OpinieDrugsbeleid

Nieuwe war on drugs is volkomen zinloos

Zonder regulering van de drugsmarkt zal de aanpak van de georganiseerde misdaad mislukken, betoogt drugsdeskundige Tom Blickman.

Tom Blickman
Acteurs met kalasjnikovs tijdens de reconstructie van een drugsmoord bij het Amsterdamse wijkcentrum Wittenburg (2018) voor Opsporing Verzocht. 
 Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant
Acteurs met kalasjnikovs tijdens de reconstructie van een drugsmoord bij het Amsterdamse wijkcentrum Wittenburg (2018) voor Opsporing Verzocht.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Toen de ministers van Justitie, Van Agt, en Volksgezondheid, Vorrink, in 1976 het beleid rond cannabis liberaliseerden waren zij zich er terdege van bewust dat de legalisering en regulering van wiet eigenlijk de beste oplossing was of in ieder geval de minst slechte. Zij waren zich er ook van bewust dat zo’n maatregel internationaal zeer omstreden zou zijn. Vijftien jaar eerder immers, in 1961, had de wereldgemeenschap, met de VS voorop, op nogal discutabele gronden besloten dat een aantal drugs verboden moest worden.

Het resultaat was dat Nederland het bezit en gebruik en zelfs op den duur de aankoop van cannabis via coffeeshops decriminaliseerde, maar de teelt en productie bleef verbieden, in de overtuiging dat de rest van de wereld weldra zou begrijpen dat regulering inderdaad de minst slechte oplossing was. Dat leek naïef. Met ­Ronald Reagan werd de war on drugs nieuw leven in geblazen. Nu, vier decennia later, kan niet anders dan geconstateerd worden dat die aanpak een faliekante mislukking is. Volgens het World Drug Report van de Verenigde Naties was er nog nooit zo veel cannabis, cocaïne, heroïne en synthetische drugs op de markt tegen lagere prijzen en van hogere zuiverheid.

Ondertussen blijkt dat Van Agt en Vorrink hun tijd ver vooruit waren. Uruguay en Canada hebben cannabis legaal gereguleerd, net als elf staten in de VS. Meer dan 20 procent van de Amerikanen kan legaal zijn wietje kopen. Het federale verbod in de VS heeft zijn langste tijd gehad. In Europa hebben Luxemburg en Malta aangekondigd cannabis te willen reguleren. In navolging van Nederlandse gemeenten willen diverse ­steden in Duitsland, Spanje, Denemarken en Zwitserland naar een gereguleerde cannabismarkt.

Was Nederland veertig jaar geleden de tijd ver vooruit, met het ondermijningscircus Tops & Tromp wordt de war on drugs weer heringevoerd, zo blijkt uit hun rapport De achterkant van Amsterdam. Er moet weer worden ingezet op een ‘harde aanpak’ en meer politiebevoegdheden, naast het stigmatiseren van gebruikers. Dat wordt weer een enorme kater over een paar jaar. Een parlementaire commissie zal in 2025 constateren dat deze aanpak heeft gefaald, als niet ondertussen voor een andere aanpak wordt gekozen. Die andere aanpak is mogelijk en niet naïef zoals velen beweren. Integendeel, het is naïef te veronderstellen dat met het constant herhalen van mislukt beleid het deze keer wel gaat lukken.

Geschiedenisles

Je kunt leren van de geschiedenis. Eerst moesten de kilo’s onderschept worden. Mislukt: de kilo’s cocaïne klotsen wereldwijd tegen de plinten. Toen moesten de kerels die er grof geld aan verdienden worden kaltgestellt: mislukt, die lopen voor het merendeel nog vrij rond volgens politie en justitie. Toen moesten de illegale geldstromen worden aangepakt. Met het instellen van de Financial Action Task Force in 1989 tegen witwassen van drugsgelden werd dat een speerpunt van beleid. Dertig jaar later blijkt daar ook weinig van terecht te komen. ‘Professionele witwassers (...) maken via het banksysteem miljarden illegale drugs- en andere criminele winsten met een slagingspercentage van 99 procent’, constateerde de baas van Europol, Rob Wainwright, in 2018. ‘De banken geven jaarlijks 20 miljard dollar uit om het nalevings­regime te beheren . . . en we nemen elk jaar 1 procent van de criminele activa in Europa in beslag.’

Dit zal dus ook weinig bijdragen aan het ontmantelen van de drugsmarkt. Wat niet wil zeggen dat het aanpakken van illegale geldstromen zinloos is, al was het maar om allerlei vormen van criminaliteit te bestrijden. Net als het monitoren van de vastgoedmarkt, zoals Tops & Tromp voorstellen in hun rapport. Andere voorstellen zijn echter absurd, zoals het invoeren van het ingezetencriterium – geen verkoop aan toeristen, wel aan inwoners – voor coffeeshops in Amsterdam. Briljant. Om de zwarte markt aan te pakken, verdubbelen we die eerst. Je moet er maar opkomen.

Tops wist ook al te melden dat er ‘vooralsnog geen aanwijzingen’ zijn dat de legale regulering van cannabis in Canada de criminelen de wind uit de zeilen heeft genomen na gesprekken met de politie aldaar. De regulering van cannabis in Canada loopt nog geen jaar, maar Tops heeft zijn conclusies al klaar. Inderdaad, er is nog een illegale markt, maar 60 procent is inmiddels overgegaan naar de legale markt. De problemen worden veroorzaakt door een tekort aan ­legale wiet die vaak ook van mindere kwaliteit is. Het is simpelweg nog te vroeg om conclusies te trekken. Een meer gedegen analyse van de effecten van de invoering van gereguleerde wiet in Canada, niet louter op basis van gesprekken met de politie, zou nuttige informatie kunnen opleveren voor het reguleren van wiet in Nederland. Hopelijk wordt dat niet aan ­Pieter Tops uitbesteed.

Halfbakken experiment

Stelselmatig wordt ontkend dat vraag en aanbod van drugs een markt is die zich niet laat ontmantelen door de aanbodzijde aan te pakken, noch door de vraag te stigmatiseren. Het verbod op drugs heeft geen draagvlak bij het grootste deel van de Nederlandse bevolking. De meeste gebruikers doen dat probleemloos en zouden hun waar liever kopen op een legale markt, met waarborgen voor de kwaliteit en waar belastingopbrengsten worden besteed aan de mensen die in de problemen komen.

Het wordt tijd voor het legaal reguleren van drugsmarkten. Te beginnen met cannabis. Nu, en niet na een halfbakken experiment van vier, vijf, zes jaar. Daarna de andere drugsmarkten. Ja, dat zal internationaal gezien obstakels opleveren. Het aanpassen van de internationale drugsverdragen is niet van vandaag op morgen te realiseren. Dat is geen reden er vanaf te zien. Veertig jaar geleden wilden Van Agt en Vorrink dat debat al aan, maar werden als naïef versleten, en al die jaren zijn verloren gegaan om een effectief drugsbeleid te ontwikkelen. Er zijn opties om met gelijkgezinde landen een nieuwe weg in te slaan.

Tom Blickman volgt bij het Transnational Institute (TNI) het (inter-) nationale drugsbeleid al zo'n twintig jaar.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden