beschreven dynamiek. Sociale media zijn zo ingericht dat ieder profiel een piepklein koninkrijkje is waarin de eigenaar de scepter kan zwaaien. Handig, want als er trollen in zicht zijn kun je de brug ophalen en rustig verdergaan met je dag, maar het wekt ook de suggestie dat we allemaal wel erg belangrijk zijn. ‘Wat houdt je bezig?’, wil Twitter continu van ons weten. Want het draait hier om jou, het stralende middelpunt. Om jouw foto’s, belevenissen, interesses, meningen en moraal. Sociale media hebben ons de illusie gegeven dat alles wat we denken, vinden of voelen altijd relevant is, dus als het even niet over ons gaat, maar bijvoorbeeld over iemands afkeer van boeken in pdf-formaat, dan zórgen we wel dat het over ons gaat.
Gay heeft overigens een prima oplossing gevonden om aan de geestdodende dynamiek te ontsnappen: meer tijd spenderen met mensen die geen flauw idee hebben van wat zich online allemaal afspeelt. Zelf heb ik een beste vriendin die ik pas nog tevergeefs heb proberen uit te leggen wat een meme is. Je krijgt er zo veel voor terug.