Commentaar
Ooit zal de politiek moeten vaststellen dat de grenzen van de zorg zijn bereikt
Heikele ethische vragen kunnen niet eindeloos worden doorgeschoven.
Na de sociale zekerheid neemt de gezondheidszorg de grootste hap uit de Nederlandse begroting: 86,7 miljard euro, ofwel 26 procent van de totale rijksuitgaven (336,6 miljard euro in 2020). Onderwijs, cultuur en wetenschap (ook best belangrijk) zijn goed voor 12 procent. Maar anders dan andere begrotingsposten, lijkt zorg alleen maar te kunnen uitdijen. Ter verklaring van die ontwikkeling – die iets wegheeft van een natuurwet – wordt dan verwezen naar de vergrijzing. Die zou onontkoombaar tot een aanhoudende stijging van de zorgkosten leiden.
De vergrijzing is echter niet de enige, en misschien zelfs niet eens de belangrijkste, factor in een kostenontwikkeling die op termijn onhoudbaar is. Juist in de zorg, waar personeelstekorten heersen en waar handelingen in protocollen zijn vastgelegd, heerst de macht van de gewoonte. Die gewoonte is echter niet altijd (kosten-)efficiënt. Op medische handelingen die routinematig worden uitgevoerd (soms letterlijk: pleisters plakken), zou flink bezuinigd kunnen worden.
Belangrijke adviesorganen, zoals de SER en de WRR, hebben er dan ook bij de regering op aangedrongen om met betrekking tot de zorg ‘scherpe keuzes’ te maken. Die keuzes zullen zich ook moeten uitstrekken tot vragen die de politiek tot dusverre angstvallig heeft gemeden: wanneer zijn dure medische ingrepen of therapieën te duur? Is elke ingreep die technisch mogelijk is daardoor ook wenselijk? Kunnen (hoog-) bejaarden aanspraak maken op dezelfde zorg als jongeren? Mogen de leefgewoonten van een patiënt een rol spelen bij de keuze voor een behandeling? Is palliatieve zorg op een zeker moment niet te verkiezen boven een behandeling die slechts een geringe levensverlenging tot gevolg heeft?
Eigenlijk komen al deze vragen op hetzelfde neer: is het recht op zorg onbegrensd? Tot dusverre werd die vraag, zo ze überhaupt werd gesteld, in de regel bevestigend beantwoord. Sterker: gelijke zorg voor iedereen was de pijler van de verzorgingsstaat. Aan die vanzelfsprekendheid komt na enkele decennia een einde. Voor de medewerkers in de zorg is dit al de dagelijkse realiteit. Maar politici schuiven de vragen die geen van hen hardop durft te stellen eensgezind door naar het volgende kabinet. Maar ooit zullen ze even eensgezind moeten vaststellen dat de zorg tegen de grenzen van de groei is aangelopen.
In het Volkskrant Commentaar wordt het standpunt van de krant verwoord. Het komt tot stand na een discussie tussen de commentatoren en de hoofdredactie.