Opinie

Onderzoek Nederlandse én Indonesische oorlogsmisdaden

Een gezamenlijk onderzoek naar de misdaden van beide zijden in het conflict tussen 1945 en 1949 zou een mooi gebaar zijn tussen Nederland en Indonesië.

Bart Schut
Volgens minister Hennis stonden we in Indonesië 'aan de verkeerde kant van de geschiedenis'. Maar wie stond dan aan de goede kant? Beeld anp
Volgens minister Hennis stonden we in Indonesië 'aan de verkeerde kant van de geschiedenis'. Maar wie stond dan aan de goede kant?Beeld anp

'Wij stonden aan de verkeerde kant van de geschiedenis', meent minister van Defensie Jeanine Hennis. Zij refereert hiermee aan de Indonesische dekolonisatie-oorlog, die wij zo eufemistisch 'Politionele Acties' hebben gedoopt.

Als Hennis hiermee bedoelt dat kolonialisme historisch gezien fout was, heeft zij natuurlijk een punt. Het feit dat elke militair superieure cultuur in de geschiedenis zich schuldig heeft gemaakt aan het veroveren van zwakkere, doet daar weinig aan af.

Maar als Nederland aan de verkeerde kant van de geschiedenis stond, wie stond dan aan de goede? De leiders van de onafhankelijkheidsbeweging in het toenmalige Nederlands-Indië? Die zal de minister van Defensie hopelijk niet bedoelen. Soekarno en Hatta werkten samen met de Japanse bezetter, een moreel verwerpelijke - zo niet criminele - daad. Niet omdat dit 'verraad' aan Nederland betekende, de Indonesische leiding was terecht niet loyaliteit aan haar koloniale overheersers, maar wel omdat de 'Aziatische broeders' van het Japanse leger de inheemse bevolking vaak slechter behandelden dan de Nederlanders.

Sowieso bleek niet lang na de onafhankelijkheid dat Soekarno allesbehalve een heilige was. 's Lands eerste dictator kan moeilijk aan de juiste kant van de geschiedenis worden geplaatst, evenmin als zijn opvolger en held uit de onafhankelijkheidsstrijd Soeharto - een massamoorde bij wie vergeleken meedogenloze Nederlandse militairen als generaal Simon Spoor of kapitein Raymond 'de Turk' Westerling koorknapen waren. En dan behoorden Soekarno en Soeharto nog tot de meer gedisciplineerde onafhankelijkheidsstrijders.

Discipline ontbrak volledig bij de ongeorganiseerde bendes van jonge opstandelingen, 'pemoeda's', die in het machtsvacuüm kort na de Japanse capitulatie een schrikbewind voerden over, wel, iedereen. Waar veel blanke Nederlanders tegen hen werden beschermd door hun Japanse voormalige concentratiekampbewakers, trokken jonge opstandelingen moordend, plunderend en verkrachtend door steden en kampongs. Hun slachtoffers: Nederlanders die de kampen hadden verlaten, mixed race 'Indo's' (door hen gezien als collaborateurs), Molukkers, Chinezen en uiteraard ook de gewone Indonesiër.

Schattingen over het aantal dodelijke slachtoffers van de bersiap - de misschien wel meest genegeerde periode uit onze 20ste-eeuwse geschiedenis - lopen uiteen van enkele duizenden tot vele tienduizenden.

Bart Schut, journalist. Beeld
Bart Schut, journalist.Beeld

Waar het de regering in Den Haag kwalijk genomen kan en móet worden dat zij te lang vasthield aan het behoud van het juweel in de Nederlandse koloniale kroon (met name de twee Politionele Acties vanaf 1947 dus), is het onzin te stellen dat het neerslaan van de opstand in 1945 door geallieerde en in 1946 door Nederlandse troepen ons land aan de verkeerde kant van de geschiedenis zou plaatsen. Als, like it or not, op dat moment bevoegd gezag, had Nederland het recht de orde te herstellen op wat toen nog zijn grondgebied was en de plicht de terreur van de pemoeda's te beëindigen.

Dat hierbij misdaden zijn gepleegd aan beide zijden en dat deze aan Nederlandse kant structureler en grootschaliger waren dan bleek uit het niet bepaald diepgravende onderzoek in 1969, ligt voor de hand. Dekolonisatieoorlogen zijn per definitie smerig en aan 'onze' kant werd die ook nog eens gevoerd door jonge, vaak getraumatiseerde slachtoffers van de Duitse en Japanse bezetting. Dit is geen rechtvaardiging van hun optreden, en zeker niet van de manier waarop de legerleiding misdaden door de vingers zag of er zelfs opdracht toe gaf, maar het is een feit waarmee 70 jaar na dato wel degelijk rekening mag worden gehouden.

Het is niet waarschijnlijk dat Indonesië zelf zit te springen om een onderzoek naar oorlogsmisdaden tijdens de Politionele Acties, maar dat is op zichzelf geen reden dit niet uit te voeren. Meer informatie over ons verleden kan nooit kwaad, hoe pijnlijk de conclusies ook kunnen zijn. Maar dat onderzoek dient dan wel onafhankelijk te zijn en niet te worden beïnvloed door de persoonlijke opvattingen over goed en kwaad van politici anno 2016. Zelfkastijding met een schuin oog op een politiek-correcte agenda hic et nunc zal niet leiden tot de waarheid en niets dan de waarheid.

Het zou een mooi gebaar van vriendschap en verzoening tussen Nederland en Indonesië zijn als een gezamenlijk en breed onderzoek zou worden uitgevoerd naar de misdaden die beide zijden in het conflict tussen 1945 en 1949 hebben begaan. Aan de andere kant is het een voorbeeld van paternalistisch, welhaast neokolonialistisch betuttelracisme als slechts de misdaden van witte en niet die van bruine daders het waard zijn onderzocht te worden.

Bart Schut is journalist. De familie van zijn vader komt uit het voormalige Nederlands-Indië.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden