ColumnAleid Truijens
Leraar zijn is de mooiste baan van de wereld
Als je het maar vaak genoeg hoort, ga je het geloven ook. Leraren hebben een Heel Erg Zwaar leven. Ze werken zich het schompes, ook in het weekend en tijdens die ellenlange vakanties. Ze gaan gebukt onder een zware administratieve last, ze hebben overvolle klassen. Ze worden onder druk gezet door hun directie en bestuur, want hun school moet scoren. Om nog maar te zwijgen van die drammende ouders, die nooit tevreden zijn. En o ja, het salaris is beroerd.
Geen wonder dat aankomend studenten de pabo nog altijd mijden (al is er een kleine groei dit jaar), volgens een onderzoek van Qompas, in opdracht van de overheid. Redenen: het lage salaris, het matige carrièreperspectief en het slechte imago van leraren. Volgens onderzoeker Mirjam Bahlmann (op nos.nl) ‘weten veel studenten niet dat je ook directeur kan worden, of ict-coördinator.’ Goh.
Het lijkt me dodelijk, dit commentaar. Het is een hondebaan, maar gelukkig is er altijd ontsnapping mogelijk, door manager of ict’er te worden. Dan ben je van die kinderen verlost en verdien je meer.
Waarom zou je studenten die worst voorhouden? De meeste leraren worden geen directeur of ict’er. Je moet juist mensen werven die het echte werk, kinderen iets leren, aantrekkelijk vinden.
Misschien komt het door dat jarenlange goedkope geteem over ‘het mooiste vak van de wereld’. Dat wekt intussen alleen nog associaties met onderbetaald en lage status. Banen die goed betaald worden en een hoge status hebben zijn nooit de mooiste baan van de wereld. Met valse pr en imago-strategieën trek je geen geschikte mensen. Onderwijs is niet ‘gezellig met kinderen werken’.
Wees liever realistisch. Ja, het is een zware, veeleisende baan, maar als je er goed in bent is het zinvol en bevredigend werk. Daar lees ik weinig over. Over hoe leuk en vervullend het is om bij te dragen aan de ontwikkeling van kinderen, ze hun talenten te laten ontdekken en de wereld te ontsluiten. Een basis te leggen voor een heel leven. Dat is onderwijs.
En ja, de betaling zou een stuk beter moeten. Maar het salaris van een leraar basisschool wijkt nu ook weer niet heel erg af van dat van andere hbo’ers. Op de salarisladder (‘Wie verdient wat?’, Elsevier 2018) staat de leraar tussen de redacteur en de pr-medewerker – baantjes met iets meer glamour.
Bahlmann geeft ook de suggestie om leraren breder op te leiden, zodat je met de pabo ‘ook jeugdhulpverlener kan worden’. Dat lijkt me een slecht plan, ook al vinden jongeren zo’n brede school misschien leuker. Met de verwatering van de opleiding kweek je zeker geen vakbekwame en gemotiveerde leraren.
Ik denk juist dat het goed is om meer gespecialiseerde leraren aan te nemen op de bassischool: voor kunstvakken en sport, maar ook voor taal, rekenen, natuur en techniek. Liefst universitair opgeleid. Dat ontlast de klassendocent en brengt een hoop nieuwe kennis en energie de scholen in.
Het hoeven niet per se jongeren te zijn. Het einde van je eigen middelbare school, als je opgelucht bent dat je ervan verlost bent, is het slechtste moment om voor het leraarschap te kiezen. Er zijn genoeg taalkundigen, wiskundigen, economen en biologen die na jaren bij het bedrijfsleven of de overheid zin hebben in werk waarbij ze hun kennis en ervaring kunnen overdragen. Misschien moeten we de nieuwe leraren veel meer zoeken onder de zij-instromers. Die moet je dan wel behoorlijk betalen en inwerken natuurlijk. In 2025 hebben we een lerarentekort van 10 duizend banen. Hoogste tijd voor creatieve oplossingen.