AntidemocratieZo houd je rechtse populisten niet tegen
‘Met ondemocratische gewoonten houd je rechtse populisten niet tegen’
Tegenstanders zouden zich juist bewust moeten zijn van de onbedoelde gevolgen van hun handelen, betoogt Mattia Ferraresi in zijn column in de New York Times.
Dit is een ingekorte versie van een column van Mattia Ferraresi in The New York Times. Vertaling: Leo Reijnen
Verstandige politici die de liberale democratie zijn toegedaan, dienen een aantal zaken te vermijden: het voeden van de gedachte dat de volkswil overwegend wordt genegeerd en dat de politieke macht wordt uitgeoefend door ongekozen elites in rokerige achterkamertjes; het vormen van politiek onlogische allianties met als enig doel het buitensluiten van populisten; en het gevoel aanwakkeren dat de belangrijkste beslissingen buiten de landsgrenzen worden genomen.
De politieke klasse in Italië heeft compleet maling aan deze adviezen. Om onliberale demagogen de macht te ontnemen, nemen de belangrijkste partijen hun toevlucht tot dezelfde tactiek en managementstijl waardoor het populisme kon opbloeien en daarmee leggen ze de basis voor de terugkeer ervan. De nieuwe Italiaanse regering is een waarschuwing voor iedereen die strijdt tegen de opkomst van rechtse populisten.
Op 8 augustus lokte Matteo Salvini, de extreem-rechtse leider van de Lega en tevens vicepremier, met veel bravoure een kabinetscrisis uit in de hoop dat hij met aansluitende verkiezingen ‘de volledige macht’ zou krijgen. Daarmee maakte hij een eind aan de zwakke alliantie met de Vijfsterrenbeweging, die het land veertien maanden heeft geregeerd.
Traditionele politieke krachten waren erop gebrand om het de Lega onmogelijk te maken om campagne te voeren en sloten de rijen om verkiezingen te voorkomen. Onder het aloude motto ‘de vijand van mijn vijand is mijn vriend’, schoven de Democratische Partij (PD) en de Vijfsterrenbeweging hun eerst onoverkomelijke meningsverschillen opzij en sloten een alliantie die uitsluitend tot doel had Salvini buitenspel te zetten.
Het was een schoolvoorbeeld van ouderwets politiek gekonkel, en tevens een merkwaardige draai. Beide partijen hadden eerst diepe minachting voor elkaar: ze beschouwden de ander niet alleen als politieke tegenstander, maar als een moreel failliete en splijtende kracht.
Vorig jaar nog bezwoer Matteo Renzi, de vroegere leider van de PD, dat hij nooit in een regering zou gaan zitten met de Vijfsterrenbeweging. Nu wil hij graag zaken met ze doen. De Vijfsterrenbeweging, die tijdens hun regeringsdeelname ver wegzakte in populariteit, is zo’n beetje tot alles bereid om aan de macht te blijven. De betrokkenen hielden niet eens de schijn op dat ze over beleid en ideeën discussieerden. In plaats daarvan grepen ze pragmatisch de gelegenheid aan die Salvini met zijn strategische misrekening zelf had geboden. Ze hebben tijd gewonnen, maar tegen welke prijs?
Giuseppe Conte, de aftredende premier die ook weer de nieuwe regering zal gaan leiden, kreeg onmiddellijk internationaal meer status, na veertien maanden lang als trekpop te hebben gefungeerd met een populistische coalitie die aan de touwtjes trok.
Blijkbaar heiligde het doel om Salvini de macht te ontnemen alle middelen. Het klinkt misschien machiavelliaans, maar die beweerde ook dat je mensen ofwel goed moet behandelen of moet verpletteren: mindere kwetsuren kweken wraakgevoelens en die keren zich uiteindelijk tegen je. Salvini is politiek gewond, maar niet verpletterd. Misschien wordt hij juist sterker van deze bijeengeraapte coalitie die democratische gewoonten met voeten heeft getreden.
De woedende leider van de Lega tiert nu tegen ‘de diefstal van de democratie’ en heeft zijn aanhangers opgeroepen tot een demonstratie in oktober om te protesteren tegen deze regering die ‘in Brussel is gebaard’ om ‘de belangrijkste politieke partij van Italië uit te sluiten van de regering’. En daar zit wel wat in.
Uiteraard zijn er voordelen op de korte termijn. Het regeringsbeleid dat hij bepaalde, hielp de stagnerende Italiaanse economie niet vooruit en ook daalde de werkloosheid niet. Wat Salvini wel voor elkaar kreeg, was het openbare debat vervuilen met xenofobische retoriek en een anti-immigratiebeleid gebaseerd op minachting voor migranten, waarmee hij een ‘Italië eerst’-mentaliteit propageerde die voornamelijk sluimerende racistische onderbuikgevoelens weer tot leven heeft gewekt.
Toch zouden zijn tegenstanders zich bewust moeten zijn van de onbedoelde gevolgen van hun handelen. Jaren geleden waarschuwde de vooraanstaande populisme-onderzoeker Cas Mudde al voor het gebruik van een politiek van angst om eurosceptische leiders en hun kiezers te stigmatiseren – en daarmee antidemocratische maatregelen om ze te bestrijden te rechtvaardigen. Mudde voorspelde dat dat op den duur niet alleen de Europese integratie zou ondergraven maar ook ‘de democratische basis van de EU-lidstaten’.
Deze zoveelste overgang in Italië naar een nieuwe, ongekozen regering bewijst zijn gelijk. De flinterdunne coalitie is waarschijnlijk alleen maar een lapmiddel voordat de volgende populistische golf zich aandient, wellicht in de vorm van de terugkeer van Salvini, of in een andere, nog onbekende vorm.