Nederland bedriegt Vlaanderen
Vlaanderen voelt zich terecht bedrogen, omdat Nederland zich niet houdt aan de afspraken over het uitdiepen van de Westerschelde
In het debat over de Westerschelde duiken hardnekkige mythes op die ik wil pogen te ontkrachten. Vorige week heb ik tijdens de Nationale Zeeuwse Oesterpartij mijn onvrede daarover aan politici en bedrijfsleiders duidelijk gemaakt.
De eerste mythe wordt als volgt verwoord: ‘Jullie begrijpen hopelijk dat we in een rechtsstaat leven.’
Principes op helling
De Nederlandse populaire pers zegt het iets minder beschaafd dan de ministers: wij behoren ons te schikken naar de Raad van State. Natuurlijk leven wij in een rechtsstaat, maar Nederland heeft de principes op de helling gezet door de bepalingen uit het verdrag eenzijdig te wijzigen. De Nederlandse regering zei eigenlijk doodleuk: we gaan niet doen wat in het verdrag staat. Het is merkwaardig om dat te rechtvaardigen met een beroep op de rechtsstaat.
Ten eerste heeft een omstreden besluit van het Nederlands kabinet de procedureslag bij de Raad van State op gang gebracht en beïnvloed. Ten tweede vormt ook de nakoming van duidelijke verdragsbepalingen een basisbeginsel van de rechtsstaat. Dit verdrag bevat zeer nauwkeurige tijdsbepalingen, wanneer wat moet gebeuren. Die waren ingegeven door begrijpelijke achterdocht. Dat zijn helemaal geen kleine lettertjes.
De tweede mythe luidt dat de dijken in Zeeland doorbroken moeten worden, omdat de Antwerpenaren een diepere Schelde willen.
Er moet van Antwerpen en van Vlaanderen helemaal niets. De verdieping kan ook juridisch afgedwongen worden. Maar de maritieme toegankelijkheid van de Schelde kon en mocht niet afzonderlijk bekeken en doorgevoerd worden van Nederland. De rivier moest er voor Nederland in alle opzichten beter van worden, niet enkel de scheepvaart mocht profiteren. De vooropgezette samenhang van toegankelijkheid, natuurlijkheid en veiligheid moest worden bewaard, ook wanneer dit vanuit de regelgeving niet hoefde. Wij vonden dit redelijk, ook al zeiden er toen al Vlamingen: dit wordt de ‘op-de-lange-baan-visie’.
Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat de integrale aanpak gebruikt, of mogen we zeggen misbruikt, wordt om deze hardnekkige mythe te cultiveren. Om geen binnenlandse tegenstrevers te hoeven bestrijden, creëert men buitenlandse vijanden. Wij bedanken voor die rol.
Tegelijk werd in het verdrag ook vastgelegd dat vertragingen, belemmeringen of herzieningen van een bepaald project de voortgang van andere projecten niet zullen verhinderen. Wij hopen dat ook deze passage gelezen wordt.
De derde mythe is die van de wetenschappelijke zekerheid over natuur.
Een batterij erkende onderzoekers heeft alle denkbare varianten voor de verdieping vergeleken, alle mogelijke effecten onderzocht, alle mogelijke opmerkingen gewogen. Er zou verdiept worden op de meest innovatieve en milieuvriendelijke wijze. Door vernieuwend en flexibel te baggeren en te storten, zou de Westerschelde gevrijwaard blijven van enige nadelige invloed.
Maar die geambieerde (rechts)zekerheid blijkt eens te meer een glibberig begrip. Zekerheid nastreven in een onder de vogel- en habitatrichtlijn beschermd estuarium lijkt vandaag zelfs op een mission impossible. We moeten vaststellen dat er steeds wel een geleerde mijnheer of mevrouw gevonden kan worden, die een mogelijk oorzakelijk verband ziet tussen een ingreep in de rivier en een eventueel ongewenste ontwikkeling wat betreft de natuurlijkheid van de rivier. Als één wetenschapper die het oneens is met zijn voorgangers, werkelijk voldoende is om gerede twijfel te zaaien, zal wetenschappelijke zekerheid en dus rechtszekerheid inderdaad een illusie blijven.
De vierde mythe is dat Antwerpen alleen de lusten krijgt, en Nederland alleen de lasten.
Over de definitie van wat lasten zijn, bestaat blijkbaar ook in Nederland en in Zeeland discussie. Voor de een is nieuwe natuur een lust, voor de ander een last. De maatschappelijke kostenbatenanalyse, uitgevoerd door het Nederlandse Centraal Planbureau, berekende een netto opbrengst van 70 miljoen euro per jaar, waarvan eenderde voor Nederland (Zeeland, Noord-Brabant, Zuid-Limburg).
Dat wordt snel vergeten. Verder noteren we stevige pleidooien van de Nederlandse verladersorganisatie EVO voor vrije doorgang. Dat is logisch, omdat het ook voor haar economisch van belang is. De werkgelegenheid gaat er ook in Nederland op vooruit.
De vijfde mythe is dat na 9 oktober het Vlaamse stormpje wel weer gaat liggen.
Dit is echt een foute inschatting. Bewindslieden en de publieke opinie in Vlaanderen voelen zich bedrogen. Er heerst absolute weerzin om meegesleept te worden in een nieuwe procedureslag en daarvoor dan ook nog eens begrip te moeten opbrengen. Er zal niet gedreigd worden met economische tegenmaatregelen, ze zullen gewoon genomen worden. Het regent op dit ogenblik al schadeclaims. Ik hoop dat op 9 oktober – als de Nederlandse regering een beslissing neemt over de verdieping – de hemel opklaart.
Direct en indirect leven 180.000 mensen van de Antwerpse haven. Ik hoop oprecht dat in deze economische barre tijden de Nederlandse regering het wegwerken van enkele drempels in de Westerschelde zal uitvoeren. Zoals afgesproken.
Meer vragen we niet.
Maar ook niet minder.