Landen geven minder hulp, roep de vips!
Rijke landen geven weer minder ontwikkelingshulp. De VN-millienniumdoelen dreigen lang niet te worden gehaald. De kredietcrisis maakte dat alles alleen maar erger voor de armen.
Het debat in: de Derde Wereld
Over: Kan de ontwikkelingshulp effectiever en met minder geld?
Door: Donoren, ngo’s, VN-medewerkers
Waar:
Als het ligt aan de VVD (Arend-Jan Boekestijn) ligt, kan de begroting van ontwikkelingshulp wel worden gehalveerd.
En op de Nederlandse televisie werden gewone Hollanders op de markt getoond die ook liever in de hulp aan het buitenland wilden beknibbelen als met dat geld meer wegen konden worden aangelegd of meer gezondheidszorg aan ouderen kon worden verleend. Het was de week van Prinsjesdag. In Afrika wordt de omslag in het voorheen gulle Nederland met afgrijzen gevolgd, als ware het de Amerikaanse kredietcrisis.
Of niet. In ieder geval is het een teken van een trend: de animo om te geven slinkt snel door de economische problemen in het Westen (de ‘Implosie van het kapitalisme’ kopte de Volkskrant donderdag raak).
Gouden bergen
Wat een verschil met geëngageerde sfeer van 2005, toen Afrika gouden bergen werden beloofd op de G8-top in Gleneagles en vervolgens op een grote conferentie in Parijs. Schuldenkwijtschelding en een hulpinjectie zouden de armste landen uit de neergaande spiraal halen – ze betaalden meer aan rente en aflossing van hun schulden dan dat ze kregen aan hulp.
Begin deze maand was er een vervolgconferentie in de Ghanese hoofdstad Accra over ‘de effectiviteit van de hulp’, georganiseerd door de Wereldbank en de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling). De niet-regeringsgebonden organisaties (ngo’s) hielden tegelijkertijd een kritische parallelle bijeenkomst, 325 clubs uit 88 landen namen daaraan deel (zie: betteraid.org of africafocus.org).
Ze spreken van een mislukking van Parijs: zelfs de belangrijkste donorlanden zijn hun toezeggingen niet nagekomen. De donoren zouden ontvangers meer zekerheid bieden en minder voorwaarden stellen aan de besteding van de hulp. Maar daar zien de ngo’s niets van.
Wat staat er in de slotverklaring van de officiële conferentie, de ‘Accra Agenda voor Actie’? (Zie: accrahlf.net). De positieve noot, die nu eenmaal hoort in dit soort slotverklaringen, moest ver worden gezocht: vijftien jaar geleden leefden nog twee van de vijf aardbewoners onder de armoedegrens, nu is dat een op de vier. Maar of dat komt door de hulp is natuurlijk zeer de vraag. China en India hebben horden van hun inwoners uit de armoe gehaald met hun spectaculaire economische groei.
Sombere toon
De rest van de ‘Accra Agenda for Action’ is somber getoonzet: als we zo doorgaan halen we onze eigen doelstellingen voor 2010 lang niet. De hooggeplaatste deelnemers van regeringen uit donerende en ontvangende landen stellen ‘hervormingen’ voor, maar veel meer dan goede voornemens valt er niet in te ontdekken.
Democratie, economische groei, sociale vooruitgang, zorg voor het milieu als ‘motoren voor ontwikkeling’ – wie is daar tegen? Donoren moeten beter samenwerken, meer overlaten aan de ontvangers en niet hobby's najagen. Dat was ook drie jaar geleden al de teneur. De ngo’s hebben reden om teleurgesteld te zijn.
Het dilemma dat de hulp aankleeft staat nog steeds recht overeind: de gevers willen voorwaarden aan hun giften kunnen stellen om effectiviteit te kunnen meten, de ontvangers zeggen dat door al die voorwaarden de effectiviteit juist wordt gehinderd.
Hebben de ngo’s een alternatief? ‘Onze visioen is een wereld waarin hulp niet langer nodig is.’ Voor het zover is, kan hulp een belangrijke rol spelen, maar alleen als die hulp onbaatzuchtig wordt gegeven.
Topsalarissen
Nu verdwijnt veel te veel geld in de topsalarissen van de westerse hulpbureaucratie, stroomt terug omdat de hulp bij westerse bedrijven moet worden besteed en wordt teniet gedaan door de voorwaarde de markten te openen waardoor plaatselijke ondernemingen in de kiem worden gesmoord. Dat is terechte kritiek die echter ook al vele, vele jaren wordt verwoord.
Aid Watch Philipines kwam in Accra nog met een eigen verklaring met daarin een concretere suggestie wat arme landen zelf kunnen. Gezien het feit dat veel van positieve resultaten, ‘als die er zijn’, toch ‘meestal op toeval berusten’ doen de ontwikkelingslanden er goed aan veel vaker ‘valse hulp die niet wezenlijk helpt de armoede te verminderen te weigeren’.
Maar zover is het nog niet. De zorg over de dalende hulp overheerst. Komende week zijn er topbijeenkomsten bij de Verenigde Naties in New York over hulp aan Afrika en de stand van zaken met de Millenniumdoelen, geformuleerd in 2000 teneinde in 2015 de armoede op allerlei vlak te verminderen. De cijfers die daar worden gepresenteerd zijn toch tamelijk schokkend.
Karige Boekestijn-hulp
In 2007 waren er maar vijf landen in de wereld die de doelstelling van 0,7 procent van het nationaal inkomen voor ontwikkelingshulp zijn nagekomen: Denemarken, Luxemburg, Noorwegen, Zweden en, inderdaad, nog altijd Nederland. Een club van 22 landen in de OESO maakt zich hard voor steun aan de armste naties, maar bij elkaar geven zij maar 0,28 procent van bij elkaar opgetelde bruto nationale inkomens aan hulp. Dus zelfs met karige Boekestijn-hulp zou Nederland het nog aardig doen.
In 2005 bereikte de regeringshulp (ODA) uit de rijke landen een piek van 107 miljard dollar, na sinds 1997 jaarlijks te zijn toegenomen. Maar in 2006 daalde die hulp met 4,7 procent en in 2007 zelfs met 8,4 procent. Dat staat in het rapport 2008 over de millenniumdoelen (op: un.org).
VN-secretaris-generaal Ban Ki- moon stelt vast dat halverwege de rit de doelen alleen kunnen worden gehaald als alle landen hun hulp fenomenaal verhogen. De kans dat zoiets gebeurt, is minimaal. Vorig jaar was er 10 miljard dollaar te weinig hulp om de afgesproken doel
Ondanks de grote schuldenverlichting van de afgelopen jaren ‘besteedt een groot aantal ontwikkelingslanden nog steeds meer aan schuldbetalingen dan aan onderwijs of gezondheidszorg’, staat in het VN-rapport.
De hoop moet van elders komen dan van de 22 doorgewinterde donoren: andere landen geven meer, ontwikkelingslanden steunen elkaar en particuliere fondsen worden almaar belangrijker voor steeds meer landen en clubs van inwoners van de Derde Wereld. Dat is de positieve noot in dit rapport.
Dus de particuliere hulp heeft de toekomst. Met de inzet van beroemdheden groeien hun middelen enorm. Straks is die hele hulpbureaucratie wellicht niet meer nodig. Maar aan de vip-hulp kleven ook grote bezwaren. Linda Polman schreef daarover vorige week een scherp stuk in het Betoog. Tijdens de Grote Ontwikkelingsquiz op 12 oktober in LUX-Nijmegen is dat het debatthema. Op vk.nl/opinie geven Henk Westbroek en Henk Temming hun visie. in een video.
Wim Bossema