ColumnMax Pam

Nederlanders zien zichzelf als vlijtig, deugdzaam en betrouwbaar, maar de statistieken wijzen anders uit

null Beeld
Max Pam

Vorige week schreef ik in­zake de coronacrisis dat wij alles moeten wantrouwen wat uit China komt en vooral in de gaten moeten ­houden hoe China’s ‘opstandige provincie’ Taiwan de uitbraak ­bestrijdt. In De Standaard stond gisteren dat ‘Nieuw-Zeeland leerde van Taiwan en de perfecte cocktail vond van wetenschap, striktheid en didactisch talent’. Resultaat: minimaal aantal doden.

Mijn kritiek werd door sommigen weggezet als complotdenken, maar daar heeft het niets mee te maken. Het is voor de bestrijding van het grootste belang dat wij te weten komen waar de oorsprong van het virus ligt: komt het via een markt in Wuhan waar wellicht ­levende vleermuizen zijn verhandeld of komt het uit een virologisch laboratorium nabij Wuhan, waar onderzoek wordt gedaan naar het vleermuizenvirus? Australië heeft inmiddels een onafhankelijk onderzoek geëist, maar de kans daarop lijkt vooralsnog niet groot. ­Peking wil niets weten van dat soort onderzoeken.

Onduidelijkheid bestaat over de vraag wie de eerste slachtoffers waren van het virus. Uit China zelf kwamen berichten dat de eerste slachtoffers nooit op de markt van Wuhan zijn geweest, maar die ­werden snel gecensureerd. Over complotdenken gesproken: aanvankelijk wilden de Chinese autoriteiten ons doen geloven dat het virus uit de Verenigde Staten was meegenomen, maar dat kon niet lang worden volgehouden.

Het laboratorium in Wuhan is begonnen als een samenwerking tussen de Amerikanen en de Fransen. Afgelopen week schreef Josh ­Rogin tot twee maal toe in de The Washington Post dat de Amerikanen zich uit het project hebben ­terugtrokken, omdat hun onder­zoekers het lab niet veilig vonden. Nog veel kwaaier zijn de Fransen, die honderden miljoenen in het Wuhan-avontuur hebben gestoken, zoals blijkt uit verschillende artikelen in Le Monde. Toen vragen over de veiligheid ter sprake kwamen, zijn de Fransen door de ­Chinezen aanvankelijk genegeerd en later helemaal uit het project gezet. Zo gaat het vaak in China.

Opmerkelijk daarbij is de rol van de Franse viroloog Luc ­Montagnier, die zowel de Heinekenprijs als de Nobelprijs heeft gekregen. Hij is al op hoge leeftijd (87), maar nog bij de pinken, en als nestor van de Franse geneeskunde is hij via zijn contacten met de Franse regering goed geïnformeerd over wat zich in en rond Wuhan heeft afgespeeld. Volgens Montagnier moet het virus wel uit het laboratorium komen, een opmerking die hem op zware kritiek kwam te staan, uiteraard vooral vanuit China en uitgesproken door hen die op de een of andere manier van China afhankelijk zijn.

Toch kunnen wij die opmerking van Montagnier maar beter goed in onze oren knopen. In elk geval sprak Le Monde afgelopen zaterdag over ‘een gevaarlijke relatie’ tussen Frankrijk en China, die allerlei ‘geopolitieke gevolgen’ heeft. In plaats van openheid te geven, probeert China de kritiek via politieke druk tot zwijgen te brengen. Zo hebben de Chinezen zich al drie keer beklaagd bij Brussel. Volgens een commentaar in The Financial Times heeft Brussel uit angst voor repercussies heel slap gereageerd op de Chinese oproep tot Europees zelfcensuur.

Je zou verwachten dat een pandemie die duizenden levens kost, noopt tot openheid en internationale solidariteit, maar het tegendeel is het geval. Zelfs in Europa probeert elk land op zijn eigen manier de crisis op te lossen. Van Estland tot Spanje, overal gaat het anders en regeert de natiestaat. De grenzen zijn letterlijk gesloten. ­Elkaar helpen zonder aangezien des persoons is er niet meer bij, Nederland voorop. Zo trof ik in Le Figaro een stuk aan van de ­Franse economen Dany Lang en Isabelle Salle onder kop: ‘Waarom Nederland ons geen lessen heeft te geven.’

De Franse kritiek komt, in mijn woorden, op het volgende neer: het is ongekend dat Wopke Hoekstra, de Nederlandse minister van Financiën, in tijden van een levensbedreigende crisis de hand op de knip houdt bij het helpen van andere landen. Nederlanders zien zichzelf als vlijtig, deugdzaam en betrouwbaar, maar de statistieken wijzen anders uit. De auteurs zeggen net niet dat Nederlanders lui zijn, maar wel dat zij ‘minder werken dan wie ook’.

Bovendien klagen Nederlanders over de schulden van anderen, terwijl zij zelf in de vorm van hypotheken de grootste schuld hebben van allemaal. Toppunt is dat zij die hypotheken ook nauwelijks van plan zijn af te lossen. In geldzaken verlangt Nederland betrouwbaarheid, maar zelf is het een belastingparadijs en ontloopt daarmee zijn financiële en sociale verantwoordelijkheid. Het is pure arrogantie van Wopke om anderen in Europa een lesje te willen leren. Aldus de auteurs. Ikzelf voeg eraan toe: de KLM verkopen en dan net doen alsof die van jou is.

Dr. Lang doceert aan de Sorbonne, dr. Salle aan de universiteit ­Amsterdam. Zo hoor je het ook eens van een ander, en toch ook een beetje van jezelf.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden