ColumnSander Schimmelpenninck
Onsmakelijk hoe fatsoenlijke mensen corona-angst omzetten in een morele overtoep
Nederland liet zich altijd al het beste samenvatten met het beeld van Ingrid die vanachter haar geraniums de wereld de maat neemt, terwijl Henk in zijn tegeltuintje de voetbal van de buurjongen lek steekt. Corona heeft er echter voor gezorgd dat ook vele zichzelf als ruimdenkend bestempelende mensen hopeloos door de mand zijn gevallen als ordinaire angsthazen. De laatste schijnprogressievelingen en -liberalen die nog in de kast zaten, kregen op 1 juni het laatste duwtje in hun coming-out als conservatief.
Na zich drie maanden voorbeeldig te hebben gedragen en zich solidiair te hebben opgehokt, protesteerden duizenden jongeren op de Dam tegen racisme. Niet gespeend van een zekere symboliek protesteerden zij op 1 juni, de dag dat we weer een beetje open gingen, voor een betere naleving van artikel 1 van de Grondwet. De sfeer was gedragen en serieus, de meesten hadden mondkapjes. Na maanden waarin de korte termijnangst voor een voor jongeren ongevaarlijk virus allesoverheersend was, stonden zij op voor hún toekomst, hún zorgen en hún gevoel van rechtvaardigheid. Ik vond het mooi: mag het een keertje?
De Hollandse onderbuik dacht er flink anders over en had dankzij corona een extra stok om mee te slaan. In een waar orgasme van geraniummoralisme stuwden de reactionaire krachten elkaar tot ongekende hoogte op. Een jonge vent die namens de VVD in de Rotterdamse Raad zit, koppelde op Twitter schaamteloos de eenzame coronadood van zijn oma aan het optreden van burgemeester Femke Halsema, en velen repten met hem over ‘een middelvinger naar de zorg’. Smerige emoterreur; het één heeft werkelijk geen bal met het ander te maken. Mopperende ondernemers kwamen in hun eeuwige eendimensionaliteit niet verder dan wat afgunstboertjes – hunnie wél.
Het hoogtepunt was de hopeloos marginale Guido den Aantrekker, hoofdredacteur van Story, die ondanks forse concurrentie van andere domrechtse dompteurs zijn kans zag om een hoofdrol in de anonieme likejesbevrediging te pakken. Hij tweette dat hij er persoonlijk voor zou gaan zorgen dat Halsema zou worden afgezet, ‘#mediaoorlog’. Zelden in de geschiedenis van de mensheid steeg er een kleinere hoeveelheid macht naar iemands hoofd. Alsof burgemeester Femke Halsema bovendien niet al jaren gebukt gaat onder een smerige spruitjeshetze van wat we nu allemaal De T. mogen noemen.
Als Femke Halsema geen burgemeester was, en het onderwerp van de demonstratie niet racisme was, zou de opwinding een factor tien kleiner zijn geweest, zo simpel is het. Er is daarnaast iets ontzettend onsmakelijks aan de manier waarop normaliter best fatsoenlijke mensen hun eigen angst voor corona omzetten in een morele overtoep, als het ultieme argument dat alle andere opzij zet. Als puntje bij paaltje komt, zijn we net zulke regeltjesfetsjisten als de Duitsers; regels zijn regels en als zij dan wij ook, en appels zijn ook heus peren. Terwijl leiders zich juist onderscheiden door niet altijd de regels te volgen, anders kun je er net zo goed een boa neerzetten.
De mythe van Nederland gidsland mag na deze week gerust doodverklaard, maar de demonstratie op de Dam is tóch een lichtpuntje. Het verstandige deel van de jongeren liet van zich horen, op een onderwerp waarop ieder mens zich kan verenigen. Het ging eindelijk eens over de stille meerderheid van progressieve jongeren, en niet over de sneuneuzen van het Kevinconservatisme, tieners en twintigers met jaren vijftigkapsels die dankzij de opkomst van het FvD een reddingsboei hebben in hun bangige jongvolwassenheid. De fysieke aanwezigheid van duizenden jongeren in het centrum van onze hoofdstad was een belangrijk statement in een tijd waarin ouderen het debat en het door politiek en media overschatte Twitter domineren.
Soms is het goed om de boel op scherp te zetten; dan worden dingen vloeibaar. Na een roerige week mag progressief en liberaal Nederland tevreden constateren dat de storm van afschrikwekkende kleinburgerlijkheid die over Nederland ging veel fatsoenlijke mensen definitief naar het goede kamp heeft geblazen. Met premier Rutte, onze nationale windvaan, als meest prominente.