VerslaggeverscolumnAriejan Korteweg
Met de Denker des Vaderlands op zoek naar de gematigde stem
Het is dinsdagmiddag en de plenaire zaal maakt een desolate indruk. Acht Kamerleden, over de zaal verspreid, spreken over soldatententen, wedde, munitievoorraden, legerkachels en nog zo wat.
Naast me op de verder lege perstribune zit de Denker des Vaderlands en die zegt: ‘Dit is micropolitiek, de Kamer bemoeit zich met personeelszaken. Hannah Arendt zou dit administratieve kwesties noemen, niks om in het parlement te behandelen.’
Dat een Denker des Vaderlands zoiets zegt, daar hoop je op.
Later, als het over het gebruik van Chroom-6-verf bij Defensie gaat, zegt ze: ‘Hier zie je wat de socioloog Ulrich Beck beschreef: politiek gaat niet meer over geld, maar over de verdeling van risico’s. Over dicht bij een kerncentrale wonen, over werken met giftige verf. Politiek gaat over meer dan geld.’
Daan Roovers werd twee weken geleden Denker des Vaderlands. Een erebaan die ze ooit zelf, als hoofdredacteur van Filosofie Magazine, mede in het leven riep. De DdV hoeft niks en mag veel. Roovers is al gevraagd het academisch jaar aan de UvA te openen, vijf burgemeesters riepen haar hulp in, er liggen veel verzoeken om lezingen en interviews.
Meer dan haar voorgangers wil ze zich met politiek bezighouden. Politiek is te belangrijk om aan politici over te laten, zegt ze in Wij zijn de politiek, de interviewbundel die bij haar aantreden verscheen. Het huidige systeem is uitgewoond, tijd voor groot onderhoud. Het Haagse debat gaat te veel over middelen, te weinig over doelen. Daar komt bij dat de media de extremen opzoeken; de gematigde stem moet luider klinken.
Ze gaat vlot in op de uitnodiging dat uitgewoonde systeem van dichtbij te bekijken en schuift haar accordeonles aan de kant voor een dagje Binnenhof. Er zijn een paar noties die ze wil uitwerken, vertelt ze in het Kamerrestaurant. Allereerst de waarde van wetenschappelijke kennis in het publieke debat. Wat heb je als universiteit te bieden? En hoeveel vrijheid hebben politici in de omgang met wetenschappelijke resultaten? Hebben gepromoveerde politici – denk Thierry Baudet, maar ook Eppo Bruins van de ChristenUnie – extra verantwoordelijkheid om de wetenschap niet in diskrediet te brengen?
Voor de tweede notie verwijst ze naar Socrates, die ambivalent stond tegenover democratie. Bij scheepsbouw hebben we geen enkele moeite vertrouwen in experts te stellen, zei hij. Maar als het om moraal en politiek gaat, zijn er geen experts. De DdV: ‘Die oordelen kan ik niet uitbesteden aan deskundigen. Die moeten we zelf vormen. Dat heet democratie.’ Ze is daarbij wel gecharmeerd van een zekere onbeholpenheid: ‘Hoe groter de professionalisering, hoe groter de vervreemding.’
Als voorbeeld geeft ze de opkomst van Forum voor Democratie. ‘Meteen na de verkiezingsuitslag was de vraag: kan deze proteststem bedrijfsmatig worden genegeerd? Dat betekent dat er met de vervreemding niets is gebeurd.’
We zijn eraan gewend onze mening tot aan de volgende verkiezingen uit te besteden. Dat is representatieve democratie. ‘Zoiets werkt als de verschillen in de samenleving niet te groot zijn’, vindt Roovers. ‘Ik wil onderzoeken of dit systeem nog functioneert.’ Oftewel: sluiten opinie en machtsvorming nog op elkaar aan?
Het zou anders kunnen, denkt ze. ‘Als robots werk overnemen, kunnen we de vrijkomende tijd voor een deel besteden aan politiek.’ Ze ziet beweging in die richting. ‘De betrokkenheid groeit, ook omdat de tegenstellingen toenemen. Dat zie je in de politiek, maar ook bij demonstraties.’
We hangen een tijdje bij de Patatbalie, trefpunt van media en politiek. Daar worden de verhalen verteld, over Henk en Ingrid, over zeven jaren in Egypte, over lesgeven aan het vmbo, over zoontjes die voetballen. Roovers haalt haar geliefde Hannah Arendt van stal: ‘In de politieke ruimte kun je juist vrij zijn van persoonlijke beslommeringen. In Den Haag is veel identiteitspolitiek, standpunten die hangen aan wat je zelf bent.’
Even later in de plenaire zaal ziet Roovers tevreden hoe met handopsteken wordt gestemd. ‘Daar hebben de Russische trollen geen vat op.’ Dan volgt een debat op z’n Hollands. Minister van Defensie Bijleveld die in alle toonaarden varieert op: ‘we zijn het eens’, ‘u weet als geen ander’, en ‘laten we met elkaar de juiste dingen doen.’ Elkaar dichtbij houden – ondanks de versplintering is dat het Haagse mantra. De stem van het midden, inderdaad. De DdV, vergoelijkend: ‘Gezegend de democratie waar dergelijke debatten worden gevoerd.’
’s Avonds mailt ze nog een dagsluiting. ‘Dat defensiedebat deed me denken aan m’n tijd in de ondernemingsraad, haha. Ik zie ruimte voor grote politiek-filosofische debatten, om na te denken over hoe we dit systeem gezond houden.’