LHBTI's krijgen veel te verduren, maar onderling zijn we ook niet tolerant
Tegen alle vijandigheid zouden LHBTI's één front moeten vormen, betoogt Haroon Ali. In plaats daarvan ziet hij nog steeds onderlinge strijd, uitsluiting en destructieve seks.
Het is nooit goed met de Canal Parade, die op 5 augustus weer door de Amsterdamse Prinsengracht vaart. Te veel bloot, te veel overlast voor de buurt. Veel homo's vinden de optocht te truttig, hekelen alle reclameboten en klagen over aapjeskijkers. En ieder jaar roepen buitenstaanders: waarom een gay pride, er is toch ook geen straight pride? Maar lesbiennes, homo's (zoals ik), biseksuelen, transgenders en mensen met een intersekse-conditie (samengevat tot LHBTI's) hebben deze dag nog hard nodig.
De misvatting is dat we onze geaardheid of genderidentiteit vieren. Maar daar zijn we mee geboren, is inmiddels de consensus, daar hebben we niet voor gekozen of iets voor gedaan. (En sommigen blijven bidden dat het een fase is die overgaat.) Pride draait juist om alles wat we hebben overwonnen om die afwijkende gevoelens te accepteren en te kunnen uiten. Wat we hebben overwonnen is angst en schaamte, het tegenovergestelde van trots. En die negativiteit zit op vele niveaus.
Nu hoor ik u denken: in Nederland is de homo-emancipatie toch allang voltooid? Homo's en lesbiennes kunnen trouwen en een gezin stichten. Transgenders kunnen hun uiterlijk aanpassen aan hun gender en krijgen daarbij alle medische hulp. We hebben openlijk homoseksuele politici die voor onze belangen opkomen en wetten er doorheen krijgen die onze rechten beschermen. Belangenvereniging COC strijdt in 2017 vooral om aanscherping of uitbreiding van bestaande rechten, zoals een meerouderschapswet en het afschaffen van geslachtsregistratie. Kortom: als alle wensen van LHBTI's zijn vervuld, is zo'n jaarlijks regenboogfestijn dan nog nodig?
Maar dat is het beleidsmatige kader waarin we leven. Het gaat voorbij aan alle shit die we dagelijks krijgen te verduren, de grappen en opmerkingen die we moeten slikken. Hoe ik op een verjaardag aan grachtengordelbewoners vertelde dat ik mijn vriend ten huwelijk heb gevraagd en een van hen dat heuglijke feit bezoedelde met: 'Dus jij bent het mannetje in de relatie?' Dat elke paar maanden op Facebook een foto voorbij komt van een kennis die in elkaar is geslagen, omdat hij hand in hand liep met een man of vrouwenkleren droeg (de mishandeling van een homostel in Arnhem dit voorjaar haalde de media, maar vele andere incidenten niet). Telkens krijgt je zelfvertrouwen, je trots, een deuk. En na iedere deuk merk ik dat ik mijn gedrag stiekem censureer, dat ik mannelijker probeer over te komen en mijn vriends hand eerder loslaat.
Nederland tolerant? Uit de LHBT-monitor van het Sociaal en Cultureel Planbureau (2016) blijkt dat homo's en lesbiennes zich vaak onprettig voelen in hun eigen buurt en geregeld respectloos gedrag ervaren in het openbaar. Uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam (2016) blijkt dat een op de vijf LHBTI's weleens geweld heeft meegemaakt, maar dat slechts 10 procent aangifte doet van een hate crime, omdat ze denken dat de politie hen niet serieus neemt of omdat ze bang zijn dat de daders hen weten te vinden. En dat ondanks alle inspanningen van Roze in Blauw, een vangnet voor LHBTI's binnen de politie. Ik ken daarnaast meerdere homovluchtelingen die zijn mishandeld in asielzoekerscentra, maar geen hulp kregen van het COA. Zowel Nederlanders als nieuwkomers roepen dat ze willen verhuizen naar échte gay capitals als Berlijn en Barcelona, want Amsterdam heeft in hun ogen die titel verkwanseld. Zelfs de Reguliersdwarsstraat is niet echt gay meer.
