essay
Niets te kiezen bij de waterschappen? Het is juist al jaren niet zo spannend geweest
Ook in de waterschappen spelen conflicterende belangen waar u heus iets van vindt, betoogt Sheila Sitalsing. Een recente wetswijziging maakt de verkiezingen bovendien democratischer dan ooit. Dit is hét moment om de besturen op te schudden.
Dit is een ode aan de waterschapsverkiezingen, die doorgaans nuffig worden genegeerd of geridiculiseerd, terwijl ze liefdevolle aandacht verdienen, en gloeiende debatten, en aanstekelijk enthousiasme.
Geloof de mensen niet die verkondigen dat er niks te kiezen valt, want in schaarste valt áltijd te kiezen. Schaarste is per definitie politiek, want de politiek gaat over de verdelende rechtvaardigheid en over de vraag of het aan de markt, aan de grootste bek, of aan wet- en regelgeving is om te bepalen wie wat krijgt.
En dat is waar de waterschapsverkiezingen over gaan: schaarste.
Over schaars water in droge tijden, die de afgelopen jaren zo droog zijn geweest dat de Kleine Aa bij Someren volledig droog kwam te liggen en de maïs, uien en zelfs bloemen er niet meer besproeid mochten worden met water uit beken of sloten.
Over schaarse opvangruimte en afvoermogelijkheden voor overtollig water in natte tijden. Gedenk 2021, toen Waterschap Limburg tevergeefs alle vierhonderd tijdelijke regenbuffers tegelijk openzette, terwijl de huizen onderliepen en de auto’s door de straten dreven.
Over schaarse ruimte waar een koe op kan grazen, een huis op kan staan, natuur op kan bloeien, mannen in lycra op racefietsen zich kunnen vermaken, maar niet alles tegelijk.
Over waterschapsbelastingen en dus over geld – geld is altijd schaars.
En over macht – macht is helemáál schaars.
Een curieuze mengvorm
Hoezeer het in het waterschap over macht gaat, ondervond Laura Bromet, Tweede Kamerlid voor GroenLinks, toen ze een paar jaar geleden een wetsvoorstel indiende om een einde te maken aan de vaste zetels in de waterschapsbesturen. Die maakten toen circa een kwart tot eenderde van het totaalaantal zetels uit. Ze waren gereserveerd voor benoemde vertegenwoordigers van boeren, bedrijven en natuurorganisaties. Daardoor was het waterschapsbestuur een curieuze mengvorm van gekozen volksvertegenwoordigers en ongekozen belangenbehartigers, waar elke poging tot bestuurlijke vernieuwing op afketste.
Waterschapsbesluiten zijn klimaatbesluiten en klimaatbesluiten zijn politieke besluiten. Dus zijn geborgde zetels slecht voor de democratie, meende Bromet.
In haar tijd als wethouder in de gemeente Waterland was ze weleens op werkbezoek geweest bij het waterschapsbestuur, en daar was ze geschrokken van de ‘oudere mannen in een cirkel’ die ze aantrof. Dát is niet wat bedoeld wordt als ze zeggen dat het waterschap de oudste bestuurslaag van Nederland is, nog stammend uit de tijd dat kleine gemeenschappen samen de molen beheerden om hun stukje land droog te houden.
Bromet zag vooral ‘besturen die heel ver van hun inwoners afstonden. Totaal niet gewend zich te verhouden tot de burgers.’
Terwijl er genoeg conflicterende belangen zijn waar burgers heus iets van vinden. Bomen op de dijk sparen – of liever juist niet, want dat kost klauwen vol waterschapsbelastinggeld. Oude molens in ere herstellen en beheren – of liever niet, vanwege die klauwen vol. Hengelen – of liever niet. Bevers meteen afschieten, de dieren eerst proberen te verleiden géén gangen in de waterkeringen te graven en dan pas gaan schieten, of helemaal niet op bevers schieten. Kiezen voor een laag waterpeil (gunstig voor de boer omdat zijn vee en tractoren niet wegzakken in de blubber, nadelig voor het veen dat droog komt te liggen en CO2 gaat vrijgeven) of een hoog waterpeil (gunstig voor de grutto, het veen en de natuur in het algemeen). Dat laatste, het waterpeil, is de misschien wel meest brisante en meest politieke kwestie in het waterschap.
Al moeten we het thema waterkwaliteit niet uitvlakken, want men kan weliswaar op veel plekken in dit land tamelijk gevaarloos zwemmen in plassen en grachten, toch is de algemene waterkwaliteit hier volgens Europese normen bij lange na niet goed genoeg. Lange tijd gold waterkwaliteit als een technische kwestie van algemeen aanvaarde normen die bij uitstek apolitiek zouden zijn, ‘want iederéén wil min of meer schoon water’. Maar sinds een andere zogenaamd ‘technische kwestie’ – stikstof – het land bijkans in brand heeft gezet, weten we dat er geen apolitieke, technische kwesties bestaan. Waterrechtdeskundigen waarschuwden in deze krant al voor ‘stikstofachtige toestanden’ en dreigende miljardenboetes uit Brussel.
