OpinieOpvang in de regio
Nederland moet in Curaçao aan zijn zorgplicht richting Venezolaanse vluchtelingen voldoen
Minister Ollongren en staatssecretaris Knops, nu op de Antillen, dienen het probleem van de Venezolaanse vluchtelingen op te lossen.
Opvang in de regio is een centraal begrip in het buitenlandbeleid van de Nederlandse regering. Net als mensenrechten. Doorgaans liggen regio’s waar vluchtelingen dienen te worden opgevangen, ver buiten de grenzen van ons koninkrijk. Onverwacht is het Nederlandse koninkrijk nu zelf die regio, in een klein, maar bijzonder ‘hoekje’: Curaçao. De opvang van vluchtende Venezolanen op het eiland schiet tekort: mensenrechten worden geschonden. Het is hoog tijd dat het koninkrijk werk maakt van goede opvang van vluchtelingen in de eigen regio.
Radeloos
Curaçao, een eilandstaat met 160 duizend inwoners, worstelt met grote problemen. De exploitatie van de Curaçaose olieraffinaderij door de Venezolaanse oliemaatschappij bracht veel werkgelegenheid en deviezen, net als rijke Amerikanen en Venezolanen die hun geld stuk sloegen in paradijselijke toeristenoorden.
Nu is alles anders. Vanwege Amerikaanse sancties tegen Venezuela staat de raffinaderij vrijwel stil, hotels sluiten hun deuren, luchtvaartmaatschappij Insel Air is failliet verklaard. 26 procent van de bevolking is werkloos. De crisis in Venezuela trekt diepe sporen in de Curaçaose economie en de overheidsfinanciën lopen spaak. Vorige week dinsdag kwam de langverwachte derde Aanwijzing van het College financieel toezicht op Curaçao.
Ondertussen voltrekt zich in Venezuela, nog geen 80 kilometer verderop, een politiek, sociaal en economisch drama. De wereldgemeenschap bereid zich voor op het grootschalige verstrekken van humanitaire hulp. Radeloze Venezolanen verlaten het land.
En daar begint het op Curaçao te wringen. Onder druk van een morrende bevolking, een haperende economie en teruglopende overheidsinkomsten probeert de regering in Willemstad ongedocumenteerde Venezolaanse migranten te weren. Deze groep wordt weggezet als criminelen.
Bootjes
Al generaties reizen mensen heen en weer tussen het Zuid-Amerikaanse vasteland en de Caraïbische eilanden voor de kust. Bootjes brengen vis, fruit en seizoenarbeiders. Allemaal buiten de officiële regels om en zonder internationaal toezicht. Naast vis en fruit brengen de bootjes ook drugs en wapens en faciliteren zij mensenhandel. En nu dus ook in toenemende mate vluchtelingen uit Venezuela.
Deze vluchtende Venezolanen, die mogelijk recht hebben op internationale bescherming, worden het kind van de rekening. Zij krijgen geen opvang of bescherming, maar worden behandeld als criminelen die zo snel mogelijk moeten worden uitgezet. Dat dit gepaard gaat met mensenrechtenschendingen, ligt de Curaçaose regering niet van wakker. Die waarschuwt keer op keer voor een mogelijk aanzuigende werking indien zij niet hard optreedt tegen illegale Venezolanen.
Nederland
Curaçao is een zelfstandig land binnen het koninkrijk en is zelf verantwoordelijk voor asielbeleid en migratie. De andere landen in het koninkrijk hebben echter een zorgplicht voor elkaar, zeker in tijden van nood. Bovendien is het buitenlandse beleid een koninkrijksaangelegenheid: als er binnen het koninkrijk sprake is van mensenrechtenschendingen, zal het koninkrijk daarop worden aangesproken. Nederland neemt het echter niet op voor vluchtelingen die recht hebben op bescherming. Waarnemers op Curaçao pleiten voor een zakelijkere houding van Nederland: minder neutraal en actiever oplossingen aandragen.
Al in juli 2018 waarschuwde de Adviesraad voor Internationale Vraagstukken (AIV) voor rechtsongelijkheid en wees met name op de naleving van mensenrechten binnen het koninkrijk. De mogelijke gevolgen van de crisis in Venezuela voor Curaçao dwingt tot een pro-actievere houding om Venezolaanse vluchtelingen te beschermen. Iedereen snapt dat Curaçao in de huidige situatie de instroom met eigen middelen niet conform vluchtelingenrecht kan afhandelen. Laat Curaçaose en Nederlandse ambtenaren in gezamenlijkheid een functionerende asielprocedure voor Curaçao verder vorm en inhoud geven.
Het beschermen van Venezolaanse vluchtelingen doet geenszins afbreuk aan de onafhankelijkheid en de eigen verantwoordelijkheid van het land Curaçao. Bovendien zou het een land sieren (Nederland) dat altijd de mond vol heeft van mensenrechten en opvang in de regio, zeker nu blijkt dat het koninkrijk door omstandigheden zelf die regio blijkt te zijn.
Peter Heintze, onderzoeker, bezocht Curaçao in maart
Thea Hilhorst, hoogleraar Humanitaire hulp, Erasmus Universiteit
Denis Dijkzeul, hoogleraar Conflictstudies, Ruhr-universität Bochum