ColumnBert Wagendorp
Moge Donald Trump op 15 oktober definitief zijn eigen graf graven
De hevige botsing tussen Donald Trump en Joe Biden is nu al het meest besproken presidentiële debat sinds 1960. Dat jaar nam nieuwkomer John F. Kennedy het in Chicago op tegen de ervaren grote favoriet Richard Nixon, in het eerste van vier debatten volgens een geheel nieuwe format: een rechtstreeks op tv uitgezonden duel op leven en dood tussen de Democratische en Republikeinse kandidaat.
Het belang van de tv-debatten bleek onmiddellijk. Kennedy stond achter in de polls, maar maakte die achterstand meteen goed. Hij zag er gezond uit in vergelijking met de bleke, ongeschminkte Nixon, die na afloop werd gebeld door zijn moeder: of hij soms ziek was. De zittende vice-president had zich nog onvoldoende gerealiseerd dat een tv-debat betekende dat hij in beeld was.
Kennedy won de verkiezingen nipt. Meer dan vijftig procent van de kiezers verklaarde na afloop dat de debatten grote invloed hadden gehad op hun keuze, zes procent zei dat ze louter hadden gekozen op basis van de vier verbale vechtpartijen. Nixon moest nog acht jaar wachten op het presidentschap.
Sindsdien vormen de debatten de vierjaarlijkse en cruciale hoogtepunten van de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Ze kregen wereldwijd navolging, ook in Nederland, waar ze helaas meer weghebben van een chaotische kloppartij met acht prijsvechters, dan van het heldere man-tegen-man-gevecht in de Amerikaanse arena’s.
Trump tegen Biden had alles van een klassieke bokspartij – zij het tussen twee bejaarde pugilisten. Het deed me denken aan een van de meest spectaculaire gevechten uit de bokshistorie, The Rumble in the Jungle tussen Mohammed Ali en George Foreman, Kinshasa 1974. De ongeslagen Foreman was zwaar favoriet – de algemene verwachting was, dat hij Ali met zijn mokerslagen snel bewusteloos zou slaan. Dat dacht Foreman zelf ook. Tot hij er, te laat, achterkwam dat hij met zijn onbezonnen gebeuk niet Ali, maar zichzelf had gesloopt. In ronde acht sloeg Ali zijn uitgeputte tegenstander tegen het canvas.
Het leek dinsdagnacht alsof Trump zich het legendarische gevecht herinnerde, alleen had hij er de verkeerde lessen uit getrokken. Hij trok als een dolle stier ten strijde: wat had hij te vrezen van Biden? Hij moest ook wel, hij staat zwaar achter in de polls. Om zijn tegenstander niet in de wedstrijd te laten komen, interrumpeerde Trump Biden 73 keer. Hij schond tevens alle regels van the noble art of debating, waardoor het een kwaadaardig gevecht werd.
Biden prikte een paar keer aardig terug (‘fool’, ‘liar’, ‘clown’, ‘racist’, ‘stupid’). Zijn beste combinatie vond ik nog ‘Will you just shut up, man?’ Sommige waarnemers vonden ook dat onder de gordel, maar gezien het feit dat Trump er een soort kooivechten van maakte, inclusief trappen en bijten, was het nog een tamelijk beschaafde reactie.
Biden wist niet in de voetsporen van Ali te treden door Trump met een linkse hoek neer te halen toen de storm even was gaan liggen. Graag had ik hem de woorden van The Greatest horen herhalen, toen die Foreman, na alweer een serie stoten die een nijlpaard zouden hebben neergehaald, in het oor fluisterde: ‘Is that all you’ve got George?’ Die opmerking brak Foreman.
‘Is dat alles wat je in huis hebt, Donald?’
Kiezersonderzoek na afloop wees uit, dat Biden op punten had gewonnen. Of misschien wel op beschaving.
Op 15 oktober is het volgende duel. Moge Donald Trump dan definitief zijn eigen graf graven.