Dat waterbeheer ‘niet links en niet rechts is’ zoals je weleens hoort, is kortom quatsch.
Spannendste waterschapsverkiezingen in jaren
De tegenwind die opstak toen Bromet, gesteund door haar collega Tjeerd de Groot van D66, voorstelde de geborgde zetels af te schaffen, was dan ook hard. ‘Heel hard. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt’, zegt ze nu. Eerst kwamen de boerenorganisaties in het geweer, toen de belangenorganisatie van bedrijven VNO-NCW.
Een bombardement van protestbrieven en heel veel lobbykracht later werd afgelopen december, vlak voordat partijen hun definitieve kieslijsten voor de waterschapsverkiezingen moesten indienen bij de Kiesraad, een compromis verankerd in de wet. Er zullen vanaf de komende verkiezingen per waterschap nog maar twee geborgde zetels voor landbouworganisaties zijn en twee voor natuurorganisaties. Met dank aan Bromet, die dit een hoogtepunt in haar politieke bestaan noemt, en ‘een revolutionaire verandering in de machtsstructuren’.
Waardoor we de spannendste waterschapsverkiezingen in jaren tegemoetgaan. Zal het de bedrijvenorganisaties die hun gegarandeerde zetels in rook zagen opgaan, lukken om zich langs democratische weg terug te vechten? Zullen kiezers hun vergrote macht aanwenden om geur, kleur, richting en temperament van de besturen te veranderen?
Niet vindbaar op een site
Er zijn mensen die om dat soort vragen moeten lachen. Chris Aalberts, een journalist die zich als een van de weinigen een tijdlang verdiepte in de waterschapspolitiek, bijvoorbeeld. Hij vindt dat de verkiezingen net zo goed kunnen worden afgeschaft. Omdat veel watervraagstukken volgens hem technisch zijn en omdat de meeste partijen toch allemaal voor ‘goed waterbeheer’ zijn en voor ‘toekomstbestendig’ beleid, en ook anderszins min of meer hetzelfde vinden. Sommige deelnemende partijen, zo ontdekte Aalberts, hebben niet eens de moeite genomen hun verkiezingsprogramma vindbaar op een site te zetten.
Theo Dersjant, eveneens journalist, beet zich vast in het waterschap Rivierenland (ze schrokken zich er te pletter, kritische belangstelling van een journalist, dat hadden ze niet eerder meegemaakt!), en schreef er het boek Oud bestuur over. Daarin stelt hij: ze doen in zo’n bestuur helemaal niets met hun gekozen mandaat. En geen haan die ernaar kraait.
Daar zou een defaitistische ziel de conclusie ‘laat ook maar’ uit kunnen trekken en zijn stempas verscheuren. Maar democratie is niet voor defaitisten. Stemmen kan altijd iets teweegbrengen, niet-stemmen levert sowieso niets op. En na het deels verdwijnen van de geborgde zetels weegt de stem van de waterschapskiezer zwaarder dan ooit tevoren.
Dit is hét moment om de waterschapsbesturen op te schudden. Dit is hét moment om kieswijzers uit te proberen, programma’s uit te pluizen, rond te dwalen in de heerlijke, wondere, relevante wereld van het waterschap. Dit is hét moment om een positie te kiezen. Nog elf dagen. Daarna is het moment voorbij.
Waterschapsverkiezingen
Er zijn 21 waterschappen. De grenzen worden bepaald door waar het water stroomt. Op 15 maart kunnen inwoners het bestuur van hun waterschap kiezen. De besturen zijn achttien tot dertig leden groot en gaan over zaken als het beheer van dijken en sluizen, de kwaliteit van het water en het grondwaterpeil. De besturen zijn te vergelijken met een gemeenteraad: ze stellen het beleid vast en controleren of het dagelijks bestuur dit goed uitvoert. De verkiezingen zijn om de vier jaar en vallen samen met die voor de provinciebesturen.
Veel landelijke partijen doen mee (CDA, VVD, PvdA, BBB, JA21, ChristenUnie, BVNL), soms overal of bijna overal, soms in een enkel waterschap. Daarnaast zijn er inderhaast opgerichte, aan het bedrijfsleven gelieerde partijen die de verloren geraakte geborgde bedrijfszetels langs democratische weg proberen terug te hengelen. En al langer bestaande waterschapspartijen, zoals Water Natuurlijk en de Algemene Waterschapspartij. In Limburg, waar de waterschade van 2021 nog vers in het geheugen ligt, doen de meeste partijen mee: achttien.
Op mijnstem.nl staan kieshulpen.