Al die spanning (klein en groot) internaliseer je. Wie je bent en wat je voelt, wordt meestal getolereerd, maar het is niet normaal - als 'normaal' inhoudt dat je voldoet aan de norm. LHBTI's vormen 10 procent van de bevolking, is de schatting. Hoeveel homo's, lesbiennes en transgenders we ook op tv zien, in werkelijkheid blijven we een kleine minderheid, de buitenbeentjes, de exoten. We moeten ons dus iedere dag weer verhouden tot de grote massa en ons verdedigen tegen vooroordelen en onrecht. Dat doet wat met je. Het maakt velen van ons defensief, omdat we gewend zijn geraakt aan strijd en frictie. En het is doodvermoeiend om iedere dag weer onze omgeving te moeten scannen op tuig met losse handjes.
Een op de vijf homo's en lesbiennes heeft psychische klachten, blijkt uit eerder onderzoek van het SCP. Vooral jongeren hebben last van depressies. Een coming-out op jonge leeftijd kan namelijk traumatisch zijn, zeker als die uitmondt in langdurige pesterijen op school of uitsluiting door familie. Daarom doen homo's en lesbiennes ook veel vaker een zelfmoordpoging dan hetero's. Ook eenzaamheid is een groot probleem, met name onder transgenders en oudere homo's en lesbiennes.
Hoe ontstond de Gay Pride?
De Gay Pride of LGBT Pride is voortgekomen uit de rellen die op 28 juni 1969 uitbraken in New York City, toen de politie een inval deed in homocafé The Stonewall Inn, waarna lesbiennes, homo's, transgenders en anderen gezamenlijk in opstand kwamen. In Nederland wordt sinds 1977 de Roze Zaterdag georganiseerd, die iedere laatste zaterdag van juni in een andere stad wordt gehouden. De eerste Amsterdamse Canal Parade in 1996 trok 20 duizend bezoekers. Tegenwoordig komen er ruim een half miljoen mensen op af. Tijdens de Canal Parade, dit jaar op zaterdag 5 augustus, varen tachtig boten over de Prinsengracht. Pride Amsterdam duurt een week, van 29 juli tot en met 6 augustus.
Om al deze redenen is het belangrijk dat LHBTI's samen een front vormen tegen de vele bedreigingen van buitenaf en dat ze ondanks hun verschillende ervaringen op het gebied van seksualiteit en identiteit voor elkaar opkomen. Maar het valt me op dat het gemeenschapsgevoel vaak ver is te zoeken. In plaats van te focussen op wat ons bindt en te luisteren naar elkaars verhalen en verdriet, wordt de defensieve houding naar de grote, boze buitenwereld dikwijls op elkaar geprojecteerd - LHBTI's maken het elkaar soms verdomd moeilijk. In tijden waarin identiteit hoger op de agenda staat dan ooit, vecht iedereen voor zijn eigen plekje. Dat lijkt ten koste te gaan van de cohesie die de gemeenschap ooit zo typeerde.
Tekenend voor die gefragmenteerde belangen is het seksualiteit- en genderalfabet, dat almaar wordt uitgebreid, waardoor we in het Engels nu zitten op de reeks: LGBTQIAP, omdat ook queers, aseksuelen en panseksuelen een letter wilden. In Noord-Amerika plakken ze er een 2 achter, die verwijst naar de two-spirited native Americans. Er komen vast meer letters bij, bijvoorbeeld voor mensen die zich niet aan één gender willen conformeren (agender of non-binary). Hoewel de regenboogvlag alle subgroepen van deze gemeenschap zou moeten symboliseren, werden er laatst in Philadelphia zwarte en bruine strepen aan de vlag toegevoegd, om alle huidskleuren te erkennen (waar anderen dan weer aanstoot aan namen). Ook transgenders hebben verschillende vlaggen.
Homo's en lesbiennes gaan ook nog grotendeels gescheiden uit (muziekfestival Milkshake uitgezonderd). In homoclubs zie je wel vrouwen, maar dat zijn meestal vriendinnen die ook op mannen vallen, maar een avondje rust willen. In de weinige lesbische bars die er in Amsterdam nog zijn, word je als man vaak weggekeken en in de gemengde 'potten- en flikkerdisco' De Trut heb ik geregeld een por gekregen van vrouwen die vonden dat ik in hun weg stond.
Los van de venijnige grappen die homo's en lesbiennes geregeld over elkaar maken - lesbiennes zijn lomp en onverzorgd, homo's tuttig en oppervlakkig - krijgen ook andere subgroepen het zwaar te verduren. Biseksuele mannen worden vaak niet serieus genomen door (de oudere generatie) homo's, omdat zij biseksualiteit zien als een niemandsland onderweg naar Gay Town. 'Ik spreek je wel over twee jaar', zeggen ze dan spottend. En transgenders vertellen me dat ze van homo's en lesbiennes net zulke lompe opmerkingen horen als van de rest, zoals: 'Je ziet het bijna niet' of 'Wat heb je mooie tieten'.
Als ik inzoom op de homogemeenschap, zie ik veel concurrentie en uitsluiting. De lat voor schoonheid ligt absurd hoog: je wordt haast verplicht dagelijks te trainen en na je 30ste ben je een oude lul. Door een vrijere seksuele moraal moet iedereen ervoor vechten om mee te blijven tellen. Niet voor niets hebben homo's veel vaker een eetstoornis dan heteromannen. Op datingapps als Grindr wordt veel gediscrimineerd, bijvoorbeeld met de zin: 'No fats, no femmes, no Asians.' Iedereen die dik, vrouwelijk of Aziatisch is, mag oprotten. Dat creëert nog meer subgroepen, zoals de stevige, behaarde 'bears', die zich afzetten tegen de jonge 'twinks' en gladde 'muscle Mary's'.
Die hypermasculiene, hyperseksuele houding, waarbij gepronkt wordt met een gespierd of behaard torso - op feesten en op Instagram - is een begrijpelijke tegenreactie op een samenleving die homo's vaak wegzet als verwijfde, campy mietjes. Maar die normen en schoonheidsidealen binnen de community leiden ook steeds vaker tot destructief gedrag. Ik ben voor vrije seks en recreatief drugsgebruik, maar de opmars van 'chemsex' onder grootstedelijke homo's laat treurige excessen zien - radicalen die de weg kwijt zijn.
De documentaire Chemsex (2015) van Vice toont mannen die onder invloed van crystal meth en ghb deelnemen aan orgieën met onbekenden, vaak onbeschermd, die soms dagen duren. Soa Aids Nederland deed datzelfde jaar onderzoek naar het gebruik van 'Tina' (crystal meth) onder gays. Het zou gaan om een kleine groep gebruikers, maar het 'slammen' (injecteren) van drugs tijdens seksfeesten bleek wel een groeiend fenomeen. De 27 mannen die waren geïnterviewd, zeiden niet alleen drugs te gebruiken voor intensere seks, maar ook om negatieve gevoelens weg te kunnen stoppen, zoals angst voor intimiteit, gebrek aan zelfvertrouwen en schaamte over seks en hun lichaam. Ik denk dan: where is the love? En waarom grijpt niemand uit hun omgeving in?
Veel homofeesten die ik bezoek draaien om euforie en schoonheid. Heerlijk, die onbezorgdheid, maar ik denk dan aan de vrienden die thuisblijven omdat ze zich niet knap of cool genoeg voelen. Ook is er weinig solidariteit met biculturele LHBTI's, bleek op een bijeenkomst waar ik laatst te gast was. Zij voelen zich een dubbele minderheid en worstelen met discriminatie, veiligheid en geldkwesties. Hun leven staat in schril contrast met dat van witte, hoogopgeleide homo's. Ik denk dan ook aan de nieuwkomers uit Syrië, die in de gayscene door hun exotische looks worden gefetisjeerd, maar die moeilijk vooruitkomen in het leven en worstelen met hun toekomst in Nederland. Die intersectionaliteit tussen geaardheid, identiteit, etniciteit en sociale klasse verdient veel meer aandacht.
Begrijp me niet verkeerd: ik wil niet 'mijn mensen' afzeiken. En vergeet ook niet dat er prachtige kunst en muziek uit de tegendraadse queercultuur voortkomt. Maar LHBTI's krijgen al genoeg op hun dak - ook in Nederland, ook in 2017. Het is daarom tragisch dat er juist in deze gemeenschap zoveel frictie, ongenoegen en eenzaamheid is. Pride is wat mij betreft dé gelegenheid om die verschillen opzij te zetten en voor het oog van de wereld één linie te vormen. Geoliede sportfanaten en harige bears, stoere potten en lipsticklesbiennes, gevluchte nieuwkomers en stralende transgenders - in één trotse stoet, met één duidelijke boodschap: accepteer ons. Was het iedere dag maar Pride.
Haroon Ali is journalist voor de Volkskrant. Voor zijn blog Queer Times interviewt hij rolmodellen uit de LHBTI-gemeenschap: queer-times.com.